Nationalisme: Geloof in de superioriteit van de eigen natie, taal of cultuur. Leidde tot onafhankelijkheidsstrijd.
Allianties: Overeenkomsten voor wederzijdse steun in oorlog, gericht op machtsevenwicht tussen naties.
Imperialisme: Europese landen zochten koloniƫn voor grondstoffen, leidend tot conflicten in Aziƫ en Afrika.
Militarisme: Wedijver om krachtige legermacht op te bouwen, waaronder onderzeeƫrs, tanks, en vliegtuigen.
Het Uitbreken van de Oorlog
Eerste Conflict: Oostenrijk-Hongarije verklaarde de oorlog aan Serviƫ.
Kettingsreactie: Rusland mobiliseerde om Serviƫ te steunen; Duitsland verklaarde de oorlog aan Rusland en Frankrijk; Groot-Brittanniƫ verklaarde de oorlog aan Duitsland.
Centralen: Oostenrijk-Hongarije, Duitsland
Geallieerden: Groot-Brittanniƫ, Frankrijk, Rusland, Italiƫ (na wisseling in 1915)
Vonkje: Moord op Aartshertog Franz Ferdinand door een Servische nationalist.
De Oorlog in Europa
Nieuwe technologieƫn en strategieƫn: Machinegeweren, giftige gassen, vliegtuigen, U-boten en loopgravenoorlog.
Loopgravenoorlog: Leidde tot patstellingen; "niemandsland" tussen de tegenoverliggende loopgraven.
Betrokkenheid van de VS
Neutraliteitsperiode: Aanvankelijke houding van neutraliteit; zakelijke belangen met de Geallieerden.
Belangrijke Gebeurtenissen die leidden tot Oorlog:
Zinken van de Lusitania: Duitse U-boten brachten een Brits schip met Amerikanen aan boord tot zinken.
Zimmerman-telegram: Voorstel van Duitsland aan Mexico voor een alliantie tegen de VS.
Ingang van de VS: Verklaarde de oorlog aan Duitsland op 6 april 1917.
Het Thuisfront in de VS
War Industries Board: Beheerde de productie van oorlogsmaterialen.