Bouw van een Ion

Atoomstructuur

• Een atoom bestaat uit een kern met protonen en neutronen.
• Elektronen bevinden zich rond de kern.
• In een elektrisch neutraal atoom zijn er evenveel protonen als elektronen.

Ionen

• Ionen zijn geladen deeltjes waarbij het aantal protonen niet gelijk is aan het aantal elektronen.
• Voorbeeld: Chloride ion
  • Atoomnummer: 17 (17 protonen)
  • Lading: 1-
  • Totaal 18 elektronen aanwezig (om de kernlading van 17+ te neutraliseren)

Specifieke Ion Voorbeelden

• Magnesium ion

  • Atoomnummer: 12 (12 protonen)
  • Lading: 2+
  • Tien elektronen aanwezig (10-)

• Natrium ion

  • Atoomnummer: 11 (11 protonen)
  • Lading: +
  • Tien elektronen (11+ en 10-)

• Oxide ion (afgeleid van zuurstof)

  • Atoomnummer: 8 (8 protonen)
  • Overschot van 2 elektronen, totaal 10 elektronen

• Gallium ion

  • Atoomnummer: 31 (31 protonen)
  • Lading: 3+
  • Achtentwintig elektronen aanwezig

• Promethium ion

  • Atoomnummer: 35 (35 protonen)
  • Totaal 36 elektronen

Samengestelde Ionen

• Zwavelgebaseerde ionen

  • Zwavelatoom: 16 protonen
  • Vier zuurstofatomen: elk 8 protonen, totaal 32 protonen
  • Totaal: 48 protonen
  • Lading: 2- (twee extra elektronen, totaal 50 elektronen)

• Ammonium ion (NH₄⁺)

  • Stikstofatoom: 7 protonen
  • Waterstofatomen: elk 1 proton, totaal 4 protonen
  • Totaal: 11 protonen
  • Lading: 1+ (een elektron te weinig, totaal 10 elektronen)

Conclusie

• Ionen worden gevormd door een verschil in het aantal protonen en elektronen.
• De lading van een ion bepaalt het aantal extra of ontbrekende elektronen.