Transcript for:
Historisch materialisme en neomarxisme

Een goeiemorgen. Vandaag wil ik jullie graag een keer in een zeven mijlslaars ritme door een benadering van de internationale optrekkingen nemen. Constructivisme kun je niet echt beschouwen. als een theorie op zich.

Er zijn verschillende constructivistische theorieën waarvan Alexander Wendt er twee geschreven heeft. Het artikel dat je voor vandaag hebt doorgenomen ter voorbereiding. Anarchy is what states make of it. En dan heeft hij nog een tweede boek geschreven, maar daar ga ik niet op ingaan. Het is wel zeker ook een aanrader.

Maar er zijn dus verschillende theorieën die zich... zichzelf constructivistisch noemen, die je gemakkelijk constructivistisch kunt noemen, maar eigenlijk is het meer een benadering. Dus wat ik ga doen is niet zozeer een parafrase doen zoals ik dat heb gedaan met structureel realisme, of met... de standaardregimeteorie, die zichzelf dan het label heeft toegekend van liberaal institutionalisme. Bij constructivisme kun je niet zeggen er is dé constructivistische theorie van de internationale trekking.

Dat is een tang op een varken, dat klopt niet. Dat kun je zo niet zeggen. Het gaat meer over een benadering. Een bepaalde manier van woordgebruik, een bepaalde manier van kijken, die heel...

een hele panoplie van theorieën kan produceren. De tweede tekst die je hebt gelezen is die van Anna Leander, prof in Geneve, aan de universiteit van Geneve, die een constructivistische manier van kijken ontwikkelt om te analyseren wat de invloed is van privé-milities. Als je dat anders zou aanpakken, niet op een constructivistische manier, dan zou je op andere conclusies uitkomen.

We gaan een benadering hier vandaag toelichten. Je kunt een constructivistische theorie van de democratische vrede krijgen. Je kunt een constructivistische theorie krijgen van oorlogsvoering. Je kunt een constructivistische theorie opstellen over hoe diplomaten met elkaar omgaan. En in die zin kunnen we niet zeggen, nu gaan we één groot coherent begrip een paar keer ons eigen maken.

Het is aardig dat we dat herkennen als we het tegenkomen. Dat is niet helemaal waarvoor het labeltje constructivisme wordt gebruikt. Nu, ik had gezegd dat ik enige hoop had gevestigd op de... Een voordracht van Caroline Genet gisteren.

Ik hoop dat een heel aantal van jullie er waren. En je hebt denk ik wel gezien dat dat een bekwame retorica is. Iemand die de retorica van de politiek beheerst. Die daar ook al heel lang ervaring mee heeft. En die ook wel al in de slangenkuil van de machtspolitiek heeft gezeten.

Als je als minister... En zat de bescheidenheid om zichzelf ook zo te plaatsen, te positioneren. Als je minister van een klein land zoals België in een Europese raad zit en je hebt een meerderheid tegen je als getracht van een veroordeling gedaan te krijgen of een veroordeling van Israëli's beleid in Gaza, Libanon en Syrië te verkrijgen.

en getracht het Israëlische EU, het EU-Israël-associatieverdrag te activeren en dat lukt niet, dan heb je wel al een keer gezien hoe machtspolitiek werkt natuurlijk. Dat was zeker iemand die al enorm veel kilometers op de teller heeft staan als politicaan. Ik denk dat het ook heel opvallend was hoe zij de manier van positioneren van een politieke actor... in taalomzet.

Dat is een talige benadering. Het voorwerp van onderzoek gaat zijn welke taal gebruikt de politicus, welke taal gebruikt de internationale diplomatie. Niet zozeer, niet onmiddellijk, niet primair, welke daden, welke acties, maar wel hoe spreken ze. En vandaar ook de naam van... De benadering, namelijk hoe construeren actoren, wat wij dan gemakkelijkshalve de werkelijkheid noemen.

Hoe construeren ze de relaties onder elkaar? En een van de belangrijke moves, dat is een typische constructivistische term, een van de belangrijke moves, je zou kunnen zeggen bewegingen in het Nederlands, maar... Stappen zou een meer intuïtief begrip zijn.

Een van de typische stappen die ze ondernam gisteren was een constante verschuiving van het traditionele begrip ontwikkelingssamenwerking naar internationale solidariteit. En de bedoeling is om de relatie... tussen landen met die performatieve stap te transformeren, te construeren op een manier die, en dat argumenterde ze, trachten ze dan te argumenteren waarom dat voordelig is, waarom dat beter werkt in haar optiek, om het te transformeren van een top-down relatie.

Wij, de ontwikkelde landen, zullen eens aan de ontwikkelingslanden zeggen... hoe ze eigenlijk de zaken zouden moeten doen. En gevoelde dat die spanning daarmee nog niet opgeheven is, want natuurlijk zei ze dan, ja, dialoog is belangrijk, maar bepaalde normatieve standpunten ga ik nooit van afwijken.

Of gaan wij nooit van afwijken? Ga ik voorwerven, of gaan wij voorwerven als Belgische regering, als partij, als partijen? conglomeraat in de Europese Raad, de sociaaldemocratische fracties in het Europees Parlement en dan de sociaaldemocratische groepen in de lidstaten, voor zover ze in de regering aanwezig zijn, in de regeringen, nationale regeringen aanwezig zijn. Wij trachten dan deze terminologie te doen ingang vinden en schuiven het weg van de traditionele labeling. Dat het ministerie waar ik voor verantwoordelijk ben, samen met vele anderen in de Europese Unie, dat dat het ministerie van ontwikkelingssamenwerking heet.

En ze zegt, als je dat transformeert naar internationale solidariteit als label, heb je ook de relatie met die landen geherconstrueerd. En dat is zo'n taal. Handeling, een speech act, wordt dat genoemd in de linguistiek. Een dergelijke speech act reconstitueert dus de relatie die je zelf tracht te creëren met andere partners. Ik denk dat je daarmee hebt gezien hoe zoiets werkt en ook wat de beperkingen ervoor zijn.

En ook dat de actoren die dat proberen te doen, zoals zij, of zoals haar ministerie, haar medewerkers, haar partij, de regering. Die actoren zich daar ook van bewust zijn dat dat maar in heel beperkte mate effect heeft. Maar ze toonde wel aan dat dat absoluut in haar ogen een essentieel kenmerk is van elke politieke handeling.

Dat je tracht door taal, door performatief taalgebruik, niet gewoon acties te ondernemen. In de zin van... te zeggen we zullen dat en dat doen of we hebben dat en dat gedaan of we zijn dit en dit aan het doen op het terrein, maar gewoon door een ander taalgebruik te trachten een andere relatie tot stand te brengen. Zoals ik al in deze inleiding heb duidelijk gemaakt, de benadering, de constructivistische benadering van internationale optrekking, is een generieke soort benadering die eigenlijk uit de literatuurwetenschap stamt.

En dus als we naar de geschiedenis van de discipline of de subdiscipline van de internationale betrekkingen in sociale wetenschappen kijken, is dat een ondertussen niet meer zo recente... ...maar eigenlijk toch wel een relatief late introductie in de sociale wetenschappen geweest. Namelijk pas in de loop van de jaren negentig heeft dat, zoals dat dan heet, opgang gemaakt in de internationale betrekking.

Daarvoor was dat, ja, dat is hobbyhorse van die rare literatuurwetenschappers en linguisten. Daar wij, degenen die met... Echte belangrijke dingen zoals de internationale trekkingen. Wij hebben dat niet nodig, van dat gezever van taalkundigen en literatuurwetenschappers. Dat zijn salonpraatjes.

Zo werd er tot diep in de jaren negentig gesproken over het constructivisme. Die tijden zijn lang voorbij. Maar moet u van die voorgeschiedenis wel een beetje bewust zijn als je die teksten leest. Want je voelt soms wel dat ze, zoals ze dat in het Engels zeggen, een chip on the shoulder hebben. Ik moet me nog bewijzen dat ik recht van spreken heb met deze constructuïstische benadering.

Je zult dat bij oudere teksten merken, nu tegenwoordig is dat niet meer zo present. Maar dit heeft wel degelijk een heel historisch ontwikkelingspad gekend. En ja, zoals het woord dus zelf zegt, het basisuitgangspunt... is dat je niet zozeer moet trachten te kijken naar een soort objectieve waarheid die je ergens wel een keer zult vinden in de realiteit van de internationale politiek of in de fenomenen die je tegenkomt. Maar dat nog veel belangrijker is dan het talige aspect van hoe actoren zich met elkaar in contact zetten.

De relatie zelf zien, percipiëren en onder woorden brengen. Zoals gisteren de voormalige minister van Ontwikkelingssamenwerking. Voormalig, want ik had ze de vorige week aangekondigd, al zijn er nog altijd een minister. Maar op dat moment dat ik dat vorige week zeg, was ze eigenlijk al benoemd tot minister in de Vlaamse regering.

Sorry voor die kleine tijdsinconsistentie. Goed. Dus het subject dat theorie creëert, constitueert daardoor ook een bepaalde wereld.

Dat is het zinnetje dat ik hier als samenvatting van een bepaald inzicht heb genoteerd. En dat wil dus zeggen dat het niet alleen als centraal aandachtspunt heeft de taal die diplomaten, politieke actoren, partijen, regeringen gebruiken. is dat dat hier van tel is, maar dat je ook constant zelf, als je theorie vormt, je er moet van bewust zijn.

Dat je daardoor een bepaalde wereld creëert. De performatieve rol van taal wordt in het centrum van de onderzoeksaandacht gezet. Je zou denken, dat is eigenlijk toch evident dat je dat doet?

Nee, we doen dat en veel literatuurstromingen doen dat helemaal niet. De introductie daarvan in de internationale trekking heeft ook wel een grote bevrijdende en emancipatorische rol gehad, want vooral in wat geossifieerde, klassiek-realistische, structureel-realistische, maar ook game theory toepassingen, Er werd daar heel denigrerend over gedaan. Ja, maar wat dat politici zeggen, je moet daar niet eens naar kijken, want dat is toch niet belangrijk.

En dat is in de ogen van deze benadering gevaarlijk. Omdat je dan veel te veel informatie totaal mist. En dus een precieze aandacht ontwikkelen en constant actief... Houden tijdens het analyseproces, tijdens uw lectuur van een krant, tijdens het luisteren naar het nieuws, tijdens het lezen van materiaal voor uw masterproef. Dat is eigenlijk het appel van de constructivistische benadering.

Lees wat er staat in de zin van trachten te achterhalen hoe verschillende actoren relaties met anderen anders onder woorden brengen. dan andere actoren. En dat dat juist voorwerp van uw onderzoek kan uitmaken. Dat wil zeggen dat het machtsbegrip ook hier weer anders in elkaar steekt.

We hebben allemaal het woord macht. De meeste talen hebben daar een woord voor. En gek genoeg... De subdiscipline van de internationale betrekkingen is de enige subdiscipline in de politieke wetenschappen die het woordje macht redelijk veel gebruikt.

Bij alle andere subdisciplines, vergelijkende politiek, policy studies, bureaucratie studies, wordt er eigenlijk bewust een grote bocht gemaakt van het woordje macht gaan we niet gebruiken, veel te ingewikkeld, dat krijgen we nooit. gespecifieerd wat dat al wil zeggen. In de internationale betrekking wordt het, gek genoeg, relatief veel gebruikt, hoewel het ook daar extreem problematisch is, want je kunt heel verschillende vormen van macht hebben. We hebben al het heel grote onderscheid gemaakt tussen macht van de staat versus macht per beleidsdomein. Dat is al een extreem belangrijk...

Een wel extreem belangrijke distinctie, onderscheiding van types van macht. Conceptualiseringen van macht. En een derde is dus deze. Dat het gaat over wie beheerst kennis. En dat is dus eigenlijk diametraal tegenovergesteld van de poging van Waltz en structureel realisme om macht te definiëren enkel en alleen in de...

in de betekenis van material capabilities. Als we het hebben over epistemische macht, wie heeft kennis, wie beheerst het spreken, dan zet je dat eigenlijk op zijn hoofd. Dus dat is het derde machtsbegrip in de loop van deze lesreeks waar we nu aan gekomen zijn. Er gaan er nog volgen. Er zijn nog andere conceptualiseringen van het...

Huis-en tuinbegripje, macht. Dat wil dus zeggen dat het ertoe doet wie recht heeft van spreken. Niet iedereen spreekt en niet iedereen heeft recht van spreken. Het feit dat wij gisteren de performatieve act hebben...

Doorgevoerd van haar te laten spreken en niet iemand anders, niet iemand van ons, niet iemand van jullie, is omdat wij in die relatie autoriteit toekennen aan die persoon. Want zij heeft op de stoel gezeten van de minister van Ontwikkelingssamenwerking. Daarom hebben we haar laten spreken. We hebben niet haar een kabinetchef gevraagd. Wat een schrik dat een dienst dat zou komen doen als ze geen tijd zou hebben omdat ze nog in een of andere vergadering of commissie zou moeten opdraven.

Maar we wouden haar hebben. Wie heeft er meer recht van spreken, doet er enorm toe. Want anderen, om het plat uit te drukken, moeten zwijgen. Look who's talking. Maar dan heel serieus genomen.

Dus deel van het analyseproces wordt dan... Oké, over welke acteurs uitspraken, performatieve taalhandelingen... Ga ik onderzoeken voor mijn masterproef?

Dat is een selectie. Je voert dan een selectie door van, ik ga die documenten en die uitspraken en die auteurs bespreken, maar de ander niet. En dat is altijd een subjectieve attributie van autoriteit die je op dat moment aan het doorvoeren bent.

En een tweede observatie daarbij natuurlijk is, dat ook hier... Binnen de constructivistische benadering, epistemische macht wordt bekeken als structurele macht. Dus niet een soort eigenschap van een persoon.

Dat is ook een manier waarop je naar macht kunt kijken. Denk weer aan de images, de drie analyseniveaus die Walsh onderscheidt. Individu, collectief actor, staat. En de structuur, epistemische macht...

is ook een structurele vorm van macht. Je kunt niet zeggen, ten dien heeft de kennis, dus die heeft de macht. Het is geen eigenschap van een persoon, geen eigenschap van Genet, om het overgisterend te hebben. Nee, dat zij in een groter systeem ingebed zit, zorgt er juist voor dat de macht van de kennis en hoe, met welke actoren samen zij er... Tracht in te slagen van ontwikkelingssamenwerking.

We gaan geld uitdelen en dan zal het wel in orde komen. ...trag te transformeren naar, nee, internationale solidariteit is een dialogisch proces en een constant verhandelingsproces dat nooit mag onderbroken worden. Dat was dan de normatieve dimensie die ze eraan toevoegde.

Dat is een soort imperatief, een morele, categorische imperatief. Je mag nooit stoppen met klappen. Dat was eigenlijk haar rode draad. Dat wil zeggen dat als je op die manier kijkt, dat je macht niet beschouwt als een eigenschap van een persoon, maar als een structureel element in de internationale betrekking. Een ander aandachtspunt, nu zijn de karakteriseringen die ik geef al iets vager, maar wel ook belangrijk.

Dat is dat er een grote aandacht gaat naar de werking van niet-materiële factor. Het is een andere manier van zeggen dat het over epistemische macht gaat. Kennismacht. Episteme.

Niet dat mijn Grieks nog bijzonder goed is. Dat is al heel lang geleden dat ik ook een keer Grieks heb gedaan. Maar episteme is gewoon het Griekse woord voor kennis. En daarom dat we dan het begrip hebben in het Engels en het Nederlands. Nederlands, epistemisch, of heel belangrijk in de internationale aantrekking, epistemic communities.

We gaan daar straks op terugkomen. Epistemische gemeenschappen, kennisgemeenschappen. Dus groepen van mensen die een bepaald soort constructie van de werkelijkheid, kennis, delen.

Dat zijn epistemic communities, in de constructivistische betekenis van dat woord. Oké, dus dat is een toelichting over waarom dat ingewikkeld woordje epistemisch, dat heeft tractie gekregen. Dat wordt redelijk veel gebruikt. Dat wordt daarmee bedoeld. Dat wil zeggen dat er aandacht besteedt niet zozeer aan...

Individuele kenmerken van een bepaalde actor of een toekenning van macht of kennis aan een bepaalde persoon, maar wel een sociale inbeelding. Dus dat kennis en betekenis van hoe zien we de wereld enkel en alleen van belang en te analyseren is als het gedeelde kennis is. Als het over een sociale vorm van kennis is.

Een co-constitutie van betekenis in sociale interactie. En dus niet, en daar zit het polemische argument... element van de constructivistische beweging. Niet die geïsoleerde atomistische actoren zoals in de speltheorie, waar ieder zijn eigen preferenties heeft en de egoïst hoort te zijn. Dat is de simplificatie van de speltheorie.

Dat iedereen geïsoleerd is en pas voor zijn eigen goed in interactie treedt. Een soort Robinson Crusoe. een absurde simplificatie, alsof de mens ooit in de verre beginnen op zijn alleen was. Dat is natuurlijk totaal onrealistisch.

Dat is ook de grap van die roman, stel dat je hem een keer hebt gelezen. Best amusant, dat is eigenlijk ook een cheek and tongue, typisch Engelse humor. Ik zal eens doen alsof de mens ooit een keer alleen was. Wat krijg je dan? En elke lezer begint dan te denken, dat klopt niet, dat kan niet.

Dat wil zeggen dat er ook daardoor als onderzoeksvoorwerp veel aandacht gaat in de constructivistische literatuur naar ideeën, ideologieën, cultuur, waarden en normen. Norms en values. En ook, en dat is de derde implicatie daarvan, dat dus de identiteit, welke tot welke groep je toebehorend bent, tot welke epistemische gemeenschap je toebehorend bent, dat telt.

Als Caroline Genet gisteren in antwoord op Wouter van Doorn, die vroeg, hoe heb je dat dan gedaan in Oeganda? De Afrikanen waren allemaal bijzonder boos over het neocolonialisme van het niet vrijgeven van vaccins tijdens de coronaperiode. Nee, intellectuele eigendomsrechten betalen staat in de internationale wetgeving.

Dat kunnen we niet vanaf wijken, want anders hebben we geen inkomsten om die vaccins te financieren. Dus dat gaat niet gaan. Er zijn dan kleine hoeveelheden, later pas verdeeld, met een waver zoals dat heet, op de intellectuele eigendomsrechten. Maar bij de meeste Afrikaanse landen, zoals Wouter van Doorn aanhaalde en dan Genet bevestigde... Is dat totaal in het verkeerde keelgat geschoten van de Afrikaanse regeringsleiders, gezondheidsspecialisten, dokters?

Dat wil zeggen... dat er een verschillende zichtwijze was, en dus een beetje radicaler uitgedrukt, een verschillende identiteit. De gemeenschappelijkheid van hoe Afrikaanse leiders in de Wereldgezondheidsorganisatie, in de UNO, spraken over de coronavaccins.

constitueerde een groep die antagonistisch was tegenover Europa en de VS, waar de grote farmaconcerns gevestigd zijn en die de vaccins produceerden. Het wordt onmiddellijk bekeken als niet gewoon strategische actoren die het oneens zijn over iets. Er wordt direct de link gemaakt dat creëert een andere identiteit in het interactieproces.

En dus krijg je een clash, een epistemische clash. Je ziet de werkelijkheid, je ziet de wereld anders. En daarover gaat het conflict, omdat het ook een identitair conflict wordt. En dus die co-constitutie van sociale normen, dat is nu al evident.

Als je kennis met elkaar construeert, intersubjectief, niet het subject geïsoleerd op zijn Robinson Crusoe is, maar... In relatie? Dan komt het om de duur toch wel tot dezelfde zichtwijze zeker? Nee, dat is het punt.

Dat je verschillende, met elkaar clashende wereldbeelden krijgt die identiteitsstichtend zijn. Dus die aandacht voor hoe identiteit in die sociale interactie ontstaat en dan op zich een bron van conflict kan worden, is deel van de... En dat is een benadering natuurlijk, dat is niet zomaar een objectief fenomeen dat voorgegeven is. Dat is een manier van kijken.

Aandacht hebben voor welke identiteiten worden hier door taalhandelingen geconstrueerd. En tenslotte, een woordje, het is een terminologische zaak, gewoon dat je zou weten wat het voorkomt. Ik wil nog niet zeggen dat je dan gaat weten wat ze ermee bedoelen.

Een heel vaag, interessant, maar enorm veel betekenend begrip in deze literatuur is contingentie. Dat heeft wel degelijk ook een wetenschapstheoretische betekenis, omdat ze daarmee willen zeggen, forget it, om heel systematische verklaringen op te stellen. Het gaat niet lukken. Je hebt veel te veel contingentie in de internationale politiek.

Er zijn veel dingen die van toevalligheden, rare constellaties, onvoorspelbaarheden afhangen. En dat gaan we noemen contingent. Vasthangend aan factoren die je niet onder controle hebt, of die je niet kunt kennen, of die heel specifiek kunnen zijn aan bepaalde omstandigheden. Het is eigenlijk een soort reflex in deze benadering om niet te ambitieus te zijn. Zo'n grote macro-theorie opbouwen à la Waltz of à la...

We gaan alles een keer door de lens persen van de regimeteorie en de speeltheorie. Not, zeggen ze. We zijn allemaal contingent. Er zijn te veel contingente factoren die hier een rol in spelen.

Dus ze positioneren zich meestal dan ook rhetorisch, polemisch als... antipositivistisch. Diegenen die denken dat het mogelijk is van heel sluitende verklaringen voor uitkomsten te vinden van waarom is het Midden-Oosten-conflict nu geëscaleerd en niet vijftien jaar geleden.

Zou je daar een stringente theorie kunnen trachten over op te stellen? Of nu, focusserend op strategische interactie en speeltheorie. Dan wel in binnenlandse verklaringen waarom de Netanyahu-regering nu veel meer nood heeft aan oorlog dan de regeringen in Israël 15 jaar geleden.

Een constructivistische benadering van dat fenomeen zou zeggen, doe eens wat kalm, wees eens niet zo arrogant alsof je het niet eens een keer zult kunnen uitleggen. Dan gebruikt ze het woordje, dat is contingent. Dankt ervan af.

Dat is de common sense formulering die wij gebruiken als we met elkaar aan de toegangen of thuis zitten te freewheelen. Dan zeggen we, dat dankt ervan af. Dat bedoelen ze daarmee.

Het hangt ervan af. En het er is onduidelijk. We weten het niet. Van veel dingen.

Dankt ervan af, zeggen wij dan. Dat wil zeggen dat je daardoor ook een aandacht krijgt voor dingen waar we op het eerste zicht van aannemen dat we dat eigenlijk wel snappen, dat we het wel weten, dat dat niet zo is. Onszelf een beetje een rat voor de ogen draaien als we onszelf de indruk verschaffen van ja, we weten wel waar dat van afhangt, hoe dat ineens zit.

Dat is de heel brede betekenis. Je merkt, ik heb hier veel woorden aan vuil gemaakt. Maar dat woord ga je verschillende keren wel tegenkomen, stel dat je in deze literatuur verder zou beginnen lezen. Oké, ik heb al duidelijk gemaakt in bepaalde opmerkingen dat ze dus ook polemisch weer tekeer gaan tegen de stomme structureel realisten en de stomme regimeteoretici.

Het is een positionering van ik ben geen realist, ik ben geen structureel realist, ik ben geen Owaltzian, ik ben geen regimeteoreticus. Het eerste punt is natuurlijk... De kritiek op de rationaliteitsaanname.

Als het zo is, als je die benadering kiest, als je zegt dat kennis wordt geconstitueerd in interactie, dan kun je niet aannemen dat er een geïsoleerde actor is die zit te kijken en zegt ik zal een keer een kostenbatenanalyse doen van mijn situatie en dan het beste daarvan kiezen. Als dat niet gaat omdat je gewoon constant met een ander bezig bent, wat conformeert er nu aan uw verwachtingen, wat zou je normaal vinden, wat deden we in het verleden, en we zullen daar een keer lang over spreken, hoe gaan we reageren? Kijk naar hoe Caroline Genet gisteren daarover sprak.

Zij was niet bezig over... Wij hebben dan een kostenbatenanalyse gedaan, dat het in ons belang zou zijn om nu een keer op tafel te leggen dat het EU... Het Israël-verdrag moet geactiveerd worden en de handelsliberalisering tussen de EU en Israël moet teruggedraaid worden, want dat zou in het eigen belang zijn van ons.

Dat heb ik daar gisteren niet horen zeggen. Dat wil zeggen, blijkbaar zijn er inderdaad toch nog heel wat andere factoren die spelen in wat appropriate behavior wordt genoemd. Er is een beroemde tekst in de sociale wetenschappen die zegt je hebt een logic of consequences. Wat kan ik bereiken? Kostenbaten.

En wat wordt als gepast beschouwd? Heel veel dingen die we doen, of die in de diplomatie gedaan worden, of in internationale betrekkingen gedaan worden, trachten te conformeren aan bestaande normen en waarden. ...trachten in lijn te zijn van wat wij gepast gedrag vinden.

En als er een keer iemand zich daar buiten plaatst, dan zitten we daar direct op te kloppen. Van, jongen, die heeft iets gezegd, dat is ongepast. In de politiek gaat dat ook zo.

En dan krijg je morele veroordelingen van politieke uitspraken. Dat wil zeggen, taal. Speech acts. Zij heeft dat gisteren gedaan, natuurlijk, als sociaaldemocraten, tegen... extreem rechts.

Dan zegt ze, dat zijn ongepaste uitspraken die zij dan doen. In de Europese ministerraad of tijdens verkiezingscampagnes. Juist zoals ze het in heel bedekte termen, maar ik denk, de goede verstaander was wel mee, heeft ze ook gedaan over uitspraken door Israëlische politici. Netanyahu. Ze heeft hem niet geciteerd, maar ze zat wel.

impliciet, en dat is ook belangrijk, te zeggen wat die kerels zeggen. Dat is toch totaal van de pot gerukt. En vooral wat de extreemrechtse leden van de Netanyahu-regering durven te zeggen.

is ongepast. Dus dat gaat over appropriateness. Dat wil zeggen dat de aanname van rationaliteit, alsof je die simplificatie kunt doorvoeren, van je moet gewoon kijken naar wat de kosten buitenaan zijn, dan ga je wel uitkomen in een speeltheoretische interactie, welke opties actoren gaan kiezen. Nee, zeggen de constructivisten. Dat is een simplificatie die onnuttig is.

Net omdat de logic of appropriateness, het gepaste gedrag, zoveel belangrijker is in hun ogen. En dus dat is een kritiek in hun termen als sociale actoren in neorealisme en neoliberalisme. Dat heb ik ook al gezegd in dat derde bulletpointje. Enkel instrumenteel handelen en strategische interactie is voor hen veel te verengend. Die literatuur geeft dan ook dikwijls aan, we maken het onszelf daar wel veel moeilijker mee.

Want uiteraard kun je met speeltheorie en met dergelijke enorm simplifierende radicale aannames die in die twee theorieën worden gebruikt, wel ver geraken. Dat is het nut van simplifiering. Het wordt simpeler, je moet mij veel minder rekening houden.

Het hangt van veel minder factoren af, dus je kunt gemakkelijker tot straffe statements komen. Maar je verliest nuance, je verliest sociale diepgang. Dan, en dat lijkt me echt wel een cruciale punt, ik heb dat ook al tijdens de behandeling van die twee theorieën vorige lessen aangehaald, de aanname dat de preferenties en de belangen, dus in het Engels zijn dat de twee woorden preferences en interests, wat twee verschillende begrippen zijn, als exogeen voorgegeven. Een actor weet wat hij wil en gaat en treedt dan in interactie.

Terwijl dat in heel veel constellaties absoluut niet is hoe actoren überhaupt tot een explicitering komen van wat ze eigenlijk prefereren, wat hun voorkeuren zijn. En wat ze dan denken dat hun belangen zijn. Het is net in interactie dat ze het onderweg vinden.

En als dat het geval is, dan kunnen ze met speltourie eigenlijk niet veel doen. Want dan haalt het niet uit van, ah, ik ga een keer kijken. Wat het beginstandpunt was, helemaal aan het begin van de onderhandelingen, over het EU-Israël associatieverdrag. Want uiteraard is er toen ook controverse geweest over, ja maar moeten we dat wel doen? Een associatieverdrag van de EU, zoals je weet of niet weet, zorgt ervoor dat alle handel wordt geliberaliseerd tussen de twee partijen.

Dus geen douanetarieven meer tussen Israël. En de EU, volledige vrijhandel en politieke samenwerking. Dat wil zeggen, programma's binnen dat verdrag die gaan over samenwerking op vlak van... Dat kan defensie zijn, dat kan onderwijs zijn, dat kan gezondheid zijn, dat kan universitaire uitwisseling zijn. Allerlei dingen steekt je dan onder de associatie hoofdstukken daarvan.

Hoe kwam ik daar nu op? Hopla. Alsof ze op het moment dat ze daaraan begonnen al wisten dat ze dit wilden bereiken tijdens die onderhandeling. Dat is natuurlijk een heel krasse aanname die je dan moet doorvoeren als je een regimeteoretische theorie daarop loslaat. Omdat je dan op voorhand vanaf fase 1 moet kunnen specifieren dit en dat en dat wilden ze bereiken.

Meestal kunnen ze dat zelfs niet eens op papier vinden. Ik neem nu een ander voorbeeld van zo'n handelsverdrag. Ah ja, 21, 23 jaar geleden, ik weet het al niet meer, het is echt vreed lang geleden, is de Europese Unie begonnen met een vrijhandelsverdrag onderhandeling met Mercosur, de Mercado del Sur in Zuid-Amerika. Brazilië, wie is het altijd, ik moet altijd goed nadenken. Chili, Argentinië.

Argentina, Uruguay, Brazilië, als ik me niet vergis. Ik heb altijd schrik dat ik me wel vergis. Dus kijk dat even na. Wie zijn de lidstaten van Mercosur?

Je moet altijd zoeken. Op het moment dat ze die onderhandelingen openden... Je komt veel te achterover van de vaagheid van het mandaat waarmee dat gestart is.

Je vindt geen beleidsdocumenten, stel je zou daar onderzoek willen over doen, je vindt geen beleidsdocumenten waarin staat wat ze eigenlijk concreet, heel specifiek willen bereiken, welke preferenties en welke belangen ze daarmee willen verdedigen. Je kunt dat nergens vinden. We gaan beginnen onderhandelen, dat staat daarin.

Waarover we het gaan hebben, wat we dan van elkaar... gaan horen wat dat een ander eigenlijk misschien zou willen gaan willen in de toekomst. Dat zullen we dan wel zien.

Dan is het niet exogeen voorgegeven, maar en cour de route wordt er eigenlijk uitgevonden. Ah ja, dat zouden we samen kunnen gaan doen. Dat gaan we daar insteken in dat verdrag. Bijvoorbeeld is daar twee jaar geleden dan bijgekomen, we gaan wel een clausule insteken. Nee, niet twee jaar geleden, vijf, zes jaar geleden.

Heel duidelijk erin gekomen. Oké. Als we de douanetarieven tussen de EU en die vier staten van Mercosur gaan afschaffen, dan willen wij, Europeanen, een absoluut commitment dat jullie de Amazonebescherming opschalen. En dat jullie alles eraan doen om het afbranden van regenwoud voor het planten van soja, dat jij het meer gaat kunnen exporteren naar de Europese Unie als de douanetarieven wegvallen, dat dat in orde komt. Dat wil zeggen...

En koer de hoed, in de loop van het onderhandelingsproces hebben ze veranderd waarover ze aan het onderhandelen zijn. Want dan werd dat een cruciale, essentiële, noodzakelijke voorwaarde om überhaupt het akkoord te willen afsluiten. Denk ik het resultaat al raden. Dat verdrag is nog altijd niet geratificeerd.

Dat is nog altijd niet goedgekeurd, dat is nog altijd niet afgesloten. Er staat iets op papier, maar het is nooit de stempel opgekomen van we zijn klaar. De commitments van de Zuid-Amerikaanse kant zijn op dat punt, in de ogen van het Europees Parlement en de Europese lidstaten, niet groot genoeg.

Vooral Frankrijk en Ierland hebben daarop dwarsgelegen, maar dat zijn dan al verdere details. Het hoofdpunt dat ik wil maken is, onderhandelingen zijn processen en niet dingen die je kunt simplifieren door eens te kijken wat de actoren willen als ze beginnen. Ten slotte, ze doen ook polemiek tegen de zogenaamde waardevrije wetenschap.

Dat is natuurlijk een grote controverse, omdat ze vooral die twee stromingen, die twee die we ook tot nu toe hebben behandeld, beschuldigen van te doen alsof de wetenschap waardevrij kan zijn. Je kunt dat serieus nemen of je kunt dat niet doen. Ik neem dat niet zo bijzonder serieus, maar er zijn andere collega's die dat veel sterker doen.

En ook mensen, je wilt dat merken in de literatuur, sommigen maken daar een groot punt van. Meestal bij de echt goede regimeteorie-literatuur of de goede, de rijke structureel-realistische literatuur, wordt dat helemaal niet ontkend. Ja, maar natuurlijk.

Natuurlijk zijn er bepaalde waarden die ten grotslag liggen aan mijn simplificatie in game theoretical terms van de strategische interactie van mensen. Het is omdat ik samenwerking een bijzonder waardevolle zaak vind en de samenwerking tussen internationale actoren vind ik een bijzonder waardevolle zaak. En daarom focusseer ik alles op onder welke omstandigheden actoren tegen hun wil in de val zitten. Prisoners'Dilemma, Battle of the Sexes, allerlei constellaties waar actoren tegen hun wil zich de verdoemenis in rijden.

Natuurlijk is dat een normatief, een waardegestuurde onderzoeksagenda. Want mijn a priori is dat samenwerking beter zal zijn dan niet-samenwerking. Maar toch vind je die beschuldiging...

de speeltheorie en de regimeteorie en dan natuurlijk ook structurele realisme, trachten te doen alsof ze de objectieve waarheid trachten te achterhalen zonder enige normatieve agenda te hebben. Die beschuldiging gaat je heel gemakkelijk vinden. Ik wil u met deze beschouwing gewoon alert maken van bekijk dan een keer, twee keer.

Ze kunnen dat hier wel beweren, maar wat bedoelen ze eigenlijk? Klopt dat? Ben ik wel bereid daarin mee te gaan?

Ik ben ook wel bereid om het daarmee eens te zijn. Het lijkt me altijd heel nuttig om die klik een keer te maken. En dus, zoals ik daar juist aan het toelichten was, ze leggen de nadruk, de analytische focus, dus focus in die metaforische zin van waar zit uw lens op gefocuseerd? Die zit op veranderingsprocessen.

Hoe in de interactie tussen actoren belangen. preferenties, interactievormen, identiteiten constant verschuiven. Als de preferenties niet a priori bekend zijn, en je ze dus ook niet in je analyse zo kunt gebruiken, maar construeerbaar in interactie, dan moet je dus anders te werk gaan. Dat heeft dus onmiddellijk een methodologische consequentie.

Hoe kunt u... Als je aan het schrijven bent voor je masterproef, kun je het wel toelichten. Dit is hetgeen dat ik kon vinden over de preferenties, de manier van spreken, de acties van de actoren in het begin van het proces. Maar dat determineert nog niet waar ze uitkomen. Polemisch wordt dat dan heel...

Zeker in het begin van de constructivistische literatuur, heel rijk toegelicht. Ja, maar ja, jullie, de regimetheoretici en de structurele realisten, jullie kunnen wel inpakken en wegwezen en op pensioen gestuurd worden, want jullie hebben het einde van de Koude Oorlog niet voorspeld, dus jullie waren knoeiers. Bye bye.

Dus dat is een polemische manier om ze aan de kant te schrijven. En nu gaan wij een keer iets zeggen. Enkel in de loop van de jaren 90, 93, 94 was dat heel en vogue.

Je zult dat ook, als je teksten uit die tijd leest, wel af en toe een keer vinden. Belangrijker is dat op dat moment ook er aandacht is ontstaan binnen de subdiscipline van internationale trekking voor de globalisering als een proces en niet dus als een eindbestemming. eindresultaat.

In het Engels noemen we dat een outcome. In de meteorologische term is dat hetgeen dat aan de kant van de afhankelijke variabele staat. De outcome term. Uitkomst, letterlijk in het Nederlands.

Je kunt dat dus op twee manieren gaan onderzoeken. Je kunt zeggen ik wil kijken hoe is het ertoe gekomen dat we nu in een geglobaliseerde ...wereld leven. Dan heb je dus een definitie nodig van een geglobaliseerde wereld, ga ik noemen.

Een wereld waarin er enorm hoge kapitaal-en goederenmobiliteit is en heel gemakkelijke communicatie. Dat is een eindresultaat, dat is een outcome, dat is een uitkomst. Een stabiele situatie van de wereld zoals zij nu is. Je conceptualiseert die. Dat wil dus zeggen dat je dan, gek genoeg...

proceswoord, want globalisering is een proces. Dat is niet het eindresultaat van de geglobaliseerde wereld. Globalisering is een proceswoord. Een proceswoord. En daarop wijzen dat dat eigenlijk heel dikwijls flipt in teksten.

In teksten van journalisten. In teksten van thinktanks. In teksten van... Analisten zelfs, ook in teksten van politieke actoren, die spreken dan over de globalisering heeft de wereld helemaal veranderd.

Dan voel je je al een beetje in een hutse kluts. Het is een proceswoord dat tot een eindresultaat heeft geleid waarover we het dan aan het hebben. Dus die aandacht voor dergelijke kleine, maar dus wel...

Een belangrijke distinctie is eigen aan de constructivistische benadering en beweging. Oké, dan gaan we dus een keer, eigenlijk, degene die als grondlegger mag beschouwd worden van het constructivisme in de nationale betrekkingen, Alexander Wendt, onder de loep leggen. Nu, het is 10 uur 23. En misschien is het voor de concentratie beter, ik ga even kijken, dat we stoppen of nog even doordoen. Wie zegt we stoppen nu? Ja, dan is dat heel helder.

Tot zover. We vertrekken terug om 10.30 uur. Goed, laten we er weer aan beginnen.

Ik denk niet dat we het bijzonder lang gaan trekken. Dus we gaan zeker niet vandaag doorgaan tot half 1, gelijk de vorige twee keren. Ik denk dat we vroeger zullen klaar zijn.

Oké, dus Alexander Wendt. Als je nog een beetje extra achtergrond wilt weten, de episode over Wendt in de Whisky & International Relations podcast die ik u heb aanbevolen, is echt wel heel goed. Dus voor het verwerkingsproces, wat zegt Wendt daar juist?

Hoe ordent hij woordjes anders, zodat hij een totaal anders perspectief krijgt om u dat eigen te maken, om de tekst... Het echt te laten leven is echt een aanrader om dat een keer te bekijken. Goed, dus hij positioneert het heel expliciet, je hebt dat wel gemerkt, tegenover Waltz. Het is echt de referentieauteur in de tekst. zeg is op dit en dat en dat punt anders dan Kenneth Waltz dat doet in Theory of International Politics, de structureel realistische versie.

Bij Waltz vloeit het begrip zelfhulp voort uit de anarchische structuur van het internationale systeem. En dus de identiteit en de belangen van die actoren moeten in de theorie exogeen voorgegeven zijn. En dat daar is natuurlijk de...

De kerf waar dat wend met zijn bijl begint in te slaan. Want hij draait dat om. Als ik zelf help, maar één van de mogelijke uitkomsten is, één van de mogelijke interactievormen is tussen staten, dan is het juist sociaal gestructureerd doorheen hun interactie.

Dat is echt het op zijn kop zetten van de causale logica van een theorie, wat er hier gebeurt. Dat moet je goed voor ogen voeren. De causaliteit wordt gewoon omgedraaid. Anarchie bij Waltz leidt tot gedrag van zelfhulp. En bij Wendt is het, nee, nee, het is andersom.

Het is omdat actoren... Gedrag vertonen. Dat een zelfhelpgedrag is.

Dat er een anarchische structuur tot stand komt. Het proces. En dat wil dus zeggen dat de zelfhelp gewoon als een van de mogelijke uitkomsten zit. Een van de mogelijke instituties, zoals hij dat dan noemt. onder anarchie.

En dan komt hier het begrip veiligheidsgemeenschappen, wat heel verwant is aan epistemische gemeenschappen, epistemic communities, security communities, veiligheidsgemeenschappen. En dan maakt dit onderscheid. En zelfs binnen, of ze tot stand komen, veiligheidsgemeenschappen tussen actoren, dat hangt er vanaf.

Herkent je het woordgebruik? Het hangt ervan af, maar je kunt dat niet zo deterministisch vaststellen. Dan leidt het tot dat en dat.

En dan zegt hij, binnen die veiligheidsgemeenschap heb je nog een keer gradaties die kunnen competitief zijn. Die kunnen individualistisch zijn of die kunnen coöperatief zijn, waardoor je een spectrum krijgt van de intensiteit van samenwerking, de diepte van sociaal integratie binnen die gemeenschap. En daar verlenen staten hun betekenissen aan, hun identiteit. Leiden ze daarvan af.

En dat is omgoed een spraakregeling in... wendt zijn teksten en dan in constructivistische literatuur in het algemeen, gebruikt dan de metafoor van, je moet altijd kijken naar alter en ego. Het is natuurlijk een beetje ontleend aan Freudiaanse psychologie, van die woorden uit te kiezen. Je hebt een alter en je hebt een ego en je hebt een alter-ego en dat conflictueert. Dat zijn identiteiten die kunnen flippen.

die niet stabiel zijn. Het is in interactie dat je je op een bepaalde manier positioneert. Dus die poging van mensen die in het ontwikkelingsbeleid zitten om weg te komen van dat beperkende woordje van ontwikkelingshulp, ontwikkelingssamenwerking, dat was al de eerste poging.

Dat heeft altijd die termen. Die verguiven dan meestal over de tijd. Eerst heette dat ontwikkelingshulp.

Dan was dat, ah nee, hulp, dat is veel te denigrerend. Dat is te paternalistisch. Ik zal u, arme sukkelaar, jij die eigenlijk geen identiteit hebt en die eigenlijk niks waard bent, maar ik ben veel meer waard, ik zal u een keer helpen.

Oeh, dat gaat niet, weg ermee. Dan dus samenwerking. Alle ministeries werden ook onbenoemd. Alle ministeries moesten dat plakkaatje van de muur krabben, een nieuw plakkaatje drukken.

Ah, nu heeft het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Dus we gaan dat samen ontwikkelen, hoe we elkaars ontwikkeling kunnen steunen. Maar het probleem bleef natuurlijk, meestal ging het over het uitdelen van hulp. En dus de poging om daaraan te ontsnappen is dan...

om het internationale solidariteit te noemen. Dus we zitten al aan de derde spraakregeling op dit punt hier. En dat is een beetje zoals de onbenoeming van de ministeries van oorlog.

Nu heet dat altijd het ministerie van defensie, want wij gaan nooit degene zijn die in oorlog begint. Of de war cabinet heette dat. Die war department heette het in Londen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er geen ministerie van Defensie.

Dat was de war cabinet, de war department. Oké, dus hoe je die relatie constitueert door woordgebruik, daarmee constitueert je dus ook... Hoe je jezelf wilt identificeren, wie je wilt zijn als internationale actor. Zoals Japan, opgelegd door de bezettende Verenigde Staten, we werden verplicht om slechts een klein verdedigingsleger te hebben.

En dan wordt ook de spraakregeling zo dat je geen echt leger hebt. Voor Israël, bizar genoeg, was dat ook zo. Ze heetten nog altijd de Israeli Defense Forces.

En ze zeggen, nee, maar wij hebben geen leger. Wij hebben de Defense Forces, de IDF. Het wordt dan meestal ook afgekort. En dat heeft natuurlijk een oorsprong in de jaren 40, 50, toen er eigenlijk de...

De nieuwe elite van Israël zichzelf wil proberen. Ja, maar wij zijn geen staat zoals een ander. Wij hebben alleen maar een defense force. En dus de keuze van woorden constitueert een identiteit, of poogt dat tenminste te doen.

Daar is die aandacht gekregen. Oké. Maar, en dat is bizar, Wendt haalt serieus wat rhetorisch geweld uit de kast om zich heel hard af te zetten tegen Wals, maar we zitten evenzeer een systeemtheorie te maken.

Ego en alter constitueren zich dus niet vanuit zichzelf, maar in interactie. Ze zijn dus relationeel. En dan krijg je een heel belangrijk effect door dit mechanisme.

Namelijk, je krijgt spiegeleffecten van socialisering. Ik begin gewoon aan de lijst van voorbeeldjes die ik hier heb opgeleist, om u die intuïtie bij te brengen. Wat wordt er bedoeld hier met socialisering?

Ook Waltz gebruikt in zijn tekst van twee weken geleden daar het woordje socialisation. Hoe staten zichzelf beginnen vorm te geven en trachten alle functies in zich te verenigen en elkaar beginnen te imiteren, na te apen. De ene heeft de cybersecurity defense forces en vandaag staat het weer in de Financial Times.

We moeten daar meer in investeren, omdat een andere ook bezig is. emulation. Dus het is niet omdat je de voorkeur hebt van het zou een goed idee zijn van de cybersecurity. Je beslist dat niet autonoom, geïsoleerd. Het is onder de anderen dat het doet, dat je het ook begint te doen. Maar in constructivisme is dat veel radicaler.

Daar conceptualiseert je dat als ze beginnen op elkaar te lijken in allerlei vormen, niet gewoon in hun functies gelijk dat dat bij Wals is. Het meest eclatante voorbeeld is het ontstaan van een redelijk totalitaire en militaristische staat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nazi-Duitsland begint arbitrair Londen en Coventry te bombarderen.

om het British Empire al te verzwakken en om ze dan later te kunnen aanvallen. En op dat moment is er nog persvrijheid, is er nog een functionerend parlement, is er nog een civiele maatschappij, is er geen censuur. Maar in de loop van 40, 41, 42 begint Groot-Brittannië. Een heel staatsapparaat van Groot-Brittannië zodanig te lijken op een dictatuur dat het scary wordt. Ze beginnen het niet alleen uit, schaffen ze de persvrijheid af.

Churchill introduceert de censuur. De BBC wordt een propagandamachine, juist zoals de radio en televisie. Of ja, televisie was het nog niet.

De nazi's gebruikten als propagandamiddel de vrijdagavondcinema-voortellingen in die kleine cinemazaaltjes. Waar het nazi-Duitsland het allereerste land ter wereld van was, die dat hadden. Omdat ze zeiden dat dat de manier is om de bevolking echt helemaal op één kennislijn te brengen.

We gaan de mensen zodanig bombarderen. Met deze visie van de werkelijkheid, de propagandaversie, dat ze elke vrijdagavond zoiets leuks kunnen gaan doen als ze naar de cinema gaan. Je moet dat maar eens op YouTube zoeken, dat zijn te gekke filmpjes. Die zijn nu heel vrij beschikbaar.

Met zo'n martialische muziek wordt er een... Die Duitse troepen hebben... Dan zou je al moreel verontwaardigd zijn.

Maar de BBC was op een gegeven moment helemaal niet zo veel verschillend meer daarvan. In 1942, 1943. De toespraken van Churchill zijn daar berucht en beroemd voor natuurlijk. En ook in hun handelingen beginnen ze hard op elkaar te lijken natuurlijk. Dus de Duitse... De troepen zijn begonnen met die stedenbombardementen, burgerterreur aan te richten.

Coventry, Londen, de raids, de blitz enzovoort. En dan heeft het British Empire samen met de Amerikanen heel de carpetbombingcampagne uitgevonden. Ze hebben gezegd, we gaan de sociale steun aan dat dictatoriale regime ondermijnen.

door gewoon hun steden plat te leggen. Allemaal. En dat is ook gelukt, 80% van de historische steden van Duitsland zijn gewoon in brand gezet, platgelegd, uitgemoord. En dus die verschrikkelijke interactie, het is een interactie dat de identiteit van die staten getransformeerd geraakt.

Ze worden perverse militaire moordmachines. Of ze nu democratisch zijn of niet. Dat is de verstrekkende gevolgtrekking uit een dergelijke socialiseringstheorie.

Dat het er niet toe doet wie je bent, maar dat je dit wordt in interactie met anderen en dat je daardoor meer op anderen begint te lijken. Net zoals je nu in de geweldspiraal in het Midden-Oosten ziet hoe de Israëlische staat helemaal afglijdt naar... Een oppressie en militaristisch apparaat.

In reactie op het militarisme van Hezbollah en Hamas. En dat ze daardoor dan strange bedfellows worden. Dat is een term uit de vergelijkende politieke wetenschappen. Maar strange bedfellows zijn eigenlijk schijnbaar tegengestelden in een politieke interactie.

Maar dat worden objectieve bondgenoten. Hamaas heeft Netanyahu nodig en Netanyahu heeft vooral Hezbollah en Hamaas nodig om een vijand te hebben om zelf aan de macht te blijven. En dan wordt dat effect van die anarchie niet voorgegeven, maar is het resultaat van hun interactie in een escalerend sociaal proces dat hun identiteit totaal aan het... perverteren is.

En zelfs de linkerzijde, Jeanne gaf daar dan later op de receptie voor degenen die erbij stonden, nog een paar commentaren over. De civiele maatschappij, zoals dat dan in een mooi woord heet, in Israël, daar valt ook niet meer goed mee te praten. Zij kregen als minister van ontwikkelingssamenwerking die trachten een beetje in het domein van de minister van Buitenlandse Zaken in te regeren, Labib.

Emer, met Boucher als stiefvader boven haar hoofd. Zij kreeg op haar dak, zelfs van de traditioneel linkervredesbeweging, linkerzijde van het Israëlische politieke spectrum, de NGO's, de vredesactivisten in Israël, zelfs zij begonnen haar te bestoken met ja maar, mevrouw, wat zeg je daar? Mocht Israël niet aanvallen, dat mag niet.

En dus die transformatie van identiteiten in internationale interactie is hetgeen dat er wordt bedoeld met socialisering. En je krijgt een spiegeleffect, namelijk je krijgt een weerkaatsing van de militaristische identiteit van de ander en ego wordt. Ook zo.

Een gelijkaardig effect kun je ook identificeren bij McCarthyism. Dus je had Stalin in Rusland, die in de jaren 30 en 40 enorme zuiveringscampagnes doorvoerde. Om te zeggen, misschien ben je wel een proto-kapitalist. En het zou wel eens kunnen dat eigenlijk het Rode Leger...

wordt ondermijnd door mensen die niet echt overtuigd zijn van de communistische zaak. Stalin heeft vijfduizend generaals van het Rode Leger laten executeren. Wat is er gebeurd in de Verenigde Staten?

Eenzelfde repressiebeweging is ontstaan onder leiding van McCarthy, die in het congres ook schijnprocessen begon te voeren. Door ze veertig minuten lang publiekelijk allerlei suggestieve vragen te stellen, uiteindelijk wel iets zeggen van, ja, ik heb eigenlijk wel een beetje sympathie voor sociale bewegingen. En hup, ja, die gaan we niet benoemen tot CIA-director, die gaan we niet benoemen in de administratie, die mag geen positie bekleden in State Department, die mag geen diplomaat worden in Berlijn, enzovoort. Uitrangeringsprocessen.

onder druk van het McCarthy-ism. En dat dat daar zorgde voor een... Paranoia in Washington natuurlijk. Je moest dan je gedrag gaan aanpassen om vooral niet in het vizier van McCarthy te komen. Ook daar, dat kun je ook verklaren als een socialiseringsproces.

Omdat een ander het doet, begin je ook zuiveringsacties door te voeren. Heel gelijkaardige verschuivingen van die identiteiten heb je gezien in de verschuiving van het woordgebruik, maar ook de acties in de zogenaamde war on terror. Toen dat woordje geïntroduceerd werd, was dat nog heel chockerend.

Want dat is een contradictio in terminis, of dat was een contradictio in terminis. Een oorlog is... Militaire handelingen tussen staten. En het woordje oorlog was zowel in het dagelijks woordgebruik in de diplomatie als in de juridische betekenis van het woord altijd een zaak van staat tegen staat. Voor niet-statelijke groeperingen werd het woordje terrorisme gebruikt.

Of bevrijdingsbewegingen. Maar nooit het woord oorlog. En als het woordje war...

of oorlog al viel, dan was het in combinatie met burgeroorlog. Civil war. Wat de Bush-regering gedaan heeft na de aanslagen van Bin Laden op de Twin Towers, was zeggen, nu hebben wij het recht, recht in de dubbele betekenis van het woord, internationaal recht, juridisch, en...

het recht in de gewone betekenis van dat woord, vermogen, om een oorlog tegen niet-statelijke actoren te voeren. We gaan de taliban uitroken, we gaan dan ook een andere staat aanvallen, namelijk Irak. In 2003 hebben ze dat dan gedaan, twee jaar later. En ze noemden dat een war on terror. Maar dat was een perversie, dat was een transformatie van de...

van het woordgebruik. En ook, het zorgde ervoor dat staten zich dan juridisch en qua gewoonterecht het recht toe-eigenden om juist op dezelfde manier te werk te gaan als terroristen. Namelijk, vogelvrij verklaard en gemocht te vermoorden.

Net zoals 3000 mensen waren vermoord door twee vliegtuigen op de Twin Towers te laten vliegen, werden dan gewoon op bevel van de president, door de president Bush, door president Obama, werden executiebevelen zonder proces ondertekend. De drone killings in Pakistan... En Afghanistan zijn exact dat.

Namelijk dat je een transgressie krijgt en eigenlijk een imitatie van het gedrag van terroristen. Namelijk dat je gewoon vijanden gewoon zo uit de lucht anoniem doodschiet. Net zoals nu ook het Israëlse leger gewoon. Palestijnen zonder enige vorm van gevangenneming, zonder enige vorm van... proces vermoord.

En dus een spiegeleffect van het gedrag. Omdat de ander zich zo gedraagt, begint u zelf ook zo te gedragen. Dat is eigenlijk de essentie van dat woordje socialisering in een constructivistische betekenis van dat woord.

Dus heel de literatuur die dan is succesvol geworden, dat was eigenlijk op instigatie vooral van mensen in Kopenhagen, onder andere aan Alejander. Stefano Guzzini en een paar anderen, die hebben dan het woordje securitization, Boussan, Barry Boussan, die hebben het woordje securitization geïntroduceerd, waarmee ze bedoelden dat het proces van alles te beginnen bekijken in termen van security, veiligheid. Ja, ik zag daar een vraag. Nee, het verschil zit erin dat het woordje oorlog werd beperkt tot...

Het recht hebben van het vermoorden van soldaten, maar niet van burgers. Of dat je ze nu terroristen noemt of niet. Want het is juist die transgressie die er dan ook heeft voor zorg dat Poetin dat geweldig vond.

Die heeft Schroeder en Bush opgebeld. Die zei, oh, terroristen jagen, we vinden dat een supergoed idee. Want dan kan ik in Tsjechenië en andere deelrepublieken dan wel nog te annexeren gebieden. Ook gewoon burgers afschieten. Want dan noem ik ze terroristen en ik ben in orde.

Het is die analytische scheidingslijn tussen een leger dat het recht heeft onder bepaalde voorwaarden om andere legertoebehorenden te vermoorden. Dat wordt geperverteerd door u als staat te beginnen gedragen als niet-statelijke gewapende milities. En die verschuiving is nu helemaal normaal geworden. De war on terror, nu vinden we dat zelfs blijkbaar normaal. Dat woordje, de war on terror, dat is wat staten doen.

No! Dat is ooit wel een keer ontstaan. Daar is een proces van socialisering aan vooraf gegaan. Dan moest geconstrueerd worden die realiteit, dat wij dat nu als realiteit bekijken.

Nu is het verdingelijkt. Nu is het gereïnficeerd. Je vindt het zelfs in diplomatieke depesjes.

We zijn bezig met de war on terror. Grenzen en constituties zijn natuurlijk hetzelfde. Je kunt nooit een grens maken alleen. Eerst de grens, dan moet je het herkennen als grens. En als je het niet herkent, dan nog is het een grens.

Als er gevochten wordt over een grens, en twee actoren zijn aan het vechten over een grens, dan hebben ze die grens gemaakt, want ze zijn erover bezig. in interactie. Dat is het paradoxale aan dergelijke co-constituties.

Er zijn dus nog van die... Ik pas nu die constructuïstische benadering toe op een heel aantal woorden die spraakregelingen zijn. Speech acts.

Die performatief zijn, die feiten creëren. Het feit dat Israël nu al sinds het begin van deze oorlog, maar ook daarvoor deden ze dat, telkens spreekt over de meest precieze oorlog die er ooit is geweest. Want we gebruiken daar AI voor.

En daar zijn heel heldere criteria. Menselijke fouten zijn zelfs uitgesloten. Want wij hebben dat zo geprogrammeerd dat diegenen die mogen vermoord worden, omdat ze verdacht zijn van terrorisme, dat die ook vermoord zullen worden.

Dat is toch goed? Dat is een precisieactie. Dat je dan met precisiekillings aan 42.000 slachtoffers komt, is natuurlijk de paradox van heel de zaak.

En in Beirut en in Zuid-Libanon. En de Westbank is natuurlijk van dezelfde soort. Dat wordt telkens gelitimeerd. Nee, het is conform aan datgene wat verwacht wordt als zijnde toegelaten. Beperkte interventie, targeted attacks, precisiebombardementen, self-defense.

Dat is de spraakregeling die wordt gebruikt om te beschrijven wat er gebeurt. Dat zijn speech acts. Het zijn geen onschuldige woordkeuzes. Ook gelijkaardig, en dan ga je natuurlijk terug in de geschiedenis, dan gaat het over legitimering van huidige beleidsbeslissingen en groepen.

Het feit dat in een zodanig totaal vastgevaren, vastgereden en escalerend conflict... ...de zichtwijze op de eigen geschiedenis......diametraal tegenover elkaar staat......is deel van het probleem natuurlijk. En het is dus ook een taalprobleem.

Als de Palestijnen spreken over de Nakba......dan spreken de Israëli's over dat fenomeen......wat er toen is gebeurd als de Onafhankelijkheidsoorlog. En dat gaat over hetzelfde. Hetzelfde in de zin van dezelfde tijdsperiode......en dezelfde... Schermutselingen, verdrijvingen, oorlogsdaden.

En hetzelfde is natuurlijk een probleem bij de analyse van dreiging. Herinner je je, zet je even weer terug in hoe het woordje dreiging wordt geconceptualiseerd in een structureel realistische, in een waltzien versie. Dan gaat dat over, heb je capabilities, hoeveel raketten heb je en kun je...

Weet de ander dat je daarmee zou kunnen vernietiging zaaien? In een constructivistische benadering gaat het eerder over welke speech acts zijn de actoren aan het doen om daarmee te dreigen. Poetin, sinds het begin van de Oekraïneoorlog. Laat zijn minister van Buitenlandse Zaken of iemand anders, of een generaal, of hij zelf, zegt ja maar, we zullen ze gebruiken als jullie dit en dat doen. We zullen dan tactische, een feminismen van geweld is natuurlijk voor verschrikkelijke vernietigingswapens, we zullen ze gebruiken als jullie lange afstandsraketten aan Oekraïne leveren en die diep tot in Rusland laten gaan.

Dan zullen wij ons nucleaar... een nucleair arsenaal gebruiken. Dat is een dreiging.

Hij heeft niks gedaan. Hij heeft daar gestaan voor de pers en iets gezegd. That's it.

Maar dat heeft effecten, dat heeft belang. Oké, dan een aantal begrippen die Wendt introduceert. Hij introduceert een nieuw woordje. Hij zegt dat het over predation gaat.

Predatie. Ik kan dat niet echt vertalen. Zo'n typisch jargolmesk woord dat dan in het Engels wordt uitgevonden om een nieuwe soort redenering te kunnen creëren.

Daarom heb ik het hier ook gewoon in het Nederlands letterlijk vertaald. Predatie. Wat hij bedoelt is agressief gedrag naar aanleiding van machtsmaximalisering. En dus dat is maar een vorm van... gedrag.

Herinner u dat het bij het klassiek realisme, Mearsheimer, en bij Waltz, structureel realisme, verbannen is naar de aannames. Ofwel nemen we aan dat de Staten eigenlijk positionerende actoren zijn die zichzelf willen in stand houden, survival, Waltz. Ofwel nemen we aan dat ze er eigenlijk altijd op uit zijn van meer macht te verwerven. machtsmaximalisatie van het offensieve realisme van Meersheimer. Maar dat zit in de aannames.

Omdat Wendt de zaak helemaal op zijn hoofd zet, wordt dat hier een uitkomst. Een mogelijke uitkomst. Sommige staten komen er in hun interactie toe om aan predation, machtsmaximalisatie, te gaan doen. En dus anarchie...

En predatie zijn dan de permissieve oorzaak voor zelfhelpsystemen. Het zelfhelpsysteem zit niet aan de kant van de aannames, maar aan de kant van de uitkomsten. En dan geeft hij een aantal redeneringen over noodzakelijke en voldoende voorwaarden. En dat is gelijkaardig met wat Waltz permissieve en efficient causes of war noemt. Permissive is datgene wat sowieso moet vervuld zijn, maar geen echte oorzaak is in de letterlijke zin van dat woord.

En efficient is datgene wat er altijd wel moet zijn om effectief een resultaat te krijgen. Dat zijn terminologische clarificaties die je als achtergrond moet hebben om de tekst te kunnen verstaan. Dat wil zeggen dat hij heel veel dingen verschuift naar de afhankelijke variabelen.

Dus soevereiniteit, een woordje dat we gebruiken voor een vorm van zelfhelp. Wederzijdse erkenning van staten. Ik zeg dat jij in staat staat, dus word jij in staat. Niet omdat jij zegt dat jij in staat bent, ben je in staat.

Maar het is omdat anderen zeggen dat jij in staat bent, dat er erkenning komt. Veiligheid, samenwerking. En die worden dus bekeken als resultanten van die interactie en die gebruiken. En dat noemen ze dan in deze traditie practice.

De praktijk van. Nu, daardoor zit dat natuurlijk heel centraal in de... sociale wetenschappen ingebed in de zogenaamde agency structure debatten.

Staten construeren, creëren hun interactievormen. En dat wil dus zeggen dat verantwoordelijkheid toewijsbaar wordt. In structureel realisme en ook in de regimeteorie, in die speeltheoretische abstracties.

is er eigenlijk nooit iemand verantwoordelijk. De anarchie heeft ervoor gezorgd dat ik niet anders kan dan mij zo en zo te gedragen. En je krijgt eigenlijk een soort amorele verontschuldiging. Een deculpabilisering.

Dat is een lelijk of ingewikkeld woord gezegd. Een ontschuldiging. In een structurele theorie die niet constructivistisch is.

Is de individuele verantwoordelijkheid eigenlijk zo goed als onbestaande? Ah nee, want de echte finale oorzaken zitten op het niveau van de structuur en niet op het niveau van de actoren zelf. En dat wil dus zeggen dat accountability, de verantwoordingsacties van actoren, als je met deze lens kijkt, wel degelijk mogelijk is.

Juist zoals ook Jeunet gisteren heeft gedaan, zij sprak over verantwoordelijkheid, moreel appel. Wie doet hier wat? Waarom doe je het? Waarom spreek je dingen uit als zijnde laakbaar? Er is dus geen mogelijkheid om te zeggen dat dat aan de structuur van het internationale systeem ligt, daar kun je niks aan doen.

Nu, een van de grote kritieken op die abstracte teksten zoals die van Wendt is, de meesten zijn het er wel over eens, dat is wel een indrukwekkende tekst, maar so what? Wat gaan we daar nu mee doen? Hoe moet ik dat nu toepassen? Wat ga ik daar nu in het dagelijks leven mee aanvangen? Er is niets zo praktisch als een goede theorie, heet de quip niet.

En dat is natuurlijk belangrijk. En er is een grote kritiek op... Die Wendt-Siaanse abstracte theorievorming in het constructivisme van de internationale betrekkingen was van, ja maar meneer Wendt, kunnen we dat nu wel toepassen wat je daar zit in elkaar te knutselen?

En Wendt was en is daar eigenlijk, eerlijk gezegd, niet bijzonder in geïnteresseerd. Om een lang verhaal kort te maken, eigenlijk, he doesn't care. En toch zijn er dan veel constructivisten die hebben gedacht, nee, maar wacht, ik wil dat ook praktisch toepasbaar maken.

En ik denk, Annalie Ander is daar een van de meest opvallende en eminente voorbeelden van. Je hebt er nog natuurlijk, Goedzini, Thomas Risse, Schekkel enzovoort, ik ga ze niet goed opnoemen, dat heeft geen zin, we zijn geen encyclopediecursus. Maar ik heb die tekst uitgekozen om u te tonen. Dat is wel degelijk, als je het goed toepast en als je die radicaliteit van die keuzes van Wendt transformeert in een eigen, heel concrete empirische onderzoeksagenda, dan krijg je totaal andere soort conclusies die heel kennisgenererend zijn. En daarom denk ik dat je er goed aan doet van de logica en de manier van werken die Anna hier aan de dag legt, een keer goed voor ogen te voeren.

De vraag bij privé-milities, ik ben nu even de naam kwijt, de Wagner-groep natuurlijk, de Wagner-groep van een Russische militie die eigenlijk een soort huurlingenleger zijn. Maar ook, nu moet ik weer in mijn geheugen graven... Die privé-firma's die in Irak eigenlijk het vuile werk opknapten voor het Pentagon. Dat waren niet de Amerikaanse soldaten zelf, maar privémilities die betaald werden door het Pentagon om het vuile werk op te knappen. Maar ook om maaltijden te bezorgen aan de soldaten.

Dus dat is een redelijk diverse groep die onder dat labeltje vaart privémilities. En dan Leander. ...heeft daar onderzoek over gedaan en met de vraag in... In het hoofd natuurlijk, zijn die milities reduceerbaar tot slechts verlengstukken van de staat? Want dan hebben we geen theorie over die privé-milities nodig.

Dan spreekt het gewoon, ja maar ja, eigenlijk is dat gewoon een verlengde van het leger. Dus is dat eigenlijk hetzelfde, dat is de staat. Zegt nee, het is andersom. Ze draait de zaak op zijn hoofd. Want, toont ze aan, die epistemische macht van wie spreekt, wie heeft recht van spreken in veiligheidszaken, de staat heeft dat niet meer in handen.

Ook in het Westen niet. Privé-militie is geen probleem van Liberia, burgeroorlogen, Congo, Rwanda. Nee, het is een wereldprobleem. dat vooral zelfs in de grote westerse militaire staten een autonomie heeft gekregen, een agency, zie je de woorden terugkomen die uitwend komen, die de staat ondergeschikt aan het maken zijn.

En ze toont aan dat zij dingen op de agenda kunnen zetten. Dus niet degene die formeel aanzet is in een parlement, in een ministerie van Defensie, zet iets op de agenda. Maar die privé-milities beginnen de agenda te bepalen van staten. Privé-intelligence-firma's krijgen het voor het zeggen, krijgen autoriteit. En die zelfpercepties van wie zij zijn.

Wij zorgen voor veiligheid. Wij zijn security en intelligence-firma's. Die zelfperceptie bepaalt dan hun rol en ook hun belangen.

En dus wat zij doet, is in de loop van haar tekst aantonen dat eigenlijk... Je krijgt een omdraaiing van wat je zou zien als je een staatgecentreerde agency toewijzing bedrijft. Namelijk de staart begint met de hond te kwispelen in plaats van de hond met de staart.

En je krijgt een remilitarisering van de veiligheid. Nu, wat er indrukwekkend is, in mijn ogen toch, aan dit soort toepassing van een wensiaanse omkering van de causaliteit. is dat zij dat combineert met veldwerk.

Dus Anne Leander is met al die privémilities, die moordmachines, gaan praten. Zij kent die mensen. Zij weet wie die zijn.

Zij heeft over alter en ego gesproken met die mensen. En ze heeft hen gevraagd, wanneer hebben jullie wat waar op de agenda gekregen? Niet gewoon uit de krant of uit verslagen van Human Rights Watch gekeken van welke moordpartijen hebben ze gedaan. Nee, zij kent die. Dus je kunt een heel empirische onderzoeksagenda laten sturen door een wensjaanse constructivistische benadering.

En tenslotte, wat een heel belangrijke zaak is, zeker zoals zij het doet, want zij... betrekt er ook Foucault bij. Ze steunt heel sterk op Foucault, minder zelfs dan op Wendt.

Maar daar heb ik bewust vermeden om daar nu een groot punt van te maken. Omdat Foucault echt wel best wat tijd vraagt dat je daarmee vertrouwd bent. Maar een van de... Belangrijke aandachtspunten als je op een Foucault-manier aan machtsanalyse doet, is heel bewust constant ook te trachten in kaart te brengen waar blinde vlekken zitten, waar stilte heerst, waardoor de autoriteit van andere actoren, andere mensen, betroffenen...

niet eens kunnen spreken. Of omdat ze dood zijn, of omdat ze zodanig de mond gesnoerd zijn. En die aandacht voor stilte, in het Engels heet dat dan silencing, is een heel belangrijk kenmerk voor dit soort discoursanalysen.

Je kijkt niet alleen naar wie spreekt, je kijkt ook naar wie zwijgt. Wie is het zwijgen opgelegd? Wie kan niet anders dan zwijgen? En dat...

Is hetgeen dat de constructuïstische benadering zo sterk maakt, omdat je dus niet enkel kijkt naar zichtbare fenomenen. Je zit niet te kijken van wat vind ik in de internationale vertragen, wat vind ik in de internationale diplomatieke diplesjes, wat vind ik in de statements van de actoren die actief zijn. Nee, je kijkt ook theoretisch geïnformeerd naar diegenen die niet meer spreken. En natuurlijk is dat... Dat soort sensitiviteit, niet zozeer een heel gestructureerde methode of een theorie, maar, ja, exact hoe ik het heb genoemd, een sensitiviteit, een gevoeligheid voor wanneer hebben we het over iets waar we geen bronnen zullen over vinden.

En dat is heel paradoxaal, want je leert, je zit waarschijnlijk bij Koen Vroest, de standaard... toelichtingen krijgen van hoe je bronnen moet goed gereflecteerd, mooi geselecteerd, goed gebruiken. Maar er is dus ook zoiets als de afwezigheid van bronnen.

Die 42.000 doden in Gaza gaan nooit meer spreken. En die horen ook in een discoursanalyse. aanwezig te zijn. Dat gaat over gevoeligheid meer dan over strikt wat wij in het dagelijks woordgebruik dan strikt wetenschappelijke methode noemen. Ik hoop dat je op die manier in de loop van de volgende weken het artikel van Anne Leander zult herlezen dat je daar meer zult uithalen hoe zoiets kan werken in empirisch onderzoek.

Hiermee sluiten we af. Het gaat dus over een relatief late doorbraak van reflectiviteit en tekstkritiek in mainstream internationale betrekkingen, met aandacht voor hoe discours en interactie... te werk gaan, wat voor effecten die hebben.

Dus discours wordt geconceptualiseerd als spreken en zwijgen. Dat is heel belangrijk. Vooral dus die Foucault-traditie binnen die branche van het constructivisme.

En interactie gaat dus over daden. Daden worden dus heel breed geïnterpreteerd, namelijk performative speech act en acties. Het inzetten van een hulpconvoy, dat zijn acties.

Als daar mensen dingen aan het doen zijn, dat is niet noodzakelijk en alleen maar spreken. Wat we gisteren hebben gezien, was internationale politiek beperkt tot het spreken. Maar daar hangen ook acties bij. En dus het woordje daden wordt in de constructivistische literatuur in die dubbele betekenis gebruikt.

Als wij spreken, stellen wij daden. Ze nemen die meer serieus dan... Bij waltzen is dat onbelangrijk. Wat daar staat te beweren en wat daar allemaal uitkramen, je moet daar niet naar kijken. Je zit je tijd te verliezen om te lezen.

Daar moet je niet naar kijken. Dat is een methodologische keuze. En als die dus kennis construeren, creëren, dan hebben we het over epistemologie, namelijk dat wat wij kennen. En sociale feiten worden dus geconstrueerd. En ook door die interactie altijd maar opnieuw te herhalen, worden bepaalde dingen gereïnviseerd.

De war on terror is het voorbeeld waar ik dat helemaal op heb toegepast. Maar er zijn dus heel veel dingen waar we dan op den duur beginnen van denken. Want ja, dat is eigenlijk een ding.

Dat kennen we, we weten wat dat is. Zoveel dat dat eigenlijk helemaal niet evident is. dat het zover is gekomen, dat we dat als een vaststaand feit zijn beginnen beschouwen. Wat er ook veel wordt gebruikt, en ik zelf heb daar een beetje een conflictrelatie mee, ze gebruiken heel graag het woordje ontologisch. Ik doe daar nu een beetje spottend over. Als je aan Jorg Kustermans zou vragen om daar een keer een toelichting over te geven, die zou daar helemaal niet spottend over zijn.

Dus daar zijn verschillende attitudes tegenover mogelijk. Je kunt dat op verschillende manieren recipieren als lezer en als onderzoeker, als student, als masterproefschrijver, als lezer. En wat ze daarmee bedoelen is, er is zoiets als een soort onderlaag van datgene wat... De werkelijkheid is...

die zodanig constituerend is voor de actoren dat het de werkelijkheid wordt. Dat bedoelen ze met het woordje ontologie. En ontologie is dus, als ze dan spreken over een ontologisch onveiligheidsgevoel, dan gaat het over een existentiële, ze bedoelen daarmee dan een existentieel onveiligheidsgevoel, dat door niets... te transformeren of weg te babbelen is, of weg te krijgen. Dat woordje ontologisch heeft zwaar gewicht.

Ik vind dat het veel misbruikt wordt in deze literatuur. Dat het te veel wordt gebruikt. Maar ik wijs u daar gewoon op dat je dan wel even moet kijken wat bedoelen ze hier eigenlijk als ze het hebben over ontological security.

Wat bedoelen ze dan? En dan begin je te kijken in de context van wanneer... Wanneer gebruikt deze auteur dat woord waar in de tekst? En wat is dan niet-ontologische security, moet je je dan afvragen, want anders heeft dat geen zin. Dus ja, het is een veelgebruikt woord en de kortste parafrasen van wat daarmee wordt bedoeld, is wat ik hier op de slide heb gezet, dat wat wij als echt beschouwen, wordt ontologisch genoemd.

in deze traditie. En de staat is dan natuurlijk het parade voorbeeldje van. We beschouwen de staat als iets dat bestaat. Een kenmerk, zeker ook weer in het begin van de constructivistische beweging in de IB, was dat normen en verandering veelal inherent als goed werden beschouwd. Dat is nu helemaal gedaan.

Dat is wel een kenmerk van de constructivistische teksten uit de jaren 90 dat er werd gezegd ja we gaan we gaan een keer kijken naar de invloed van human rights norms op het gedrag van staten. Het ging dus meestal over normen die wij als normatief wenselijk na te streven inherent goed beschouwen. Multilateralisme, economische ontwikkeling, globalisering in de zin van toegang tot onderwijs, gezondheidszorg, mobiliteit, vrije tijd. Inherent goede ontwikkelingen.

Terwijl er dan later, en natuurlijk is Annalie Anders tekst daar een van de eminente exponenten van, Later ging het over, ja, maar er zijn dus ook epistemische gemeenschappen, de constitutie van alter en ego, die gaan over de creatie van terroirnetwerken, privémilities, heel de institutie, de normen en waarden die in een jihad-identiteitscreatie voor gemeenschappen telt, veel gemeenschappen in het Midden-Oosten. Zijn djihad gestuurde normconstituties van gemeenschappen, waar persoonlijke opoffering in het belang van een hoger goed een norm zijn? De privé-militie, ze hebben het al vermeld.

En dan natuurlijk ook de verschuiving naar de aandacht voor, is Europa nu een civiliserende... dan wel een neocolonialistische machtsfactor in de wereldpolitiek. Dat thema is nu heel dominant geworden binnen de constructivistische stroming.

Ten slotte, je gaat in de literatuur ook vinden dat mensen zich... Op conferenties is dat nog extremer, maar in de teksten vind je dat soms ook, dat auteurs zich helemaal vastzetten in... Ik ben een constructivist, dus ik ben tegen alle andere schooltjes binnen de discipline.

Dat is eigenlijk een heel storende houding. Een benadering, een theorie, kiest je in functie van je onderzoeksvraag. En daarmee is de kous af. Als je geïnteresseerd bent in de interne coherentie van een bepaald discours.

Zoals we ten dele hebben gedaan vandaag met het discours van Gené gisteren. Dan is dat uw onderzoeksvraag en dan is het constructivisme een heel legitieme, juiste keuze om die vraag te beantwoorden. Terwijl als je je afvraagt hoe strategische interactie tot een escalatie van een conflict heeft gevoerd, dat je misschien een andere theorie uit de kast kunt halen. En dus die re-i-fi-ca-tie, om het woordje hier ook nog een keer te gebruiken, van ik ben een constructivist, en oei, de bjijver is een institutionalist.

En iemand anders is een realist? Eigenlijk is dat totaal naast de kwestie. Dan is dat een beetje flauwekul.

Een beetje pauwachtig show-off gedrag en van wetenschappelijk weinig belang. Voilà, hier zijn we aangeland bij het einde van vandaag. Voor volgende week lees je alstublieft twee mooie teksten. Ik ben daar een grote fan van, zeker van Kelemen en Vogel, dat is een gemakkelijke. Die leest vlot, lees hem goed.

De tweede tekst is uitdagend, maar absoluut de moeite waard. Fearon is een van die teksten waar collega's op conferenties tegen elkaar zeggen ik heb hem deze keer voor de zevende keer gelezen, ik heb nog dingen ontdekt en ik vind hem ondertussen behoorlijk geniaal. Dus dat is een heel rijke tekst. Zit er niet mee in, alstublieft, dat je de eerste keer misschien een derde ervan mee hebt. Dat is oké, dat is prima, dat is al meer dan genoeg.

Dus hou u niet in, lees er fors door en we zullen hem dan wel bespreken.