Collegedictaat over de werking van het immuunsysteem
Samenvatting
In deze lezing heeft Danielle uitgelegd hoe ons immuunsysteem functioneert, met de nadruk op het vermogen om onderscheid te maken tussen eigen en niet-eigen entiteiten. Ze beschreef de componenten van het immuunsysteem en hun rollen in de strijd tegen vreemde substanties zoals bacteriën, virussen, parasieten, schimmels, kankercellen en donororganen, die collectief worden aangeduid als antigenen.
Kernpunten
Het belang van het herkennen van vreemde stoffen
- Het immuunsysteem valt alles aan wat als vreemd wordt herkend.
- Voor de uitleg van dit punt ligt de focus op bacteriën, maar het concept is van toepassing op meerdere vreemde stoffen die als antigenen worden geïdentificeerd.
Hoe het immuunsysteem reageert op bacteriën
- Resultaten: Of het lichaam wordt overweldigd door de bacteriën of het immuunsysteem verslaat ze.
- Reactiemechanisme: De witte bloedcellen (leukocyten) van het immuunsysteem pakken bacteriën aan door ze te isoleren, inactiveren en verwijderen.
Hoofdcomponenten van het immuunsysteem
- Aspecifieke (Aangeboren) Immuniteit:
- Reageert generiek op alle vreemde lichamen.
- Omvat fysieke barrières zoals huid, speeksel en maagzuur.
- Fagocytische cellen zoals macrofagen en neutrofielen.
- Chemicaliën zoals cytokinen (inclusief interleukinen en interferonen) en het complementsysteem.
- Specifieke (Verworven) Immuniteit:
- Richt zich op specifieke antigenen met gespecialiseerde cellen.
- Verdeeld in celgemedieerde immuniteit (afgehandeld door T-cellen) en humorale immuniteit (afgehandeld door B-cellen).
Reactie op ontsteking (met als voorbeeld een huidwond)
- Initiële reactie:
- Verhoogde bloedstroom door vasodilatatie beïnvloed door histamine en bradykinine.
- Klassieke tekenen van ontsteking: roodheid (rubor), warmte (calor), pijn (dolor), zwelling (tumor) en functieverlies (functio laesia).
- Permeabiliteit: Vaten worden permeabeler waardoor essentiële stoffen de ontstekingsplek kunnen bereiken.
- Activatie van het Complementsysteem:
- Complementeiwitten trekken leukocyten aan naar de ontstekingsplek en helpen bij fagocytose.
- Rol van leukocyten:
- Neutrofielen komen als eerste voor fagocytose.
- Neutrofielen scheiden IL-1 uit, dat koorts veroorzaakt en helpt bij het bestrijden van de infectie.
- Macrofagen assisteren neutrofielen en zorgen voor de opruiming.
- Specifieke immuunrespons:
- Macrofagen presenteren fragmenten van de bacteriën aan T-cellen, waardoor een specifieke T-cel wordt geactiveerd.
- Dit leidt tot de proliferatie van T-cellen, waaronder cytotoxische T-cellen, helper-T-cellen, geheugen-T-cellen en suppressor-T-cellen.
- Helper-T-cellen activeren B-cellen, die zich in lymfeknopen bevinden.
- B-cellen prolifereren in geheugencellen en plasmacellen die antilichamen produceren.
Antilichamen en hun functie
- Typen antilichamen: IgA, IgD, IgE, IgG, en IgM.
- In het gegeven scenario worden IgG antilichamen geproduceerd.
- Antilichamen hechten zich aan bacteriën waardoor eliminatie door T-killer cellen en macrofagen sneller gaat, neutraliseren bacteriële toxines, en activeren het complementsysteem.
Conclusie
Het immuunsysteem gaat effectief om met vreemde indringers door een complexe samenspel van zijn aangeboren en verworven componenten. De volgende lezing zal hypersensitiviteit in het immuunsysteem verkennen, met de focus op allergieën en auto-immuunziekten.