Transcript for:
Regeling en homeostase in organismen

welkom bij het thema regeling en in de eerste baas of gaan we kijken naar regeling en homeostase gaan twee zaken bekijken gaan kijken wat homeostase is en wat positieve en wat negatieve terugkoppeling zijn dan beginnen we met begrip homeostase oh nu staan ze is het in stand houden van een dynamisch evenwicht wat je daarbij voor moet stellen is dat de omgeving waarin een organisme leeft neem bijvoorbeeld een mens daarin vinden allerlei veranderingen plaats een simpel voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld temperatuur die schommelt constant maar om goed te kunnen functioneren moet ons eigen lichaam wel een constante temperatuur hebben doet het niveau grond een bepaalde waarde zitten om goed te vinden kunnen functioneren dat geldt niet alleen voor temperatuur maar dat geldt voor de bloedsuikerspiegel dat geldt voor uw site zuurstof en koolstofdioxide in je bloed dat geldt voor alle andere stoffen je lichaam al die waarden moeten ongeveer rond bepaalde waarde zitten om goed te kunnen functioneren die waarden waar rond zoiets moet zitten noem je enorm waarde dus kijk je bijvoorbeeld naar de temperatuur van ons lichaam dan is de norm waar de ongeveer 37 graden celcius wat zie je nu gebeuren met een temperatuur van je lichaam die schommelt constant rond die 37 graden celcius dat is dus een dynamisch evenwicht hij thea lichaamstemperatuur is bijna nooit doen door hem waarheid zal er altijd bijna altijd boven of onder zitten hebben al verder punten dat even kruis maar het grootste deel van de tijd zit dus de temperatuur ergens boven of onder die normwaarden dat is is een dynamisch evenwicht jouw lichaam is is constant bezig met het regelen van allerlei waar de rond zo'n normwaarden dat zorgt ervoor dat binnen een organisme al die verschillende waarden ongeveer hetzelfde blijven ondanks dat er allerlei factoren in omgeving constant veranderen en op zorgt er vervolgens voor dat ze goed kunnen functioneren een concreet voorbeeld daarvan is de bloedsuikerspiegel in het bloed zit glucose en dat moet 0,1% zijn dus de norm waarde is 0,1 procent en je zult zien dat dus dat suikergehalte constant rond die 0,1 procent schommelt op het moment dat de bloedsuikerspiegel bovendien 0,1 procent zit gaan de eilandjes van langerhans ik had afgekort even l eilandjes van langerhans gaan insuline produceren dat zorgt ervoor dat glucose in de lever en de spieren wordt omgezet in glycogeen zodat het kan worden opgeslagen er wordt dus glucose uit het bloed gehaald en dat zorgt dus vervolgens voor dat de bloedsuikerspiegel gaat daden dan komt het vervolgens onder de 0,1 procent de reactie daarop is vervolgens dat eigenlijk iets van langerhans glucagon gaan produceren dat zorgde voor de glycogeen in de lever en een spier wordt omgezet naar glucose die verkozen wordt afgegeven aan het bloed en daardoor stijgt de bloedsuikerspiegel weer zo zie je dus dat je bloedsuikerspiegel constant schommelt rond die 0,1% en zo wordt er dus constant rond die norm waardig houden en dat zorgt dus ook voor dat als je bijvoorbeeld eet dan zullen ze bloedsuikerspiegel gaan stijgen de alle suikers binnenkrijgt dat hier het ik ook een reactie komt met de hormoonproductie op het moment dat jij een tijdje niet gegeten toch sport gaat de bloedsuikerspiegel natuurlijk om lage moeten suiker verbruikt wordt en dat heeft ook weer direct een effect op de productie zonder hormonen constant om ervoor te zorgen dat je dus rond die norm waarde blijft het is dus een nogmaals een dynamisch evenwicht dat in stand houden van dat dynamische evenwicht dat gebeurt door middel van een regelkring en die regelkring die bestaat in feite uit drie elementen namelijk een sensor en controlecentrum en effector als eerste moet het ook waargenomen worden wat de waarde is vervolgens gaat er een signaal naar het controlecentrum en vervolgens vanaf het controlecentrum gaat er een signaal een effector om eventueel bij te sturen als dat nodig is de temperatuur in je lichaam worden we sensor waargenomen dat wordt vervolgens naar de hersenen gestuurd en vervolgens worden bijvoorbeeld als het heel koud is worden bepaalde spieren aansturen je gaat bibberen of worden bloedvaten aangespannen zijn dus dan vervolgens effectoren die ervoor zorgen dat dus de bepaalde waarde weer richting de norm waarde gaat en dit zie je dus in een constante roep zit dan op het moment als bezweer te warm wordt in je lichaam dan wordt dat weer waargenomen dat wordt weer gestuurd naar controlecentrum en vervolgens wordt door de andere handelingen uitgevoerd om weer richting een oor waar het gaan door voelt je lichaam te laten afkoelen zo zie je dus dat het dynamische evenwicht constant geregeld moet worden en zo constant al maar wordt gemonitord en al maar worden er handelingen aangepast om haar rond dat evenwicht te blijven en dat houdt is uiteindelijk het hele lichaam in een bepaald dynamisch evenwicht daarbij komen twee andere begrippen ook om de hoek kijken namelijk positieve en negatieve terugkoppeling als je het hebt over negatieve terugkoppeling dan heeft het resultaat remmende werking op het proces en voorbeeld van die negatieve terugkoppeling is bijvoorbeeld dat verhaal over de bloedsuikerspiegel wat gebeurt er namelijk op het moment dat er een te hoge ik zal even terug klik op net dat een te hoge bloedsuikerspiegel is wordt er insuline geproduceerd en het resultaat daarvan is uiteindelijk dat de bloedsuikerspiegel gaan dalen dat wil dus zeggen dat het resultaat remmende werking heeft op het proces want op het moment dat er dus een waarde komt onder die normwaarden dan gaat wordt er geen insuline meer geproduceerd maar worden vol glucagon geproduceerd dat soort uiteindelijk weer voor een stijgende bloedsuikerspiegel en dat remt dus vervolgens weer de aanmaak van en glucagon en vervolgens hadden we insuline gemaakt worden dit is dus een voorbeeld van hun negatieve terugkoppeling en zijn een positieve terugkoppeling en heeft het resultaat een stimulerende werkboek op proces en een voorbeeld daarvan kom je tegen bij de menstruatiecyclus daar worden bepaalde hormonen geproduceerd op een bepaald moment niet meer situatie cyclus en die hebben uiteindelijk een stimulerende werking op de aanmaak van datzelfde harmonisch en zie je dat er steeds meer van het hormoon geproduceerd wordt en heeft het resultaat is een stimulerende werking dan moet je natuurlijk al bij bedenken dat er natuurlijk al grens zit aan die stimulerende werking het gaat ik niet allemaal door rust ik uiteindelijk een schakel waardoor dat stopt en die afgifte uiteindelijk toch nog afneemt in mijn eerste stansen zodat het resultaat er verzorgt alleen nog een meer van datzelfde mode geproduceerd worden hebben we het inwendige en het uitwendig milieu en daar hebben we het net over gehad hebben we hebben dus een inwendig milieu dat het lichaam graag zo constant mogelijk houdt ondanks dat het uitwendig milieu vaak aan verandering onderhevig is het inwendige milieu staat niet in direct contact met de omgeving er zit namelijk minimaal één cel dag tussen dat inwendig in het uitwendig milieu energie dus een barrière tussen en dat is natuurlijk heel handig als jij op sommige plekken een barrière van dat zorgt ervoor dat jij jouw inwendig milieu vrij constant kan houden we hebben dan ook nog het uitwendig milieu en dat zijn alle cellen die in direct contact staan met de omgevingen simpel voorbeeld is de huid maar denk daar bijvoorbeeld ook aan de longen op het moment dat ik in aankomt en lucht uit het milieu het uitwendig milieu komt mijn longen in en als continu direct contact met de buit cel dag mijn longen de stad rekening ook tot het uitwendig milieu dan geldt voor mond het geld van de neusholte dat geldt voor maar verteringsstelsel dat wordt allemaal gerekend tot het uitwendig milieu en dat betekent dus ook dat er zaak zijn als waaraan een binnenkant van mijn lichaam zitten maar dus wel gerekend worden door uitwendige milieu dan is hier nog de samenvatting en dan ze het einde van de uitleg van basisstof 1