🌾

Agrarische Impact van Globalisering en Cultuur

May 19, 2025

Hoofdstuk 1 Samenvatting

Agribusiness

  • Multinationals die de gehele agrarische productieketen beheersen.
  • Inclusief transport, handel en verkoop aan de consument.

Amerikanisering

  • Verspreiding van de Amerikaanse cultuur naar niet-westerse gebieden.

Arbeidsmigratie

  • Verhuizing naar een ander gebied of plaats voor werk.

Bedrijfsbeƫindiging

  • Boeren die stoppen met hun bedrijf.

Biologische Landbouw

  • Alternatief voor reguliere landbouw.
  • Geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest.

Concurrentie

  • Strijd tussen bedrijven om de afzetmarkt.

De-industrialisatie

  • Proces waarbij industriĆ«le activiteiten verdwijnen.

Dekolonisatie

  • Kolonies worden zelfstandig.

Diversificatie

  • Boeren verdienen naast landbouw ook aan toerisme, recreatie, zorg, of natuur.

Exploitatiekolonie

  • Kolonie gebruikt als wingewest.
  • Grondstoffenlevering en afzetmarkt voor moederland.

Geografische Ligging

  • Positie van een gebied ten opzichte van anderen.

Global Shift

  • Verschuiving van economisch en politiek zwaartepunt wereldwijd.

Globalisering

  • Verwevenheid tussen gebieden en samenlevingen neemt toe.
  • Economische en culturele globalisering.

Grondgebonden Landbouw

  • Afhankelijk van land voor teelt en mestafzet.
  • In tegenstelling tot intensieve landbouw.

Identiteit

  • Typerende kenmerken voor persoon, groep of gebied.

Industrialisatie

  • IndustriĆ«le sector wordt belangrijker in de samenleving.

Informatie- en Communicatietechnologie

  • Technieken voor informatieverspreiding.

Inkomenssubsidie

  • Bedrag per hectare voor duurzaam werkende boeren.

Intensivering

  • Grotere opbrengst per hectare, dier en arbeider.
  • Vaak leidt dit tot schaalvergroting.

Internationale Arbeidsverdeling

  • Verdeling van agrarische, industriĆ«le en dienstverlenende activiteiten.

Landschappelijke Kwaliteit

  • Aantrekkelijkheid van het landschap.

Lingua Franca

  • Voertaal waar meerdere talen worden gesproken, wereldwijd Engels.

Megastad

  • Stad met meer dan 10 miljoen inwoners.

Multinationale Onderneming

  • Groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen.

Netwerk

  • Verbindingen tussen gebieden op economisch, politiek en sociaal-cultureel terrein.

Productieketen

  • Route van product van idee tot eindproduct.

Productiekosten

  • Kosten voor grond, arbeid en kapitaal.

Productiesubsidies

  • Toeslag op marktprijs voor boeren om productie te stimuleren.

Protectie

  • Maatregelen om economische sector te beschermen.

Schaalvergroting

  • Minder, maar grotere bedrijven.

Specialisatie

  • Focus op enkele producten, vaak kennisintensief.

Tijd-Ruimtecompressie

  • Relatieve afstand tussen plaatsen daalt door technologie.

Transporttechnologie

  • Technische voorzieningen voor vervoer.

Triade

  • Verbanden tussen VS, Japan en EU.

Verduurzaming in de Landbouw

  • Milieu- en diervriendelijke productie.

Vestigingskolonie

  • Kolonisten vestigen zich blijvend, gebied vaak herbouwd naar voorbeeld moederland.

Vrijemarkteconomie

  • Bedrijven bepalen productie en prijzen gebaseerd op vraag en aanbod.

Vrijhandel

  • Handel met minimale belemmeringen.

Wereldhandelsorganisatie (WTO)

  • Overlegorgaan voor wereldhandelsverdragen, liberalisering van handel.

Wereldstad

  • Stad van internationaal economisch, politiek en cultureel belang.

Zakelijke en Financiƫle Dienstverlening

  • Dienstverlening door particuliere bedrijven.

Zelfvoorzieningsgraad

  • Verhouding tussen productie en consumptie.