Overview
Dit overzicht behandelt de belangrijkste oorsprong, insertie, werking en bezenuwing van de spieren van het onderste lidmaat.
Spieren van de bilstreek (Gluteale regio)
- M. gluteus maximus: extensie, exorotatie, stabilisatie bekken; N. gluteus inferior.
- M. gluteus medius: abductie, stabilisatie bekken; N. gluteus superior.
- M. gluteus minimus: anteflexie, endorotatie; N. gluteus superior.
- M. piriformis: exorotatie, abductie dij; S1-S2, plexus lumbosacralis.
- M. quadratus femoris: exorotatie, stabilisatie heup; L5-S1.
- M. obturatorius internus/externus: exorotatie, stabilisatie heup; internus L5-S1, externus N. obturatorius L3-L4.
- Mm. gemelli: exorotatie; L5-S1.
Voorste dijspieren (heupbuigers & knie-extensoren)
- M. iliopsoas: anteflexie dij, lateroflexie romp; plexus lumbalis.
- M. sartorius: anteflexie, exorotatie, knie flexie; N. femoralis.
- M. quadriceps femoris (rectus, vasti): knie extensie, rectus ook heupflexie; N. femoralis.
Mediale dijspieren (adductoren)
- M. gracilis: adductie dij, flexie/enrotatie knie; N. obturatorius.
- M. pectineus: adductie, anteflexie dij; N. femoralis (evt. obturatorius).
- M. adductor brevis/longus/magnus: adductie, (ante)flexie, exorotatie; N. obturatorius, magnus deels N. ischiadicus.
Achterste dijspieren (hamstrings)
- M. semitendinosus/semimembranosus: retroflexie dij, knie flexie/enrotatie; N. tibialis.
- M. biceps femoris: retroflexie, knie flexie/exorotatie; caput longum: N. tibialis, breve: N. fibularis.
Spieren van het onderbeen: voorste compartiment
- M. tibialis anterior: dorsiflexie, inversie voet; N. fibularis profundus.
- M. extensor hallucis/digitorum longus: extensie teen/tenen, dorsiflexie voet; N. fibularis profundus.
- M. peroneus tertius: pronatie voet; N. fibularis profundus.
Spieren van het onderbeen: laterale compartiment
- M. peroneus longus/brevis: plantairflexie, eversie, voetgewelf steun; N. peroneus superficialis.
Spieren van het onderbeen: posterieure compartiment
- M. gastrocnemius/soleus/plantaris: plantairflexie voet, flexie knie (gastrocnemius); N. tibialis.
- M. popliteus: flexie, slotrotatie knie; N. tibialis.
- M. tibialis posterior: supinatie, voetgewelf steun; N. tibialis.
- M. flexor digitorum/hallucis longus: flexie tenen/grote teen, plantairflexie, voetgewelf steun; N. tibialis.
Spieren van de voet
- M. extensor digitorum/hallucis brevis: extensie tenen; N. peroneus profundus.
- M. abductor hallucis/digiti minimi: abductie grote/kleine teen, voetgewelf steun; N. plantaris medialis/lateralis.
- M. flexor digitorum/hallucis brevis: flexie tenen/grote teen, voetgewelf; N. plantaris medialis/lateralis.
- Mm. lumbricales/interossei/ quadratus plantae: flexie teenbasis, extensie tenen, abductie/adductie; N. plantaris medialis/lateralis.
- M. adductor hallucis: adductie grote teen en voetgewelf; N. plantaris medialis/lateralis.
Key Terms & Definitions
- Oorsprong (O) — beginplaats van de spier op het bot.
- Insertie (I) — aanhechtingsplaats van de spier op een ander bot.
- Werking (W) — belangrijkste beweging(en) veroorzaakt door de spier.
- Innervatie (Inn) — bezenuwende zenuw voor de spier.
Action Items / Next Steps
- Bestudeer de ligging, functie en innervatie van elke spier uit het overzicht.
- Maak een visuele samenvatting of spierkaart voor extra inzicht.