💡

Elektriciteit en schakelingen

Jun 23, 2025

Overview

In deze les worden belangrijke onderwerpen uit hoofdstuk 5 besproken, zoals serieschakelingen, parallelschakelingen, de wet van Ohm en toepassingen met elektrische apparaten.

Serieschakelingen en Parallelschakelingen

  • In serieschakeling staan componenten als een keten achter elkaar; spanning tel je op.
  • Bij parallelschakeling staan componenten naast elkaar; alleen de hoogste spanning telt.
  • In een serie van drie 12V batterijen is de totale spanning 36V.
  • Bij parallel geschakelde batterijen telt de hoogste spanning; andere batterijen verlengen alleen de gebruiksduur.

Oefenvragen over Lampjes en Schakelaars

  • Als een schakelaar in serie open is, gaat de stroomkring stuk en gaan de lampjes uit.
  • Openen van schakelaar B zorgt ervoor dat alleen lampje 2 uitgaat.
  • Hoofdstroom onderbroken betekent dat alle lampjes uitgaan.
  • Stroomsterkte splitst bij vertakkingen in parallelschakelingen.

Spanning, Stroom en Weerstand

  • Spanning wordt verdeeld over lampjes in serie; totaal blijft gelijk aan spanningsbron.
  • Bij parallellampjes krijgen alle lampjes dezelfde spanning.
  • Weerstand (R) bereken je met de wet van Ohm: R = U/I.
  • Stroomsterkte (I) bereken je met I = U/R.

Geleiders, Isolatoren en Eigenschappen van Draden

  • Geleider: elektronen kunnen er gemakkelijk doorheen bewegen.
  • Isolator: elektronen kunnen er niet doorheen bewegen.
  • Langere draad = hogere weerstand; 2x zo lang is 2x zoveel weerstand.
  • Dikkere draad = lagere weerstand; 2x zo dik is 4x lagere weerstand.

Praktische Voorbeelden

  • De weerstand van een motortje verandert met de lengte van de draad.
  • Stroomsterkte door een apparaat bereken je met spanning gedeeld door weerstand.
  • Ledjes werken alleen als de plus en min correct zijn aangesloten.
  • Spanning over een ledje bereken je met U = I × R.
  • In een serieschakeling deel je de totale weerstand en spanning door het aantal lampjes.

Key Terms & Definitions

  • Serieschakeling — Componenten direct achter elkaar; spanning telt op, stroom gelijk.
  • Parallelschakeling — Componenten naast elkaar; spanning gelijk, stroom splitst.
  • Weerstand (R) — Maat voor tegenwerking van stroom, uitgedrukt in ohm (Ω).
  • Wet van Ohm — Relatie tussen spanning, stroom en weerstand: U = I × R.
  • Geleider — Materiaal waar stroom makkelijk doorheen kan.
  • Isolator — Materiaal dat stroom niet doorlaat.

Action Items / Next Steps

  • Maak oefenvragen uit hoofdstuk 5.
  • Bekijk het schakelschema en oefen met het tekenen van series en parallelschakelingen.
  • Leer de definities van de sleuteltermen uit je hoofd.