Lymfoïde Organen

Inleiding

• Lymfoïde organen bieden immuniteit voor het lichaam.
• Onderverdeeld in primaire en secundaire lymfoïde organen.

Primaire Lymfoïde Organen

• Beenmerg en Thymus
  • Productie van immuuncellen: T-lymfocyten en B-lymfocyten.
  • B-lymfocyten rijpen in het beenmerg.
  • T-lymfocyten migreren naar de thymus voor rijping.

Secundaire Lymfoïde Organen

• Organen: Milt, amandelen, lymfeklieren, MALT (mucosa-geassocieerd lymfoïde weefsel), appendix, en Peyer's patches van de dunne darm.
• Na rijping in primaire organen, verplaatsen lymfocyten zich naar secundaire organen.
• Activatie door antigenen en bestrijding van ziekteverwekkers.

Anatomie van Lymfeklieren

• Vorm en Grootte: Nierachtige vorm, 1-2 cm groot.
• Structuur:
  • Concave hilus en convexe oppervlakte.
  • Meerdere afferente lymfevaten komen binnen aan de convexe zijde.
  • Lymfe verlaat de klier via één of twee efferente lymfevaten bij de hilus.

Bloedtoevoer

• Arteriële toevoer via de hilus.
• Binnen in de klier worden arteriën capillairen, die uitmonden in venulen en vervolgens in een ader.
• Hoge endotheliale venulen (HEV):
  • Locatie voor trans-endotheliale migratie van circulerende lymfocyten in de klier.
  • Aanwezig in alle secundaire lymfoïde organen, behalve de milt.

Structuur van Lymfeklier

• Onderdelen: Capsule, subcapsulaire sinus, buitenste cortex, en binnenste medulla.
• Capsule: Dicht bindweefsel en collageenvezels.
• Subcapsulaire sinus:
  • Ruimte tussen capsule en cortex.
  • Ontvangt lymfe van afferente vaten.
  • Lymfe stroomt naar medullaire sinussen in medulla.

Cortex en Medulla

• Cortex:
  • Buitenste cortex met B-lymfocyten in follikels (B-cellaag).
  • Binnenste cortex of paracortex met T-lymfocyten (T-cellaag).
  • Blootstelling van B-cellen aan antigenen vormt een kiemcentrum.
  • Rustende B-cellen en dendritische cellen vormen een mantelzone.
• Medulla:
  • Bevat bloedvaten, medullaire sinussen, en medullaire strengen.
  • Medullaire strengen bevatten antistofafgevende plasmacellen, B-cellen en macrofagen.
  • Medullaire sinussen ontvangen lymfe en draineren het in efferente vaten.

Functie

• Filtreren van lymfe:
  • Verzameld uit weefsel en teruggebracht naar het circulatiesysteem.
  • B-cellen en T-cellen worden blootgesteld aan antigenen, speelt een rol in adaptieve immuniteit.

Conclusie

• Structuur en functie van lymfeklieren besproken.
• Deze kennis draagt bij aan het begrijpen van het immuunsysteem.