Overview
Deze les behandelt de bouw en functies van bladeren bij planten, de rol van bladeren bij fotosynthese en de invloed van water op de stevigheid van plantencellen.
Opbouw van een plant
- Planten bestaan uit wortels (onder de grond), stengels (boven de grond) en bladeren (aan het uiteinde van de stengel).
- In deze basisstof ligt de focus op bladeren en hun functies.
Bouw van een blad
- Een blad bestaat uit verschillende soorten cellen, elk met een eigen vorm en functie (weefsels).
- De opperhuid vormt de boven- en onderkant van het blad en beschermt het blad.
- Een waslaagje op de opperhuid voorkomt uitdroging door vochtverlies.
- Blad bevat cellen met bladgroenkorrels die betrokken zijn bij de fotosynthese.
- Onderin het blad bevinden zich huidmondjes (kleine openingen) die gasuitwisseling en verdamping regelen.
Fotosynthese
- Bladcellen met bladgroenkorrels voeren fotosynthese uit: koolstofdioxide + water + lichtenergie â zuurstof + glucose.
- Glucose bevat energie uit licht en wordt door de hele plant verspreid.
- Zuurstof die overblijft bij fotosynthese verlaat de plant via huidmondjes.
Transport in het blad
- Nerven (vaatbundels) transporteren water, mineralen en glucose door het blad en de rest van de plant.
- Vaatbundels lopen door de hele plant en zorgen voor vervoer van stoffen in beide richtingen.
Stevigheid van plantencellen
- Water in plantencellen drukt tegen de celwand en zorgt voor stevigheid (turgor).
- Een celwand is stevig en laat alles door; het celmembraan regelt welke stoffen de cel in of uit mogen.
- Vacuole binnenin de cel bevat extra vocht en vergroot de stevigheid.
- Bij watertekort verliest de cel haar stevigheid en kan het celmembraan loslaten van de celwand.
Gasuitwisseling via huidmondjes
- Huidmondjes bestaan uit twee sluitcellen die open en dicht kunnen gaan.
- Ze regelen de opname van koolstofdioxide en het verlies van water(damp).
- Bij droogte sluiten huidmondjes om vochtverlies te beperken.
Key Terms & Definitions
- Weefsel â groep cellen met dezelfde vorm en functie.
- Opperhuid â buitenste cellaag van het blad, beschermt tegen omgeving.
- Waslaagje â dunne beschermlaag tegen uitdroging van het blad.
- Bladgroenkorrel (chloroplast) â celonderdeel waar fotosynthese plaatsvindt.
- Fotosynthese â proces waarbij planten met licht glucose en zuurstof maken.
- Huidmondje â opening in het blad voor gasuitwisseling en verdamping.
- Nerven (vaatbundels) â buisjes in het blad voor transport van stoffen.
- Vacuole â met vocht gevulde blaasje in de cel, belangrijk voor stevigheid.
- Turgor â de druk van water binnenin de cel die zorgt voor stevigheid.
Action Items / Next Steps
- Bekijk de volgende basisstof over stengels en wortels om het geheel te begrijpen.
- Bestudeer de onderdelen van een plantencel en de werking van huidmondjes.