Transcript for:
Samenvatting over Plantenstructuur en Groei

polen welkom bij de korte samenvatting van het hoofdstuk planten de bouw van planten is over het algemeen door de hele plant heen vergelijkbaar dus het maakt niet uit waar je de doorsnede maakt je zal dezelfde weefsels ongeveer zien als eerst heb je aan de buitenkant te dekweefsel dat beschermt tegen waterverlies en tegen infecties net zoals de huid stad bij ons doet dan heb je het blauwe weefsel dat is het vaatweefsel dat kan op verschillende plekken liggen in de doorsnede maar bestaat overal uit hout en bast vaten in houtachtige planten dan liggen die georganiseerd een jaar ringen en bij kruidachtige planten in vaatbundels dan heb je dat groene wissel dat is het veel weefsel afhankelijk van de plek in de plant kan daar fotosynthese plaatsvinden opslag van onder andere suikers en claire cellen zijn die zorgen voor stevigheid de groei van planten die vindt plaats op verschillende groeipunten die kunnen zitten net onder de topjes van de stengels en de wortels daar heb je gebieden met stamcellen er wordt ook wel meristeem eh genoemd die meristeem beduiden vind de celdeling plaats mitose een van de cellen die daaruit ontstaat blijft een stamcel en die blijft in het medisch team aanwezig de andere cel die zal eerst celstrekking ondergaan en vervolgens de cel specialisatie je hebt ook nog een speciale laag met stamcellen dat is het cambium waar diktegroei plaatsvindt dat cambium is dus een ringvormig meristeem en je ziet de vier dat is dat licht groene rand je erin zitten dus ook stamcellen die zich delen en die kunnen zich kan specialiseren tot houtcellen of bast cellen de houdt cellen die gaan naar binnen toe en de bast cellen die gaan naar buiten toe maar over het algemeen worden er meer houtcellen dan past cellen geproduceerd zowel de huidcellen als de bast cellen die kunnen uiteindelijk vaak ze gaan vormen en dat zijn dus de houtvaten en de bast vaten de houtvaten die maak je eerst een secundaire celwand die bestaat uit cellulose en lignine en vervolgens verdwijnen die dwarsverbanden tussen de cellen waardoor je eigenlijk een doorlopend houdt wat krijgt en verder verdwijnen ook de celorganellen zoals de vakken molen en de celkern bij de bast vaten blijven die dwarse landen wel aanwezig maar komen er gaatjes in waardoor stoffen kunnen worden getransporteerd en vandaar worden vast zaten ook wel eens zeewater genoemd en die houtvaten heb je dus dat er je aan ringen kunnen ontstaan omdat in het voorjaar worden bij de houtvaten gevormd die dunne wanden hebben zodat er veel water opgeloste stoffen kan worden vervoerd en dan in de zomer worden er nou houtvaten gevormd met dikke wanden en die hebben een donkerdere kleur en daardoor ontstaan die jaar ringen die je kunt zien als je een zorg snede boom bekijkt dit meristeem ontstaan ook de plastiden en plast iedere dat zijn celorganellen naar een van de meest bekende plastiden dat is wel de chloroplast waar de fotosynthese plaatsvindt in het donker dus als het zaadje nog onder de grond set worden er iets heel plaste gevormd en die kunnen zich verder doorontwikkelen naar chloroplasten en eventueel naar chromo plast en dat is wat er in de herfst gebeurt als de bladeren van kleur veranderen er zijn ook leuke plaste en die kunnen zich doorontwikkelen tot bijvoorbeeld amilo plaste die zetmeel kunnen opslaan in leiden op lasten die olie kunnen opslaan en proteïnen op lasten die eiwitten kunnen opslaan de verschillende profielen kunnen in elkaar overgaan en zo gram kan een chloroplast bijvoorbeeld ook veranderen in een amilo plast wie hoopt dat een the box vaten bij doorheen heb je dus een sapstroom bij de hoofdstraten is die sapstroom vooral archanis betekent die bestaat vooral uit water en uit zouten in de bast vaten dan is die sapstroom orgaan is dus die bestaat het water met daarin opgelost als simulatie producten als simulatie dat zijn dus de stoffen die door de fotosynthese geproduceerd worden zoals glucose het water dat net als eerste natuurlijk is plant binnenkomen en dat gebeurt via de wortels in een dekweefsel van de wortels heb je ook wortelharen zitten en in via die wortelharen kan er water worden opgenomen dat water gaat vooral via de celwanden richting de centrale cilinder zoals die heet waar de houtvaten of liggen maar dat kan ook via de cellen zelf het enige nadeel daarvan is dat het dan bij elke cel door het celmembraan heen moet gaan twee keer en door het hele cytoplasma heen dus de gewoon door de celwanden heen gaan dat is de makkelijkste weg alleen kom je dan opgeven met aan bij de bandjes van caspari dat zijn dat is een soort van kurk stripje dat rondom de cellen ligt in de celwanden waardoor het water alleen via de onderkant van de celwanden richting die centrale cilinder kan gaan bij die curt mandjes heb je ook actief transport van mineralen via het celmembraan de centrale cilinder in en daardoor wordt de osmotische waarde in de centrale cilinder hoger door dat er een hogere osmotische waarde is krijg je osmose het water transport richting die centrale cilinder en die kirk bandjes zorgen ervoor dat het water niet meer terug kan gaan stromen en dan krijg je echt een ophoping van water in dat houdt wat waardoor het water daar gaat stijgen en dat werd ook wel worteldruk genoemd het water potentiaal dat is een manier om de verplaatsing van water te meten en dat wordt door een aantal dingen beïnvloed als eerste heb je het osmotisch potentieel dat heeft dus te maken met ons motieven waarde en hoe hoger die osmotische waarde dus hoe meer opgeloste stoffen hoe negatiever dat ons multisport een sjaal wordt dan heb je de drugs potentiaal en met druk potentiaal wordt vooral de turgordruk genoemd terug hoor dat is hoeveel drukt de inhoud van de cel dus het cytoplasma met daarin het opgeloste water tegen de celwanden aan dus hoe meer water in de cel zit hoe groter de turk order wordt en hoe hoger het nummer hoe positiever die dat druk potentiaal water stroomt over het algemeen van een plek met hoog water pro-sociaal naar een plek met laag water photoshop elke moment dat dat water dus is aangekomen in die centrale cilinder in die houtvaten dan zijn er een aantal krachten die ervoor zorgen dat het water dan ook omhoog gaat je hebt die worteldruk aldus die hoger osmotische waarde in die dat houdt want dat ze verzorgd dat u nog meer water naar toe het getrokken en daardoor stijgt het water niveau maar daarnaast heb je ook nog cohesie en adhesie cohesie dat is de kracht eigenlijk waarmee watermoleculen aan elkaar vast houden dat kun je bijvoorbeeld zien als je als het regent met de waterdruppels op het raam die naar elkaar toe gaan dat komt door cohesie at hey zie dat is de kracht waarmee waterdruppels vasthouden aan een polaire stof in dit geval zullen da's dus de wanden zijn van de houtvaten daardoor krijg je eigenlijk een laagje water dat op de wanden van de houtvaten licht en dat ook nog een keer aan elkaar trekken tussen trekt zichzelf eigenlijk op die manier omhoog die cohesie en adhesie van water samen voor die hebben een grotere kracht dan de zwaartekracht waardoor het water omhoog werd getransporteerd indien houtvaten kan het water dus alleen al door die wortel druk en door die cohesie en adhesie een paar meter omhoog komen maar als je gaat kijken naar bomen die tientallen meters hoog zijn dan moet het water nog veel verder kunnen komen en dat gaat met behulp van ook dat water potentiaal totdat je in de bladeren verdamping hebt de huidmondjes die staan daar open voor de fotosynthese om koolstofdioxide binnen te halen en zuurstof uit te stoten en doordat die huidmondjes openstaat verdampen ook de watermoleculen daarvandaan en daardoor krijg je een verschil in water potentieel in de top van de boom zal het water potentiaal lager zijn dan in de wortelen en we weten dat het water stroom van plekken met een hoog water potentiaal naar een laag water photoshop dus omhoog doordat het water de verdwijnt uit die huidmondjes krijg je ook nog eens een keer die dat die cohesie en die at hays ervoor zorgen dat die watermoleculen houden elkaar vast waardoor ze eigenlijk elkaar helemaal omhoog trekken naar die bladeren toe bij de watermoleculen weer verdwijnen dus dat water wordt aangevuld door de capillaire werking wordt ook wel de verdamping stroom genoemd als die verdamping stroom te groot wordt dan kunnen de huid moet je zich sluiten om die verdamping tegen te gaan en in de zomer dan is het water transport vooral veroorzaakt door de verdamping in de lente komt het vooral door de wortel druk omdat u dan vaak nog geen bladeren zijn in de in de loofbomen in ieder geval die kunnen verdampen die huidmondjes die kunnen dus open of dichtgaan en er zijn verschillende manieren waarop dat gereguleerd kan worden maar één van de manieren heeft ook te maken met de turk waardes met hoeveel water er in die cellen zit op het moment dat er veel water aanwezig is dan heb je die 2 sluit cellen die zitten dan ook vol met water en die gaan daar staan daardoor open en bol op het moment dat u veel verdamping is dan verdwijnt dat water waardoor die vorm verandert van de sluit cellen ja mijn mindert ervoor en dan gaan ze dicht staan maar ook andere dingen zoals licht en koolstofdioxide kunnen daar voor zorgen hallo ook nog de bast vaten waarin je die organische sapstroom had die bevat vooral suiker en dat suiker gaat die code gaat van een plek waar het geproduceerd wordt naar plek waar het nodig is of waar het opgeslagen wordt dat betekend dus dat terwijl in de houtvaten het water transport vooral van beneden naar boven gaat het in de bast vaten kan de richting van de sapstroom verschillen in de zomer als er veel fotosynthese plaatsvindt in de bladeren waarbij suikers worden geproduceerd dan zal vooral daar is de bron en dan kan ie kunnen die suikers via de bast gaat bijvoorbeeld naar vruchten gaan waar ze opgeslagen worden of in set stengels of in de wortelen dat ze daar opgeslagen worden in speciale cellen twee in de lente juist die suikers die zijn opgeslagen weer naar boven zullen gaan richting ja waar de bladeren moeten komen om voedingsstoffen te vormen voor het maken van nieuwe bladeren assimilatie dan wat is een fotosynthese daar hebben we dit in het hoofdstuk stofwisseling al eerder over gehad en voor fotosynthese hebben we de chloroplasten nodig de bladgroenkorrels en daarin zitten die pigmenten die het licht opvangen en met behulp van het licht werd dus koolstofdioxide en water omgezet in zuurstof en glucose maar die pigmenten dat zijn meestal is dat meestal chlorofyl maar we staan ook nog andere pigmenten en dat genoeg viel dat absorbeert verschillende golflengten van licht en in zijn absorptie spectrum kunnen zien welke golflengte er geabsorbeerd worden en je ziet dat het nu twee verschillende chlorofyl maar allebei kunnen ze niet dat ligt met de groene kleur kunnen ze niet absorberen dat betekent dat ze dat reflecteren en vandaar dat wij planten vooral als groen zien een ander pigment dat is caroteen olie de naar de naam zegt het al een beetje die kan wel dat groene licht nog absorberen maar die absorbeert weer niet dat gele en oranje rode licht en vandaar dat je wortels bijvoorbeeld als oranje ziet het licht ofwel geabsorbeerd kan worden dus waar je de pieken hebt in deze in dit absorptie spectrum dat is het licht dat gebruikt wordt voor fotosynthese als er niet genoeg licht is of niet het licht van het juiste golflengte dan kan er minder fotosynthese plaatsvinden dan wordt er ook minder glucose gevormd en komt er minder zuurstof vrij en de snelheid waarmee je dus glucose wordt gevormd en zuurstof rekent dat wordt die instanties tijd van fotosynthese genoemd maar de intensiteit van fotosynthese wordt altijd wel door een factor beperkt dat is de factor die het minst gunstig is op dat moment voor fotosynthese en dat werd de beperkende factor genoemd dat kan dus de hoeveelheid licht zijn of de golflengte daarvan de hoeveelheid water de temperatuur maar ook andere dingen zoals parasieten voedingsstoffen die kunnen daar invloed op hebben overdag dan heeft een plant zonlicht en dan kan er fotosynthese plaatsvinden dan worden er suikers gevormd en die worden opgeslagen een deel van die suikers die worden overdag ook gebruikt voor de verbranding omdat in de cel zijn ook gewoon is ze energie nodig voor de zelf processen en bij de dissimilatie bij de verbranding worden de suikers met behulp van zuurstof verbrand en daarbij komt koolstofdioxide vrije water en atp bij een plant overdag gebeurd is zowel fotosynthese oftewel assimilatie als het is simulatie maar als 's nachts is er geen zonlicht en dat betekent dat er geen fotosynthese is maar wel dissimilatie en als je dat in een grafiek je gaat zetten nou dan zie je hier tijdens de daglicht uren heb je fotosynthese en dan wordt er dus meer energie meer suikers geproduceerd dan dat er verbruikt wordt bij de verbranding maar 's nachts is er meer verbranding dan dat er suikers worden geproduceerd uiteindelijk net zo blijven nu nog wel meer suikers over dan dat er verbruikt voor de in 24 uur tijd en vandaar dat je dat een plant ook gaan groeien en hoe bladplanten planten zich voort dat kan op geslachtelijke en op ongeslachtelijke wijze planten die hebben voortplantingsorganen en daarbij is de stamper het vrouwelijke voortplantingsorganen en de meeldraad het mannelijke voortplantingsorgaan de meeldraad die bestaat uit de ham draad en de home-knop en in de home-knop worden de stuifmeelkorrels geproduceerd en die zijn vergelijkbaar met zaadcellen naar de productie van die stuifmeelkorrels dat gaat via meiose dus dat zijn dus ook geslachtscellen en dat betekent dat elke stuifmeelkorrel een andere samenstelling kan hebben van chromosomen in de stamper daar heb je de het vruchtbeginsel dat is deze grote en in dat vruchtbeginsel zijn zaad beginsels aanwezig en in elk slaap beginsel zit een eicel ook daar die eicellen zijn ontstaan via meiose en elke eicel heeft dus een andere samenstelling van chromosomen dan heb je hier de stijl en hier de stempel bij bestuiving komt een stuifmeelkorrel op de stempel terecht en vormt dan een draadje waar via de celkern bij de eicel terecht kan komen dat kan een plant aan zelf bestuiving doen of aan kruisbestuiving sommige bloemen die hebben zowel de mannelijke als de vrouwelijke voortplantingsorganen in dezelfde bloem aanwezig en dat betekent dus ook dat zij binnen de bloem zichzelf kunnen bestuiven het kan ook zijn dat ze willen dezelfde plant en andere bloem bestuiven maar dat is dan nog wel dezelfde plant sommige planten hebben ook bloemen met bijvoorbeeld alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen en dan kan het nog steeds te zijn dat u binnen een plant mannelijke en vrouwelijke bloemen zijn maar soms zijn het ook twee verschillende planten op het moment dat een stuifmeelkorrel van de éne plant op de stempel van de andere planten recht komt dan heet dat kruisbestuiving al deze voorbeelden zijn wel nog steeds een geslachtelijke voortplanting en dat komt doordat zoals ik net al zei zowel die stuifmeelkorrels als die eicellen die zijn gevormd via meiose en hebben dus verschillende samenstellingen van chromosomen en daardoor krijg je nog steeds een nieuwe samenstelling van chromosoom op het moment van bevruchting naar de bestuiving kan plaatsvinden onder andere via insecten of door de wind en hier zie hoe dat gaat bij de bevruchting een stuifmeelkorrel is geland die vormt een stuifmeelbuis en via die stuifmeelbuis gaat de celkern naar die eicel toe daar en dan krijg je de bevruchting vervolgens uit het vruchtbeginsel gaat dan de vrucht zich vormen en daarin zitten de zaden het aantal zaden dat er in de vrucht zit dat is afhankelijk van hoeveel zaten beginsels er bevrucht zijn dus als jij bijvoorbeeld een appel eten met daarin acht zaden dan betekent het dat er van die bloem 8 staat beginsels bevrucht waren die zaden kunnen vervolgens op verschillende manieren verspreid worden en wij ze terechtkomen kan er een nieuwe plant gaan groeien we ze ook nog ongeslachtelijke voortplanting bij ongeslachtelijke voortplanting heb je eigenlijk gewoon mitose de celdeling en uit een deel van de oude plant ontstaat dan een nieuwe plant met dezelfde genetische samenstelling je kunt bijvoorbeeld een planten stekken dan neem je een takje van een plant en soms dan wordt hij eerst nog in water gezet soms zelfs met dat groeihormoon erbij en dan gaan zich er uit de takken stap je gaat zich worteltjes vormen en vervolgens plantje dat takje en krijg je een nieuwe plant met exact dezelfde genetische samenstelling als de ouder plant en toen is ook mogelijk en bent en dan combineer je eigenlijk twee verschillende soorten en dat wordt bijvoorbeeld gedaan als je een soort apps die bijvoorbeeld heel goed water uit de bodem kan halen en je wil dan bijvoorbeeld en fruit blog boom laten groeien die minder goed dat kan en dan zorg je dat ze eigenlijk dat hun houtvaten en bad bast water op elkaar aansluiten waardoor de sapstroom door kan gaan en eigenlijk deze planten voordeel hebben van de stam waar ze opgroeien weefselkweek dat is ook nog een optie en bij weefselkweek dan worden er wat cellen genomen van een plant en die cellen worden dan onder invloed van hormonen gaan ze zich delen waardoor uiteindelijk nieuwe klompje cellen en zelfs hele nieuwe planten ontstaan met dezelfde genetische samenstelling als de ouder plat en dat groeien van planten dat ze gaat onder invloed van een hormoon dat heet signe en ook zien en de productie daarvan wordt verminderd onder invloed van licht dus dat betekent de zijde waar het licht op valt er zo minder ook zien er aanwezig zijn en daardoor groeit die belichten zijde op langzamer de zijde waar dus meer ook zien de is die zal sneller groeiden groeien en daardoor groeit de plant naar het licht toe door de zwaartekracht zal de ook zien er altijd naar de onderkant van de stengel gaan waardoor die sneller naar boven gaat groeien en in de wartel is dat precies andersom zo nou dat het feit dat planten om de invloed van ook zien de naar die ligt te groeien dat werd foto tropi genoemd de invloed die ook zien heeft op de groei met betrekking tot zwaartekracht dat is geo tropi en je hebt dan de positieve geo tropi je die ervoor zorgt dat een stengels omhoog gaan groeien en negatieve geo trapje die ervoor zorgen dat hun wortels naar beneden toe groeien ethyleen dat ze is een gas dat kan zorgen dat bijvoorbeeld vruchten zich gaan rijpen en er zijn vruchten die zelf ook ethyleen produceren en daarom wordt u bijvoorbeeld ook gezegd dat je sommige fruit wel of niet bij elkaar moet leggen in de fruitmand waardoor ze sneller gaan rijpen en dan als laatste planten die kunnen zichzelf ook beschermen dat kan op een mechanische manier waar ze haar de stekels of dorm ze hebben om te zorgen dat ze minder snel worden gegeten door andere organismen er is ook chemische bescherming waarbij planten bijvoorbeeld stofjes produceren die niet lekker zijn of waarvan een dier ziek kan worden of zoals dood kan gaan dus ook in directe bescherming en dat is op het moment dat ze worden aangevallen door een bepaald dier dat ze een lokstof produceren die ervoor zorgt dat de natuurlijke vijand van dat hier naar de planten toekomt en op die manier ja de plant eigenlijk ontzet dat is het overzicht van het hoofdstuk veel succes met leren