Overview
Deze uitleg behandelt hoofdstuk 3 van de lesbrief Europa, met nadruk op begrotingsafspraken, staatsschuld, conjunctuur en monetair beleid binnen de EU.
Groei- en Stabiliteitspact
- EU-landen hebben afgesproken dat het overheidstekort maximaal 3% van het bbp mag zijn.
- De staatsschuld mag binnen de EU niet hoger zijn dan 60% van het bbp.
- Overheidstekort is een stroomgrootheid: gemeten over een bepaalde periode.
- Staatsschuld is een voorraadgrootheid: gemeten op één specifiek moment.
Overheidsuitgaven en Financiering
- Overheidsuitgaven bestaan uit overheidsbestedingen (consumptie en investeringen) en overdrachtsuitgaven (uitkeringen en subsidies).
- Staatsschuld neemt toe wanneer de overheid leent op de vermogensmarkt via obligaties.
- Over het geleende geld betaalt de overheid rente en moet ze aflossen.
Gevolgen van Overheidstekorten
- Hoge overheidstekorten kunnen inflatie veroorzaken door hogere bestedingen.
- Tekorten leiden tot meer vraag naar leningen, waardoor de rente stijgt.
- Toenemende staatsschuld vergroot de rente-uitgaven en kan belangrijke overheidstaken in gevaar brengen.
Relatie Schuld en Inkomen
- Staatsschuld wordt uitgedrukt als percentage van het bbp om rekening te houden met draagkracht van een land.
Conjunctuur en Overheidsbeleid
- Conjunctuurcyclus: afwisseling van hoogconjunctuur (snelle groei) en laagconjunctuur (langzame groei/krimp).
- Procyclisch beleid versterkt de conjunctuurgolf (meer uitgeven bij hoogconjunctuur, bezuinigen bij laagconjunctuur).
- Anticyclisch beleid dempt de conjunctuurgolf (bezuinigen bij hoogconjunctuur, meer uitgeven bij laagconjunctuur).
Automatische stabilisatoren
- Progressief belastingstelsel en uitkeringen dempen automatisch schommelingen in bestedingen.
- Overheidsbestedingen blijven relatief stabiel en fungeren daardoor ook als stabilisator.
Rol van de Europese Centrale Bank (ECB)
- ECB houdt inflatie rond de 2% door het rentebeleid.
- Bij hoge inflatie wordt de rente verhoogd om bestedingen te remmen.
- Bij laagconjunctuur verlaagt de ECB de rente om bestedingen te stimuleren.
Key Terms & Definitions
- Overheidstekort — Verschil tussen overheidsinkomsten en -uitgaven gedurende een periode.
- Staatsschuld — Totale uitstaande schuld van de overheid op een bepaald moment.
- Stroomgrootheid — Grootheid gemeten over een bepaalde periode.
- Voorraadgrootheid — Grootheid gemeten op één moment.
- Procyclisch beleid — Overheidsbeleid dat de conjunctuurgolf versterkt.
- Anticyclisch beleid — Overheidsbeleid dat de conjunctuurgolf afzwakt.
- Automatische stabilisatoren — Mechanismen die de conjunctuur automatisch dempen, zoals belastingen en uitkeringen.
Action Items / Next Steps
- Oefen inzichtvragen over conjunctuurbeleid en stabilisatoren.
- Bestudeer voorbeelden van stroom- en voorraadgrootheden.
- Herlees het hoofdstuk over de ECB en het groei- en stabiliteitspact.