Transcript for:
De Nederlandse Republiek: Ontstaan en Bloei

In deze video gaan we opnieuw kijken naar Nederland, of beter gezegd de Nederlandse Republiek, die aan het einde van de 16e eeuw ontstaan is, dankzij dat conflict in de Nederlanden, die Nederlandse opstand. En we zullen gaan zien dat die republiek op gaat bloeien in de 17e eeuw, en dat die ook een behoorlijk bijzonder bestuur heeft. Nou, laten we daar eens even mee beginnen, want in 1588 ontstaat dus die Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Hier zien we op dat kaartje dat groene gebied. Donkergroen is het in 1588, de lichtere groene gebieden worden er later nog bij veroverd op de Spanjaarden.

Maar als in 1648 de Vrede van Münster wordt gesloten, dan is dit dus die Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. En in die naam zitten meteen eigenlijk al twee bijzondere dingen. Want als we gaan kijken naar het bestuur van die republiek, dan zien we dus ten eerste dat het een republiek is. Dus het is een land zonder een koning aan het hoofd. En het is dus een republiek van zeven verenigde Nederlanden.

Het is een decentraal bestuur. Daar waren ze ook tegen in opstand gekomen tegen Karel V en Philips II. Die wilden de macht centraliseren, alle macht weghalen bij de Nederlandse gewesten.

Maar ja, die zeven Nederlandse gewesten, die wilden graag de macht zoveel mogelijk bij zichzelf houden. Eigen regels, eigen wetten, eigen rechtspraak, eigen belastingen. En het was dus heel erg gedecentraliseerd. Een beetje hetzelfde als wat je nu hebt met de Verenigde Staten van Amerika.

Dat zit ook al in die non-nets, in die zeven Verenigde Nederlanden. Het zijn aparte staatjes, maar ze doen heel veel dingen samen. Ze zijn toch ook wel verenigd. En wat ook nog typisch is voor het bestuur van die republiek in die tijd, is het zogenaamde burgerlijke karakter.

Er zitten vooral burgers in het bestuur. Van een stad, of van een gewest, of in de Staten-Generaal, daar komen we zo op. En veel minder edelen en veel minder mensen vanuit de kerk.

En in andere landen was dat toch echt anders. Dus dit is het bestuur van die republiek. Nou, ten eerste een republiek, decentraal.

En dus vooral heel veel burgers, rijke kooplieden of familie daarvan die dus in het bestuur zitten. Maar waarom is het dan toch één land? Omdat ze op het gebied van de oorlog of naar het buitenland sowieso toe, daar traden ze wel op als één land.

Daarom zijn het Verenigde Nederlanden. En dat deden ze door in de Staten-Generaal bij elkaar te komen. Die zien we hier.

Die kwamen dan in Den Haag bij elkaar. Daar kwamen vertegenwoordigers van al die zeven Nederlandse gewesten. En die besloten dan samen over oorlogsvoering of iets dergelijks.

Dus dit is het bestuur van die republiek. Waarom is dat dan bijzonder in staatkundig opzicht? Want staatkundig gaat over bestuur.

Het bestuur van die republiek was dus bijzonder ten opzichte van andere landen in die tijd. Omdat in die andere landen... Een vorst dat soms zelfs een absolute voorstaande macht was. Die het land zoveel mogelijk centraal bestuurde. Dus hier hebben we bijvoorbeeld op dit plaatje.

Hebben we de staten bestuur van het gewest Holland staan. Nou zo was dat er ook van Friesland en van Zeeland en van Utrecht en noem maar op. Die besliste heel veel over zichzelf.

Maar ja bijvoorbeeld in Spanje. Ja daar had je koning Philips II. En zijn later opvolgers.

Daar was veel meer een centraal bestuur. Hetzelfde geldt voor Engeland. En hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor Frankrijk, daar helemaal, daar kwam zo'n absolute vorst als Lodewijk XIV aan de macht. Dus dat maakte die republiek echt wel anders.

Wat de republiek ook nog anders maakte ten opzichte van de koningen die we hier bijvoorbeeld zien en de landen die we hier dus zien, is dat die koningen hier, die probeerden heel erg het geloof van hun onderdanen te bepalen, dat werd opgelegd. En in die republiek was zogenaamde gewetensvrijheid. Ja, er was wel een officieel geloof, het staatsgeloof zou je kunnen zeggen, dat was het Calvinisme. Die protestantse vorm die de ideeën van Calvin aanhing.

Maar als jij bijvoorbeeld katholiek was. Dan werd jij niet vervolgd vanwege jouw geloof. Maar dan had je wel minder rechten.

Dan mocht je bijvoorbeeld niet in het bestuur zitten. En katholieken mochten ook niet in het openbare naar de kerk gaan. Die hadden dus niet geen openbare kerken.

Maar ze werden niet vervolgd. En in die landen die we hier zien. Ja, dan was het vaak wel anders voor een religieuze minderheid. Oké. Dus dit voor dat eerste stukje uit het kenmerkend aspect, de bijzondere plaats in staatkundig opzicht van die Nederlandse Republiek.

Nou, dat zagen we hier en op die vorige dia. Maar het gaat dus ook over bloei in economisch opzicht. Nou, laten we daar eens naar gaan kijken. Want die economie van die Republiek, die bloeide op. En dat gebeurde dankzij een aantal dingen.

Het is natuurlijk niet van het een op het andere moment. Al heel lang was met name in de zeegewesten, dus Holland en Zeeland, waren ze al bezig met overzees handelen. Met name de Hollanders, die hadden al vrij vroeg, hadden zijn belangrijke positie in de Europese graan-en houthandel.

En dat vormde eigenlijk de basis voor een handelsnetwerk dat zich steeds verder uit zou moeten gaan breiden. Maar daar zie je dus wel aan, die Hollanders gingen al heel snel over zee varen. En die legden zo allerlei contacten en die hadden dus belangrijke handelstromen in de handen. Daarnaast wisten ze dat ook met steeds betere schepen te doen.

Hier zie je bijvoorbeeld het zogenaamde fluitschip. Daarmee kon je met een kleinere bemanning meer lading vervoeren. En omdat het schip smaller was, moest je ook nog eens minder tol betalen onderweg.

Superslim dus en dat leidt tot een hogere productiviteit. Net zoals dat de Hollandse en Zeeuwse boeren zich bijvoorbeeld steeds meer gingen specialiseren in een bepaald gewas, waardoor andere mensen weer iets anders konden gaan doen en ook daardoor ging de productiviteit omhoog. Dus het was niet alleen de handel die opbloeide, maar ook door bijvoorbeeld verandering in de landbouw, effectiever werken daar, specialistisch werken daar, zorgde dat dus voor dat de rest van de economie ook opbloeide. En wat je ook zag was dat er vanuit alle kanten mensen naar die republiek toetrokken. Bijvoorbeeld vanwege die Tachtigjarige Oorlog, die Nederlandse opstand, als Antwerpen in Spaanse handen valt, dan trekken heel veel Spaanse handelaren naar het noorden, naar steden als Leiden en Haarlem en vooral naar Amsterdam.

En dan zien we bijvoorbeeld dat Amsterdam de belangrijkste plek, of de plek als belangrijkste handelstad van Antwerpen overneemt. Maar er komen ook uit alle andere gebieden in Europa, komen ook bijvoorbeeld Joden naar de Republiek toe, omdat ze hier niet vervolgd worden. Maar die brengen ook kennis en contacten en geld brengen die met zich mee. En daarop bloeit die economie dus ook heel erg op.

En dan zie je dus dat die republiek in die 17e eeuw, tijdvak 6 dus, echt een tijd lang een economische grootmacht is. Misschien wel het machtigste land wat dat betreft ter wereld, of in ieder geval in Europa op dat moment. De hele Europese tussenhandel die werd beheerst door de Hollanders. Je kwam overal die Hollandse en Zeeuwse schepen kwam je tegen.

En dat begon dus met die graan-en die houthandel, maar dat breidde zich uit naar allerlei andere producten. Maar ook de rest van de wereld, we zullen in tijdvak 6 gaan zien dat er echt een wereldeconomie gaat ontstaan. En daar spelen voor Nederland de VOC en de WIC ook een heel belangrijke rol in. En de VOC zal uitgroeien tot het grootste handelsbedrijf ter wereld.

En die Nederlandse schepen moet ik zeggen, die kom je dus overal tegen. En zo zie je dus dat dat heel veel geld oplevert. Dat is natuurlijk ook handig. Voor die Nederlandse opstand die in het begin nog steeds bezig is, want met dat geld dat verdiend werd, konden ze weer hun strijd financieren, konden ze weer soldaten inhuren bijvoorbeeld.

Zo zie je hoe dat allemaal in elkaar werkt. Maar deze economische bloei zorgde er ook voor dat cultuur op kon bloeien. En dat kwam ook omdat er dus bijvoorbeeld gewetensvrijheid was en sowieso best wel veel tolerantie was in die Nederlandse republiek, want daardoor bloeide ook de kunst en de wetenschap op.

Want die rijke handelaren, ja die wilden heel graag... portretten van zichzelf of van hun schepen of zo laten maken. En schilders kregen dus heel veel opdrachten.

En omdat er veel geld verdiend werd, kon ook de gewone man ook een portret laten maken of een portret kopen. Dus ja, als er meer vraag is, dan wordt er meer geschilderd en dan gaat ook het niveau omhoog. En nu heb je dus dat overal ter wereld de Hollandse meesters uit de 17e eeuw, zoals Rembrandt en Vermeer, waar we hier het meisje met de parel van zien, ja, die behoren tot de top van de schilderkunst en die hangen in musea overal ter wereld. Maar ja, vanwege die handel was de geletterdheid, dat mensen konden lezen en schrijven, dat niveau lag behoorlijk hoog in die republiek.

En er werd dus ook heel veel geschreven. De literatuur, gedichten en verhalen en toneelstukken en dergelijke, bijvoorbeeld door Joost van der Vondel. En ja, dat bloeide ook heel erg op.

En tegelijkertijd, en dat heeft misschien ook vooral wat te maken met die tolerantie, dat hier toch iets meer vrijheid was om dingen te doen. werden er ook veel nieuwe uitvindingen en ontdekkingen gedaan. Zoals bijvoorbeeld het slingeruurwerk wat door Christiane Huygens werd uitgevonden. Die bijvoorbeeld ook als eerste de ring om Saturnus zag enzo. Dus ook op cultureel gebied stond die Nederlandse Republiek echt in heel hoog aanzien.

Nou en wat je nu gezien hebt is dat ik al tussendoor een aantal keer een aantal kenmerken en aspecten genoemd heb. Of links heb gelegd met andere onderwerpen. Dus hier hebben we het, de bijzondere plaats in staatkundige opzicht en de bloeiende economische en cultureel opzicht van die Nederlandse Republiek. Wat is dan de lijn door de geschiedenis heen? Die Nederlandse Republiek was er natuurlijk niet geweest als die Nederlandse opstand er niet geweest was.

Want door dat conflict ontstaat die Nederlandse Republiek. Maar wat zien we in die tijd zelf ook? Dat er echt een wereldeconomie gaat ontstaan met wereldwijde handelscontacten.

Dat de VOC en de WIC dat dat... goede voorbeelden zijn van het zogenaamde handelscapitalisme. Maar wat we ook zien, en dit gaat vooral over die economische bloei, wat we ook zien is dat die bijzondere plaats in staatkundige opzicht, dat dat hier zo'n decentraal bestuur is, ja, dat staat eigenlijk lijnrecht tegenover het streven van vorsten naar absolute macht, zoals Lodewijk XIV in Frankrijk zal gaan doen.

Wat ook een van de grootste rivalen en misschien wel vijanden van die Nederlandse Republiek gaat zijn. Maar dat botsen is heel erg. Aan de ene kant zien we dat forsen gaan streven naar absolute macht. Zoveel mogelijk nog meer centraal willen besturen.

Echt van één persoon. In een republiek die dus zegt. Nee, wij willen een decentraal bestuur. Het liefst zoveel mogelijk bij het gewest zelf leggen.

Maar goed, uiteindelijk komt er ook in de Republiek, komt er verzet tegen dat bestuur van die zogenaamde regenten. En dat zal in tijdvak 7 ook leiden tot een democratische revolutie hier in die Republiek, waarmee er een einde komt ook aan die Republiek. En zo zie je ook dit kenmerkenaspect, dat hangt nauw samen met allerlei andere kenmerkenaspecten.

De links naar de video's van die andere kenmerkenaspect, die zet ik weer in de beschrijving hieronder. Daar vind je ook weer de goede doelen. Dan vind je ook een mooie knop dat je zelf kunt abonneren. Die komt nu ook in beeld. Doe dat ook vooral.

En ik zie je graag bij een volgende video.