🧠

Hechtingstheorie van Bowlby en Ainsworth

Apr 23, 2025

Hechtingstheorie van Bowlby en Ainsworth

Bowlby en Ainsworth

Introductie

  • John Bowlby en Mary Ainsworth zijn sleutelfiguren in de ontwikkeling van de gehechtheidstheorie.
  • Bowlby wordt vaak gezien als de grondlegger, maar Ainsworth had een grote invloed op de theorie.
  • De theorie heeft grote veranderingen teweeggebracht in de zorg voor kinderen binnen gezinnen en instituten.

Historische Context

  • Aanleiding voor verdieping in de theorie was het schandaal rond kinderopvang in Vlaanderen in 2021.
  • 75 aanbevelingen gericht op verbetering van de kwaliteit en veiligheid van kinderopvang.

Biografieën

John Bowlby

  • Geboren in 1907 in Londen.
  • Opleiding in kinderpsychiatrie, beïnvloed door ethologie (Lorenz en Tinbergen).
  • Publiceerde zijn hechtingstheorie in 1957.
  • Rapport voor de WHO: Maternal Care and Mental Health benadrukt het belang van moederlijke hechting.
  • Stierf in 1990.

Mary Ainsworth

  • Geboren in 1913 in Ohio.
  • Bekend van de Strange Situation Test die gehechtheid observeert.
  • Werkte aan de University of Toronto, John Hopkins University, en University of Virginia.
  • Ontving diverse wetenschappelijke onderscheidingen.

Gehechtheidstheorie

  • Invloedrijk in pedagogiek, ontwikkelingspsychologie en psychiatrie.
  • Beschrijft vroege sociaal-emotionele ontwikkeling en de rol in latere relaties.
  • Baby's ontwikkelen een sterke band in de tweede helft van het eerste jaar.
  • Functionele noodzaak: vroege hechting helpt bij overleving en gezonde ontwikkeling.

Ontwikkelingsfasen volgens Schaffer en Emerson

  1. Pre-attachment stage (geboorte tot 3 maanden): geen specifieke voorkeur voor verzorgers.
  2. Indiscriminate attachment (6 weken tot 7 maanden): voorkeur voor primaire verzorgers.
  3. Discriminate attachment (7 tot 11 maanden): sterke hechting aan een specifieke persoon.
  4. Multiple attachment (na 9 maanden): emotionele banden met meerdere verzorgers.

Functies van Hechting

  • Creëert zekerheid en vertrouwen.
  • Bevorderlijk voor onafhankelijk functioneren en exploratiedrang.
  • Invloed op latere relaties en sociale ontwikkeling.

Ethologie

  • Bowlby geïnspireerd door evolutieleer en ethologie.
  • Hechtingsgedrag (imprinting) tijdens kritieke perioden belangrijk voor overleving.
  • Experimenten van Harlow: voorkeur voor comfort boven voeding.

Ontwikkeling van Veilige en Onveilige Hechting

  • Ainsworth's Strange Situation Test identificeert hechtingstypen:
    • Veilig gehecht: 60-70% van de kinderen.
    • Vermijdend gehecht: 20% van de kinderen.
    • Afwerend gehecht: 10% van de kinderen.
    • Gedesorganiseerd gehecht (geïntroduceerd door Mary Main en Judith Solomon): 5% van de kinderen.

Invloed op Volwassen Relaties

  • Hechtingsstijlen uit kinderjaren hebben invloed op volwassen relaties.

Afronding

  • De gehechtheidstheorie is een van de meest invloedrijke theorieën in de pedagogiek.
  • Recent onderzoek versterkt de theorie met nadruk op hersenontwikkeling en economische kosten van onveilige hechting.
  • Cornerstones of Attachment Research: overzicht van wetenschappelijk onderzoek naar gehechtheidstheorie.