Tijd van Monniken en Ridders en Feodale Stelsel

Inleiding tot de Middeleeuwen

• Begin van de middeleeuwen na de val van het West-Romeinse Rijk.
• Ontstaan van het feodale stelsel (feodalisme).
• Verandering in bestuursstructuur.

Situatie in Europa na de Val van het West-Romeinse Rijk

• Volksverhuizingen door Germaanse stammen.
• Vestiging van Germaanse koninkrijken, zoals het Rijk van de Franken.
• Germaanse koningen kregen de macht, zoals koning Clovis.

Problemen voor Germaanse Koningen

• Geletterdheid: Alleen geestelijken konden lezen en schrijven.
• Slecht onderhouden wegen, vermindering van handel.
• Verminderd gebruik van geld.
• Moeilijkheden met het uitvaardigen van geschreven wetten en het heffen van belastingen.

Oplossingen door Koning Clovis

• Aanstellen van vazallen die hem trouw zwoeren.
• Vazallen kregen inkomen in ruil voor militaire ondersteuning en advies.
• Gebieden werden bestuurd door vazallen.
• Rijk verdeelde na de dood van Clovis.

Het Feodale Systeem

• Het feodale bestuur of leenstelsel ontstaat.
• Koning verdeelt gebied onder hoge adel (graven).
• Hoge adel krijgt gebieden in leen, niet in bezit.
• Hoge adel moest trouw zweren aan de koning.

Structuur van het Leenstelsel

• Hoge edellieden (leenmannen) besturen toegewezen gebied.
• Leenmannen verdelen hun gebied onder lage edellieden.
• Lage edellieden worden achterleenmannen van de koning.
• Hoge adel wordt leenheer van lagere adel.

Succes en Zwaktes van het Feodale Systeem

• Karel de Grote beheerste het systeem effectief door constant te reizen.
• Zijn rijk verdeelde in 400 stukken met graven als leenmannen.
• Na zijn dood viel het rijk uiteen vanwege inherente zwaktes.
• Leenmannen wilden macht binnen de familie houden.
• Spanningen tussen koning en leenmannen over machtsoverdracht.
• Alleen sterke koningen konden het systeem effectief beheren.

Conclusie

• Het feodale stelsel was een poging om een groot rijk te beheren, maar kende vele zwaktes.
• Macht en loyaliteit van leenmannen vormden voortdurende uitdagingen voor de koningen.