Wat zijn Signaalwoorden? (Uitleg + Voorbeelden)

Inleiding

• Signaalwoorden zijn woorden of woordgroepen die een verband aangeven tussen verschillende alinea's of zinnen.
• Ze helpen de lezer om verbanden zoals tegenstelling, chronologisch verband, of oorzaak-gevolg te herkennen.
• Ook wel bekend als verbindingswoorden of indicatoren.

Waarvoor dienen signaalwoorden?

• Ze verbeteren de begrijpelijkheid van een tekst door het aangeven van de tekststructuur.
• Zonder signaalwoorden kan een tekst chaotisch en moeilijk te volgen zijn.
• Ze geven aan in welke volgorde gebeurtenissen plaatsvinden (bv. eerst, daarna) of introduceren conclusies (bv. dus, concluderend).
• Overmatig gebruik kan de tekst echter verwarren en onnodig complex maken.

Verschillende soorten signaalwoorden

Tijd

• Signaalwoorden: voordat, vroeger, aanvankelijk, eerst, nadat, daarna, wanneer, intussen, tegelijkertijd, tijdens.
• Voorbeeld: "Vroeger hield ik niet van spruitjes, maar intussen ben ik er dol op."

Opsomming

• Signaalwoorden: en, ook, verder, ten eerste/ten tweede, daarnaast, bovendien, vervolgens, ten slotte.
• Voorbeeld: "Daarnaast houd ik ook veel van boerenkool en vissticks."

Tegenstelling

• Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks.
• Voorbeeld: "... maar zuurkool vind ik heel vies."

Overeenkomst, vergelijking

• Signaalwoorden: net zoals, hetzelfde als, evenals, evenzeer.
• Voorbeeld: "... evenals gekookte wortels, die lust ik ook niet."

Toelichting, voorbeeld

• Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, ter illustratie, dat wil zeggen, zoals.
• Voorbeeld: "Ik doe dan alleen leuke dingen, zoals afspreken met vrienden, gamen en boeken lezen."

Oorzaak, gevolg

• Signaalwoorden: want, doordat, daardoor, waardoor.
• Voorbeeld: "Soms geeft de docent op vrijdag huiswerk voor maandag, waardoor mijn weekendplannen in het water vallen."

Doel-middel

• Signaalwoorden: om te, opdat, door middel van.
• Voorbeeld: "Volgens mij doet hij dat gewoon met de bedoeling ons te pesten."

Reden, verklaring, argument

• Signaalwoorden: omdat, want, namelijk, daarom.
• Voorbeeld: "Om die reden is hij mijn minst favoriete docent."

Voorwaarde

• Signaalwoorden: als, indien, tenzij, mits.
• Voorbeeld: "Voor mijn opstel zal ik vast wel een voldoende halen, mits ik de signaalwoorden goed gebruik."

Samenvatting

• Signaalwoorden: samengevat, kortom, al met al.
• Voorbeeld: "... Al met al heb ik een druk weekend."

Conclusie

• Signaalwoorden: dus, concluderend, daardoor.
• Voorbeeld: "... dus de docent moet de deadline voor het opstel maar even uitstellen."