Transcript for:
Understanding the Immune System's Functionality

Hoi ik ben Danielle en deze video geeft een  overzicht over hoe ons afweersysteem werkt.   Voor het afweersysteem is het verschil tussen  lichaamseigen en lichaamsvreemd heel belangrijk.   Alles wat lichaamsvreemd is wordt aangevallen  door ons immuunsysteem. Het kan dan gaan over   bacteri n, virussen, parasieten, schimmels,  kankercellen, donororganen, etc etc). Omdat   ik niet steeds het hele rijtje wil opzeggen  heb ik het voor het gemak hierna alleen over   bacteri n, maar weet dus dat er veel verschillende  lichaamsvreemde stoffen bestaan. Deze   lichaamsvreemde stoffen waarop ons afweersysteem  reageert noemen we ook wel antigenen.   Als een bacterie het lichaam binnentreedt  zijn er twee manieren hoe dit kan aflopen:   we gaan hieraan dood, of we verslaan de bacterie.  Om dus berhaupt een overlevingskans te hebben,   hebben we hiervoor een leger nodig: dat is het  immuunsysteem met onze witte bloedcellen, ook wel   leukocyten genoemd. Om de ontsteking te overleven  moeten we de verwekker aanvallen door hem te:   isoleren, inactiveren en verwijderen. Net zoals het echte leger bestaat het   afweer systeem uit heel veel verschillende  spelers, die allemaal verschillende functies   hebben. Ik zal nu een overzicht geven van de  belangrijkste spelers en hun functies.   Ons afweersysteem kan in 2 categorie n worden  verdeeld: Aspecifiek en specifiek. De aspecifieke   afweer reageren op al het lichaamsvreemde  wat ze tegenkomen (wat lichaamsvreemd is).   Voorbeelden hiervan zijn barri res  zoals huid, speeksel en maagzuur;   Maar ook Fagocyterende cellen zoals macrofagen  en neutrofielen; en stofjes zoals cytokinen   (waaronder interleukines en interferonen)  en ook nog het complement systeem.   De specifieke afweer is specifiek tegen 1 type  antigeen. We hebben dus miljoenen verschillende   specifieke afweercellen, in de hoop dat we een  geschikte kandidaat hebben als we een bepaald   virus, bacterie, of kankercel tegenkomen.  De specifieke afweer delen we op in 2 delen:   de celgemedieerde immuniteit, verzorgd  door de T-cellen, en de humorale   immuniteit, verzorgd door de B-cellen. Om te laten zien hoe deze spelers met elkaar   samenwerken en hoe ze hun functie uitvoeren zullen  we even gaan kijken naar een ontstekingsreactie.   Stel je voor: je hebt een wondje op je  huid. De huid is onderbroken en dus is je   belangrijkste barri re tegen de buitenwereld  kapot. Bacteri n kunnen naar binnen.   Het lichaam begint de tegenaanval voor te  bereiden: De doorbloeding neemt toe door   vasodilatatie: door de stofjes histamine en  bradykinine. Hierdoor kunnen meer zuurstof   en voedingsstoffen worden vervoerd  naar het ontstekingsgebied.   Door de vasodilatatie zal de roodheid toenemen,  warmte toenemen, pijn toenemen en zwelling   toenemen. Dit staat bekend onder de termen:  rubor, calor, dolor, tumor. Hierdoor zal het   weefsel waar de ontsteking zit niet meer  goed kunnen functioneren: Functio laesia.   Deze vijf termen typeren een ontsteking. De permeabiliteit oftewel doorlaatbaarheid   van vaten neemt toe, waardoor belangrijke stoffen  naar de plek van de ontsteking kunnen afreizen.   Het complement systeem wordt geactiveerd.  Complement zijn eiwitten die de leukocyten   aantrekken tot het ontstekingsgebied. Het is  alsof er een alarm af gaat waardoor de cellen   weten waar ze naartoe moeten. Ook maakt complement  het fagocyteren makkelijker voor de macrofagen en   kan complement zichzelf aan het celmembraan van  de bacterie hechten en deze zo kapot maken.
  Dan arriveren de eerste leukocyten (oftewel  witte bloedcellen) zoals neutrofielen, dat   is een fagocyterende cel. Door fagocytose wordt de  bacterie opgegeten en verteerd tot kleine stukjes.   Het maakt niet uit wat voor bacterie er is: dit is  dus duidelijk een cel van de aspecifieke afweer.   De neutrofiel scheidt tussendoor ook nog IL-1 uit,  het stofje dat er voor zorgt dat je koorts krijgt.   De koorts is heel belangrijk: het lichaam heeft  er voordeel van en de bacterie alleen maar nadeel,   het zorgt dus voor een voorsprong  voor het lichaam in deze strijd.   Dan komen de macrofagen, dat zijn andere  fagocyterende cellen, die de neutrofielen helpen.   De macrofaag leeft langer en kan dus langer de  bacterie tegen houden en de puinhoop opruimen.   Ondertussen reist een macrofaag terug naar  de bloedbaan, op zoek naar die ENE T-cel die   geprogrammeerd is om te reageren op dit  antigeen. De macrofaag presenteert zijn   zojuist opgegeten stukjes bacterie op zijn  celmembraan, en gaat op zoek naar de T-cel.   Als de goede T-cel gevonden is zal die worden  geactiveerd. Deze ene T-cel heeft zijn roeping   gevonden: het antigeen waarvoor hij gemaakt is, is  gevonden in het lichaam! In z n eentje kan ie niet   veel, dus zal deze cel heel vaak gaan delen,  zodat er een leger opaf gestuurd kan worden.   Er ontstaan zo 4 verschillende soorten T-cellen  die allemaal op dit ene antigeen reageren. De   Cytotoxische T-cellen, ookwel killer cellen  genoemd = de scherpschutters die direct   richting de ontsteking gaan, de T-helpercellen  die de boel co rdineren en de B-cellen activeren,   de memory T-cellen voor een snelle reactie  in de toekomst, en de supressor T-cellen,   die de rem zijn op het systeem die in de gaten  houden dat de ontstekingsreactie (die is immer   bedoeld om het lichaam in leven te houden)  dat die niet zo uit de hand loopt dat het   lichaam dood gaat aan de ontstekingsreactie. De T-helpercellen gaan de B-cellen activeren.   Deze zitten in hun thuisbasis: de lymfeklier.  De ene B-cel die reageert op dit ene antigeen   wordt geactiveerd en ook deze cel zal gaan  delen. Hier ontstaan 2 soorten cellen uit:   memory-cellen voor de toekomst en de plasmacellen,  die de antilichamen gaan maken en uitscheiden. Er   bestaan 5 verschillende soorten antilichamen:  IgA, IgD, IgE, IgG en IgM. In dit geval worden   IgG antilichamen gemaakt. Deze antilichamen  zullen als neonknipperlichten vast gaan zitten   aan de bacteri n die verslagen moeten worden,  hierdoor zullen deze sneller uitgeschakeld kunnen   worden door T-killer cellen en de macrofagen. Ook  neutraliseren de antilichamen de giftige stoffen   die bacteri n uitscheiden (bacteri le toxinen) en activeert het: immuuncomplex! (dat   is het antilichaam gebonden aan het  antigeen) het complement systeem.   Zo doet ons lichaam dus heel erg zijn  best om het antigeen uit te schakelen   Het volgende filmpje zal gaan over het  overgevoelige afweersysteem: namelijk bij   allergie n en auto-immuunziekten. Bedankt voor het kijken!