Goeieavond iedereen. Fijn dat jullie er zo talrijk aanwezig zijn en allemaal ook zo vriendelijk goeiedag zeggen in de chat. Welkom op deze nieuwe sessie van de Live Talks van Colruyt Group Academy. Voor wie het concept nog niet kent, de Live Talks zijn webinars waarmee we inspirerende topsprekers met actuele en herkenbare thema's bij jou in de huiskamer brengen. Het thema van vanavond is iets zwaarder dan wat we gewend zijn.
Hoe gaan we om met verlies en verdriet? Maar de spreker die we vanavond hebben uitgenodigd, die heeft al heel veel mensen geholpen om de weg te vinden na een ingrijpend verlies. En die spreker, dat is Manu Keersen.
Wie is Manu? Hij is klinisch psycholoog, ook dokter in de geneeskunde en dus expert in rouw en verlies. Hij heeft ook verschillende boeken geschreven bij uitgeverij Lanot.
Ik heb hier een vingerafdruk van verdriet. Helpen bij verlies en verdriet. Maar er zijn er nog andere ook. En ik mag jullie aan het einde van deze sessie ook een kortingscode meegeven voor de boeken van Manu.
Toch nog een praktische mededeling voor we beginnen. Je hebt dus al mensen in de chat zien typen om te kunnen meetchatten. moet je ingelogd zijn met een YouTube-account. En die YouTube-account moet een YouTube-kanaal hebben. Ik heb bovenaan in de chat ook wat meer info daarover gezet.
Maar geen nood, heb je dat niet, wil je niet mee chatten, dan kan je toch nog altijd gewoon de sessie meevolgen. Maar dus als je kan chatten en je hebt een vraag voor Manu, stel die zeker. Want aan het einde van de sessie ga ik een aantal van de meest gestelde vragen of de vragen die voor ons allemaal relevant kunnen zijn, Voorleggen aan Manu.
Zo, Manu staat ondertussen klaar zonder presentatie. Beetje anders dan wat jullie gewend zijn van de andere live talks, maar hij is zo'n goeie verhalenverteller dat hij dat niet nodig heeft. Dus ik geef heel graag het woord aan Manu Kersen. Goeieavond, beste mensen.
Het is zo ongeveer het uur dat je de kinderen naar bed brengt en een sprookje voorleest om ze goed te slapen. Ik wil beginnen... met jullie ook een kort sprookje voor te lezen. De bedoeling is niet dat jullie in slaap vallen nadien, maar ik zal er wel voor zorgen dat dat niet gebeurt. Er waren ooit eens drie bomen.
Drie bomen die alle drie in een hevige storm een grote tak waren kwijtgeraakt. Die drie bomen waren elk op een andere manier met hun verlies omgegaan. Jaren later ging die bomen weer opzoeken.
Gisteren heb ik ze weer gevonden en gesproken. De eerste boom rouwde nog steeds om zijn verlies. En zij ieder voorjaar zon hem uitnoden om te groeien, dat kan ik toch niet, want ik mis een belangrijke tak. Ik zag dat hij klein was gebleven en in de schaduw stond van de andere bomen. De zon drong niet meer tot hem door.
De wonde was duidelijk zichtbaar en zag er naakt uit. Het was het hoogste punt van de boom, want sindsdien was die boom niet meer gegroeid. De tweede boom was zo geschrokken van de pijn, dat hij snel had besloten om het verlies maar te vergeten. Hij was moeilijk te vinden. want die lag op de grond.
Een voorjaarsstorm had hem doen onmaaien. De plek van de wonden zat verstopt achter een heleboel vochtige bladeren en lag daar te rotten. De derde boom was ook erg geschrokken van de pijn en de leegte in zijn lijf.
En hij rouwde om zijn verlies. Het eerste voorjaar toen de zon hem uitnoodde om te groeien had hij gezegd, dit jaar nog niet zon. Toen de zon het tweede voorjaar weer terugkwam sprak de boom, ja zon.
Verwarm mij zodat ik mijn wonden kan verwarmen. Want mijn wonden heeft warmte nodig, omdat ze weten dat ze er voor altijd bij gehoord. En toen de zon het derde voorjaar weer terugkwam, sprak de boom, Ja zon, laat mij groeien, want ik weet dat er nog heel veel te groeien is. De derde boom was ook heel moeilijk te vinden, want ik had niet verwacht dat hij zo groot en zo sterk zou zijn geworden. Gelukkig heb ik hem erkend aan de dicht gegroeide wonden.
die vol trots in het zonlicht werd gehouden. Dit sprookje leert ons iets over wat ongaan met verlies en verdriet zou kunnen zijn. Als je bij de pakken blijft zitten, dan groei je nooit meer verder uit, zoals mijn eerste boom.
Als je probeert er niet meer aan te denken... Wat de meeste mensen aanraden, je moet vooruit, je moet dat loslaten, je moet dat een plekje geven, dan ben je niet bestand tegen de stormen van het leven. En is één storm voldoende om ver te blazen, zoals mijn tweede boom.
Maar als je tijd krijgt van mensen om verdriet ook verdriet te laten zijn, en dat bij warmte en genegenheid van je omgeving ervaart, dan kan je uitgroeien veel groter en veel sterker dan... ooit voor tien. En daarover, over dit uitgroeien, wil ik vanavond met jullie hebben. Ik wil jullie nu eerst drie inleidende bedenkingen geven. Ik zal dan proberen duidelijk te maken, verlies over leven, hoe doe je dit, en hoe kan je elkaar daarbij helpen?
En ik wil afronden met een aantal heel concrete suggesties, voor zover ik tot dan toe niet concreet zou zijn geweest. Eerste inleidende bedenking. De eerste inleidende bedenking geef ik u aan de hand van een uitspraak van de Oosterse dichter Kahlil Gibran.
Je moet even luisteren wat Kahlil Gibran ons leert over verdriet. Wanneer je blij bent, kijk dan diep in je hart. En je zal zien dat enkel wat je smart gegeven heeft ook vreugde brengt. Wanneer je verdrietig bent, kijk dan opnieuw in je hart. En je zal zien dat je weent, want je ook vreugde schonk.
De dichter leert ons dat vreugde en verdriet in het leven heel dicht bij elkaar liggen. En ik zou het nog veel eenvoudiger kunnen zeggen dan de dichter. Ik zou zeggen, verdriet heeft te maken met liefde.
Verdriet heeft te maken met mensen die van elkaar houden. Waarom geef ik als eerste inleidende gedachte mee? Dat mij althans al mijn hele leven helpt om in het diepste verdriet naar mensen naartoe te gaan.
Te weten dat het verdriet te maken heeft met hun capaciteit om liefde te geven en liefde te ontvangen. Dat was mijn eerste inleidende bedenking. Tweede inleidende bedenking. Kan je mensen daar ook op voorbereiden? Ik wil het even met een voorbeeld duidelijk maken.
Veerle is een vrouw van 41 jaar. Ze komt mij vinden nadat ze van de artsen te horen heeft gekregen dat ze een kleincellig carcinoom heeft. Dat is een bepaalde vorm van kanker, maar kleincellig.
En Veerle zegt, ik zal en ik moet genezen. Ik ben maar 41 jaar. Ik heb vier jonge kinderen. Ik ben getrouwd met een man uit Latijns-Amerika.
Mijn man heeft mij nodig om in onze cultuur zijn brood te kunnen verdienen. Ik volg alle adviezen die ze mij in het Universitair Ziekenhuis geven. En daarnaast heb ik drie alternatieve therapeuten. Eén in Limburg, één in Antwerpen en één in Breda in Nederland.
En ik ga daar om de veertien dagen naartoe. En twee daarvan hebben mij beloofd dat ze de geneesmiddelen hebben waardoor ik zal genezen. Na lang luisteren heb ik aan Veerle gezegd, Veerle...
Ik weet dat dat heel erg moeilijk is, als ik je dat zeg. Maar van deze ziekte ga je dood. Dit hoogstwaarschijnlijk tussen nu en maximum twee jaar. Ze heeft gehuild en geweend toen ze uitgehuild was. En ik zeg, Veerle, ik zeg dat zo uitdrukkelijk, omdat ik hoor dat je absoluut een mama wil blijven voor je kinderen.
En ik kan je nu nog helpen om altijd een mama te blijven voor je kinderen. Als je denkt aan de dag dat je dochter haar eerste maandstonden krijgt, Schrijf haar een brief en doe hem in een doos voor haar. Als je denkt aan de 18e verjaardag van je zoon, koop een cadeautje, doe er een brief bij en doe het in een doos. Als je foto's bekijkt, schrijf boodschappen op de keerzijde van die foto's voor elk van je kinderen en verdeel ze over die dozen.
Spreek een bandje in voor je kinderen. Als je een boek ziet waar je hebt van genoten, haal het uit je kast, schrijf een opdracht in voor één van je kinderen, doe het in één van die dozen. Maar vooral, zeg regelmatig aan je kinderen dat je altijd van hen hebt gehouden en altijd van hen zult blijven houden. En op die manier kan je altijd de mama blijven voor je kinderen, wat er ook mogen gebeuren.
En ondertussen mag je vechten om te genezen. Tien maanden na dit gesprek is Veerle gestorven. Ik heb haar ontmoet in haar woonkamer, een half uur voor ze stierf en zei me nu ik haal het niet.
Maar ik heb al je boodschappen opgevolgd. Daar staan vijf dozen. Eén voor mijn man. en één voor elk van mijn kinderen.
En ik heb heel vaak gezegd dat ik altijd van hen zal blijven houden. Mijn laatste woorden zijn geweest. Veerle, je hebt waarschijnlijk in dit veel te korte leven veel meer liefde meegegeven dan heel veel mensen die dubbel zo lang hebben geleefd. En dit zullen de kinderen nooit meer vergeten. En als ze later groot worden en zelf kinderen krijgen en veel later kleinkinderen, dit zullen ze over jou vertellen aan hun kinderen.
en aan hun kleinkinderen. En zo blijf jij leven in de herinnering van je kinderen. Je toekomstige kleinkinderen en achterkleinkinderen in de lengte van generaties.
Want wat is sterven anders dan verhuizen van de buitenwereld naar het hart van iedereen die van je houdt? Met deze boodschap, zei ze, kan ik mijn ogen sluiten. En een kwartier later is ze in haar woonkamer gestorven, omringd door haar man, haar vier kinderen, haar moeder en haar drie zussen.
Veerlen is nu tien jaar dood en de kinderen stellen het redelijk goed, want ze hebben zoveel goede herinneringen aan die laatste tien maanden. En als ze het echt niet meer zien zitten, dan grasduinen ze in hun doos met herinneringen. Dus je kan wel degelijk mensen daarop voorbereiden.
Dat was mijn tweede inleidende bedenking. Mijn derde bedenking, moet je met zo'n problematiek ook kinderen confronteren? Mijn boodschap is ja.
Verlies en verdriet staat... om de hoek van ieders leven, ook van kinderen. En ik hou een pleidooi om kinderen van jongs af aan daarbij te betrekken. En pas op, kinderen zijn daarmee bezig. Mijn jongste kleindochter was vijf jaar oud, kwam op een zondagmorgen mijn bureau binnen gestapt, werd die deur dicht.
Opa, ik moet eens iets met u bespreken. Mijn mama heeft gezegd dat jij alles weet over de dood. Elk kindje heeft twee opa's. Ik zeg ja, Anneliesje.
Ik had ook twee opa's, maar opa Louis is dood, want die is in zijn bord gevallen. De schoonvader van mijn dochter heeft ooit een infarct gedaan terwijl ze aan tafel zaten. Die is verovergezakt in zijn bord.
Opa Louis, heb jij opa Louis gekend? Ik zeg ja. Kun je mij dan vertellen over opa Louis?
Dan leer ik hem ook kennen, dan heb ik ook twee opa's. Ik zeg, Anneliesje, ik zal je alles vertellen wat ik over opa Louis weet. Maar wie daar veel meer over kan vertellen dan ik, dat is uw papa. Want opa Louis was de papa van uw papa. Dat weet ik wel opa, maar mijn papa weet niet over de dood.
Vijf jaar oud. Toen ze acht jaar was, gingen we wandelen. En zei opa, je moet mee gaan wandelen, want ik moet je tijdens de wandeling een en ander vertellen. En ze vertelt mij tijdens die wandeling, een uur lang, tot in de kleinste details, mijn boek helpen bij verlies en verdriet.
Ik zei, Lissie, jij weet het allemaal zo goed. Opa, ik lees dat boek in mijn bed s'avonds. Want in de klas is er af en toe ook wees een kindje dat verdriet heeft. Hij moet dan toch kunnen helpen.
Acht jaar oud. Kinderen zijn daaraan geïnteresseerd. Maar de vraag is, zien volwassenen de kinderen staan?
Carmen is een meisje van dertien. En Carmen vertelt dat haar mama twee jaar en een half ziek is geweest, kanker had. En zegt dat als je twee jaar en een half leeft met een zieke mama thuis, dan wordt het heel stil thuis.
De meeste mensen durven niet meer op bezoek te komen als je geen goed nieuws te vertellen hebt. Ook bij ons thuis, zei ze, was het heel erg stil geworden. Op een dinsdag namiddag om vijf uur veranderde die stilte ineens in een grote drukte. Het moment waarop mijn mama kwam te sterven. Er kwamen vier tantes om elk een van mijn jongere zusjes mee te nemen naar hun thuis tot naar de uitvaart.
Ik was de oudste van vijf en ik mocht thuis bij papa blijven. En die avond kwam de uitvaartverzorger en hij zette zich aan tafel en hij praatte heel lang met mijn papa. En de pastoor kwam en hij zette zich aan tafel en hij praatte met mijn papa.
En onze huisarts kwam en hij zette zich aan tafel en hij praatte met mijn papa. En zo deden buren, familieleden, vrienden, collega's. Meestal als er gebeld werd, ging ik de deur open doen en zei de mensen, Carmen, is uw papa thuis? En ik liet hem binnen en zette zich aan tafel.
En ze praten met mijn papa. Heel de dinsdagavond, de woensdag, de donderdag. Maar donderdagmiddag kwam ook mijn lerares vanuit de school op bezoek. En zette zich aan tafel en ze praatte met mijn papa. En toen ze vertrok, kwam ze heel vriendelijk mij ook een hand geven.
En ik wilde haar vertellen dat mijn mama twee jaar en een half ziek was geweest, kanker had en dus de dinsdag om vijf uur was gestorven. En zei mijn Carmen toch, dat hebt uw papa toch juist allemaal horen vertellen. En ze vertrok. Carmen zei, de tantes kwamen voor mijn jongere zusjes.
De uitvaartverzorger, de pastoor, de huisarts, alle volwassenen, ook mijn lerares van de school, kwamen voor mijn papa. En niemand kwam voor mij. Ik ben aan mijn kamer gegold. Ik heb heel de namiddag en avond op mijn kamer zitten huilen.
Dit moet ons vragen doen stellen. Wat er met... wat kinderen gebeurt als verdriet toeslaat. En hoe komt het dat mensen zoveel moeite hebben om met mensen om te gaan in het verdriet? Omdat we daar zo weinig...
over hebben geleerd. En moesten we daar meer over weten, zou dat heel veel kunnen veranderen. En ook dit wil ik met een voorbeeld duidelijk maken. Het kind van twee ouders, enig kind, verongelukte op de eerste communiedag.
Beide ouders zijn vier weken thuisgebleven van hun werk. En na vier weken, op een maandagmorgen, gaan ze allebei terug aan het werk. Die man werkt...
In een keihard metaalfabriek waar er geen ruimte is voor emoties. De moeder werkt in de keuken van een ziekenhuis, bekend in België om zijn palliatieve zorg. De vader komt die maandagmorgen op zijn werk, na vier weken.
En aan de poort van het fabriek staan twee mensen om hem op te wachten. Ze zeggen, we moesten u aan de poort opwachten en u naar het bureau van de directeur brengen voor het werk terug mocht hervatten. De man dacht, bureau van de directeur.
Het zal er voor mij niet goed uitzien. Ik kom binnen bij zijn directeur. Zet u even. Hij biedt hem een tas koffie aan. Hij zegt, de eerste dag komen we werken.
Wat jullie is overkomen, moet heel erg moeilijk zijn. Vertel eens. Hij laat die man rustig zijn verhaal vertellen. Als die man klaar is, zegt hij, weet je, als je straks het tempo van het werk nog niet aankunt, onderbreek even en neem wat rust.
Hij vraagt aan die collega's dat ze ook even het werk neerleggen. Dat je van iemand wat aanspraak hebt. Als wij voorbij komen, moet je niet denken dat wij zullen zeggen dat die kerels niet moeten werken.
Iedereen op uw afdeling en alle chefs in ons fabriek weet dat jij nog naast het werk hier, nog een andere arbeid hebt, namelijk rouw arbeid. En dat die twee de eerste maanden heel moeilijk te combineren kunnen zijn. Ik heb vorige vrijdag een aantal passages voorgelezen uit een boek over helpen bij verlies en verdriet. Voor al de mensen van uw afdeling en voor alle chefs in ons fabriek. En iedereen weet dat dat hier moet kunnen.
En voor deze middag heb ik een kamer gereserveerd naast de cafetaria. Kies een paar mensen uit waarmee je goed kunt praten om daar samen het middagmaal te gebruiken. Dan moet je niet vanaf de eerste dagen in die grote drukte onderduiken.
Die vrouw kwam ook de eerste dag terug op haar werk in de keuken van het ziekenhuis. De chef-kok stond daar ook heel vriendelijk op te wachten. Hij zei, ah, zet dat terug.
En hoe gaat het ermee? Het is al een beetje over, zeker? Het is ook al een hele tijd geleden.
Ik heb me heel veel werk laten liggen. Hoe harder u moet werken, hoe sneller u zult vergeten en te boven komen. Die man is geleidelijk aan zijn job ingegroeid.
Die vrouw is s'avonds gebroken thuisgekomen van het ziekenhuis. En is nooit meer teruggekeerd naar die werksituatie. Beide chefs stonden hun werknemer op te wachten.
Beide chefs... hadden dezelfde goede intenties. Maar de een wist iets meer over hoe je verlies moest overleven en de ander wist daar niets over.
Hoe komt het dat die fabrieksdirecteur zo zinvol kon reageren? De dag na het ongeval was de huisarts bij die mensen op zoek gegaan en had een boek mee geholpen bij verlies en verdriet. Die moeder zei dat boek heeft mij en mijn man van de ondergang gered.
Dankzij dat boek lopen we hier op deze wereld nog rond. Toen die huisarts hoorde in welke sitting die beide ouders werkten, heeft hij de directeur van de metaalfabriek opgebeld. Hij zei, lees dat boek en doe daar iets mee naar je werknemers, want anders zal die man zich nooit meer kunnen reïntegreren in dat bedrijf. Maar die huisarts vond het niet nodig om een ziekenhuis op te bellen met zoveel artsen die wel zouden weten hoe ze moesten mee omgaan. Want de chef-kok van de keuken wist het niet.
En de artsen... Misschien ook niet. Meer weten zou iedereen in belangrijke mate kunnen helpen. En wat zouden jullie dan allemaal moeten weten over helpen bij verlies en verdriet en het overleven van verlies en verdriet?
Verliesoverleven vraagt om rauw arbeid. En dat woord is eigenlijk heel belangrijk, want het drukt uit dat verliesoverleven werken is. Zeer zware arbeid. Die serieuze belasting betekent voor je lichaam en voor je geest.
En je kan daar doodmoe van zijn en niet vooruit kunnen. En die rouw arbeid moet je door bij elke vorm van verlies. Verlies van gezondheid, verlies van het leven, verlies van een dierbaar iemand, een echtscheiding, verlies van een relatie, kinderen die op school een schooljaar moeten overdoen en al hun vriendjes zien vertrekken. naar de volgende klas.
Mensen die worden gepest, die geen erkenning krijgen. Dat zijn allemaal verlieservaringen. Bij al die verlieservaringen moet je zo'n rouw arbeid door.
om te overleven. En elke arbeid die wij te verrichten hebben, kan je opdelen in taken. Ook die rouwarbeid kan je opdelen in vier taken. En bij elk van die taken kan je elkaar helpen of elkaar voor de voeten lopen. Wat zijn nu die taken van die rouwarbeid?
De eerste taak is het onderhooggezien van de werkelijkheid van het verlies. Als iemand komt te sterven... Zit een mens altijd een beetje met het gevoel van dit kan toch niet.
Toch niet mijn man, toch niet mijn vrouw, toch niet mijn kind, toch nu nog niet. En het kan geruime tijd duren voor alle facetten van die werkelijkheid doordringen in alle aspecten van je besef, van je gemoed en van je leven. En in het begin zie je als het ware soms nog die overledenen nog zitten. Een vrouw, zij kwam het ouderlijk huis binnen en ik zag mijn moeder dan zitten op haar bank naast het vensterraam. Haar moeder was al vier weken begraven, maar ze zag ze terug zitten.
Els vertelde, haar jongste zoon is verongelukt bij een afvaart van de lessen. Zes weken later, op een zondagmorgen, hoorde ze een piano spelen beneden in de woonkamer. Het kon niemand anders zijn, want ze was weduwe en Alex was de enige zoon die ze nog thuis had. Ze zei, ik ben naar beneden gerend, ik kwam mijn woonkamer binnen en daar zat Alex aan de piano te spelen.
Hij had zijn groene jas aan, waarmee hij zes weken geleden naar de lessen was vertrokken. Ik ben naar hem toegegaan, zei ze. Ik heb mijn twee handen op zijn schouders gelegd. Ik heb gezegd, Alex jongen, het is maar een slechte droom geweest.
Hij zei terug. En toen ik mijn handen op zijn schouders legde, glipte hij onder mijn handen weg. Ik heb hem nergens meer teruggevonden.
Ik weet dat dat niet kan, zei ze. Maar ik heb hem dan zien zitten. Ik heb hem horen spelen.
Ben ik dan helemaal gek aan het worden? In de psychiatrie noemt men dat hallucinaties. Dingen zien die er niet zijn.
Dat is een teken van ernstig gestoord gedrag. Maar in de rouwbeleving is dat normaal gedrag van normale en evenwichtige mensen. Ik zal jullie even demonstreren hoe normaal dat is. Je moet je eens voorstellen dat er hier een stoel is. En je moet je eens denken aan de meest dierbare persoon die je in je leven hebt.
Je partner. Je beste vriend of beste vriendin, een van je kinderen. Concentreer je op een persoon waar je op dit moment een zeer intense relatie mee hebt.
En laat je gedachten gaan. Als je kijkt, als dat hier een stoel is, eigenlijk kan je hem hier zien zitten op die stoel, als je erop concentreert. Hoe groot is zij? Zo?
Zo? Wat kleur van haar heeft hij? Bruin?
Blond? Zwart? Draagt hij een bril?
Hoe kijkt ze een beetje verlegen? Wat kan je hier op die tafel zetten voor dat scherm? Wat heeft ze aan? Een blouse?
Een pull? Welke kleur? Als je geconcentreerd denkt aan iemand die je dierbaar is, dan kan je die zien zitten.
Dan kan je beschrijven hoe die eruit ziet. Dit is hetgeen dat gebeurt met mensen die een dierbaar iemand moeten missen. Ze zijn daar van de morgen tot de avond aan aan het denken. En ze zien die, ze horen die en ze ruiken die.
Dus dat is volkomen normaal gedrag. Van normale en evenwichtige mensen. Maar mensen beginnen zelf aan hun gezond verstand te twijfelen.
En durven dit nauwelijks aan iemand te vertellen. En daar begint dan al het isolement en het verdriet. En mensen kunnen zeer bizarre dingen meemaken.
De man van Chris is verongelukt op een vrijdagavond. De politie stond aan haar deur en zei dat er een vrachtwagen door de rode lichten was gereden. En de auto van haar man was onder die vrachtwagen terecht te komen.
Mevrouw zei aan die politiemensen, na zo'n ongeval is iemand niet mooi om te zien. Je zou best niet meer gaan kijken. Probeer het beeld te bewaren van uw man toen hij nog leefde. Chris heeft haar vier kinderen uitgelegd wat er gebeurd was. En heeft alle voorbereidingen getroffen voor de begrafenis.
Maar op de dag van de begrafenis werd ze door iedereen geprezen. Dat is zo'n moedige... een dappere vrouw was. En hij zei, mensen, ik heb toch geen keuze. Ik ben 32 jaar.
Ik heb vier jonge kinderen. Ik kan bij de pakken niet blijven zitten. Ik moet mijn leven in handen nemen en ik moet vooruit. En iedereen zegt, toch knap Chris, de manier waarop je dat opneemt.
Maar voor mij was Jan op dat moment nog niet echt dood. Ik had wel eens een uitvaart georganiseerd, maar ik had me nog niet gerealiseerd. Hij is dood.
Hij blijft dood. En hij komt nooit meer terug. Zeven maanden later deed haar oudste dochter haar eerste communie. En zei, ik dacht... Jan en ik, we hebben toch samen gekozen voor die vier kinderen.
Op die dag van de eerste communie zal hij ons toch niet in de steek laten. Ik ben een uur vroeger met mijn kinderen naar de kerk gegaan om Jan op te wachten aan de deur van de kerk. Want hij wist niet dat er voor hem ook een plaats voorbehouden was vooraan bij de ouders. We hebben een uur zitten huilen omdat hij niet opdaagde, zei ze.
Ik wist dat hij niet zou opdagen, want ik ging elke zondag naar zijn begraafplaats. Wat ik met mijn verstand wist, was in mijn hart en in mijn nieren nog niet doorgedrongen. Ik wist het wel, maar ik voelde het nog niet. En het heeft twaalf maanden geduurd.
Voorin alle vezels van mijn lijf was doorgedrongen. Jan is dood, Jan blijft dood en komt nooit meer terug. En toen heb ik gehuild en geweend, zei ze, twaalf maanden na zijn dood. Maar niemand begreep wat er met mij aan de hand was. En achter mijn rug zeiden de mensen...
Dat kan toch voor haar man niet meer zijn? Want dit gaat ze al verwerkt op de dag van de begrafenis. Er zal waarschijnlijk een andere vent in het spel zijn. Voel je hoe moeilijk voor mensen als niemand dit verstaat? Hoe kan je mensen helpen bij die eerste taak?
Door ervoor te zorgen dat ze correcte uitleg krijgen over wat er is gebeurd. Want je moet kunnen verstaan en begrijpen om dat ook onder ogen te zien. En die uitleg moet meerdere keren worden herhaald. Je moet mensen dus helpen om terug te gaan naar de dokter, terug te gaan naar het ziekenhuis, terug te gaan naar de politie, om nog eens en nog eens en nog eens die uitleg te horen.
Je moet mensen meerdere keren hun verhaal laten vertellen. Want in het vertellen over vallen die stukjes van de puzzel geleidelijk aan op hun plaats. En je moet mensen aanmoedigen om afscheid te gaan nemen van hun overledenen. En die politieagenten waren fout.
Ze zeiden, je moet maar niet meer gaan kijken. Het is goed dat Chris een beeld bewaart van haar man toen hij nog leefde. Maar ze moeten ook een beeld krijgen van die man die niet meer leeft.
Want dit is de werkelijkheid. Ook de kinderen moeten de kans krijgen om afscheid te gaan nemen. En ik weet zeer goed wat ik vertel. Toen ik zes jaar oud was, is in de straat waar ik woonde een jongetje van vier door een vrachtwagen overreden.
S'avonds gingen we met de vier oudste kinderen, ik was toen zes, een laatste groet brengen aan dat overleden kind. Ik zie het nog voor ogen alsof het gisteravond was. Het is zeventig jaar geleden.
Ik zie nog altijd dat jongetje liggen tussen die witte lakens in die voorkamer van die woning. Enkel een handje van het kind kon je boven de lakens zien. Het hoofd was één grote bol wit verband, want het hoofd was verpletterd onder de wielen van die vrachtwagen.
Ik herinner me die avond uit mijn kinderjaren als een avond waarop we veel langer mochten opblijven dan normaal. Een avond waarop we een intens gesprek hadden met onze ouders. En een avond waarop we midden in de week een tas warme chocolademelk kregen.
Iets wat in die tijd in een gezin van elf kinderen enkel op grote feestdagen gebeurde. Ik heb daar geen afschrikwekkend beeld aan overgehouden. Toen ik jaren later aan het sterfbed van mijn moeder zat... Die op 63-jarige leeftijd aan kanker is gestorven. Zij zei op een bepaald moment, goed dat jij psychologie gestudeerd hebt, dat wij zo rustig kunnen praten over alles wat we hier meemaken.
Ik zei, mama, denk je dat ze zoiets leerde in de studies van psychologie? Waar heb jij dat dan geleerd, zei ze. Ik zei, ik denk hier thuis.
En ik vertelde haar, hoe ik me herinnerde, dat we groet gingen gaan brengen aan dat jongetje van vier dat verongelukt was. En zij, de huisarts van het dorp... Was die avond bij alle gezinnen met kinderen langsgekomen.
En had gezegd, ga met je kinderen afscheid nemen. Want die kinderen moeten morgen door diezelfde straat terug naar school. En hoe moeten die kinderen dat verstaan als dit niet hebben gezien? En denk eens na, zei die huisarts, wat je met je kinderen doet als je thuis een warme sfeer wilt creëren. Denk aan de zonnestraal, mijn derde boom van het sprookje.
Mijn moeder zei pannenkoeken bakken en warme chocolademelk maken. Voor pannenkoeken heb je geen tijd, zei de huisarts. Geef ze een tas warme chocolademelk en neem al je tijd om naar je kinderen te luisteren. De boodsen van de huisarts, 70 jaar geleden. Wie zou er vandaag nog met vier kinderen tussen drie en zeven een groet gaan brengen aan een kind van vier waarvan het hoofd verpletterd is onder de wielen van een vrachtwagen.
Maar die huisarts raadde dit aan. Ik ben er na al die jaren nog altijd dankbaar voor. En als je deuren wilt openen voor kinderen in verdriet, dan moet je zorgen dat je altijd de sleutelbos bij je hebt met vier sleutels aan.
Vier sleutels die alle deuren openen naar toekomst in verdriet. Wat zijn die sleutels? De eerste sleutel is luister naar de kinderen.
Iets wat in de drukte van het verdriet vaak wordt vergeten. Tweede sleutel, correcte informatie geven. Ook dit gebeurt vaak niet.
De gesprekken vinden vaak een meter boven het hoofd van de kinderplaats. Derde sleutel, ze mijn warmte en genegenheid omringen. Denk aan de zonnestraal, mijn derde boom van het sprookje, en aan de warme chocolademelk van mijn huisarts.
En vierde sleutel, herinneringen levendig bewaren. Denk aan de dozen van Veerle voor haar kinderen en aan de boodschap van mijn kleindochter. Als je vertelt over opa Louis, dan heb ik ook twee opa's.
Vier sleutels die deuren openen naar toekomst bij kinderen. En die sleutels werken eigenlijk ook bij volwassenen. Want wat zijn jullie anders dan groot geworden kinderen?
Eerste taak, onder ogen zien van de werkelijkheid van het verlies. Eén keer die werkelijkheid begint door te seipelen, sta je voor een tweede taak. En die tweede taak is het ervaren van de...
pijn van het verlies. Je kan geen verlies overleven zonder pijn te ervaren. En alles wat men doet om die pijn te vermijden is verlengen van het rouw gebeuren. En ik zie elke week mensen die antidepressiva voorgeschreven hebben gekregen om verlies te overleven.
Antidepressiva werken goed bij een depressie. Maar een depressie is een psychiatrische stoornis en verdriet is normaal gedrag van normale en evenwichtige mensen. Antidepressiva werkt daar niet bij. Waarom schrijven artsen dat dan voor?
Want ze doen wat ze geleerd hebben in hun opleiding. En ze hebben weinig geleerd over verdriet en verlies. Telkens je aan iets denkt waar die persoon bij betrokken was, kan je geconfronteerd worden met die intense en verscheurende pijn.
Die zonde haven waarop je anders gezellig samen waart. Die lege stoel is zomiddags aan tafel. De eerste keer kerstmis, nieuwjaar zonder die andere.
Vaderdag of moederdag voor kinderen wiens vader of moeder is gestorven. Maar ook het eerste sneeuwklokje in de tuin. De eerste krookjes, de eerste mooie lentedag kan in alle geefigheid die pijn oproepen. En die pijn komt tot uitdrukking in lichamelijke pijnscheuten die je overal in je lijf kunt voelen.
Die gaan door merg en been. Een huisarts zei... Aan zijn collega's, toen ze zeiden, Jan, je hebt nog een beetje pijn waarschijnlijk om de dood van je zoontje. Nee, zei hij, ik heb geen pijn. Ik ben pijn.
Ik ben pijn. Dat drukt uit hoe diep die pijn door merg en been kan gaan. Die pijn komt ook tot uitdrukking in golven van verdriet.
Die komen en die gaan als de golven van de zee. Ik kan dat niet tegenhouden. Die golven van verdriet overspoelen je op de meeste...
onverwachte en verwachte momenten. Die pijn komt tot uitdrukking in extreme vermoeidheid. Je bent doodmoe, je kan niet vooruit, je bent rouw arbeid aan het verrichten.
In gebrekkige concentratie, je kan niks onthouden, je gaat de trap op naar boven om iets te gaan halen, je bent twee treden ver, je weet niet meer waarvoor de trap aan het opgaan zit. Die pijn komt naar buiten in boosheid, prikkelbaarheid en agressie, in schuldgevoelens en in schaamtegevoelens. Wat is helpen bij die tweede taak? Het onderwerp durven blijven vernoemen. Als niemand er nog over begint, laat je mensen in eenzaamheid afrekenen met die pijn en met het verdriet, in plaats van in een zorgzaam contact met andere mensen.
Durf het onderwerp aan te raken. en er naar te vragen en erover te beginnen. Luister hoe het voelt bij mensen en laat hen vertellen hoe het hen voelt. En dicteer niet hoe ze zich wel en niet mogen voelen.
Kom niet met van die goedkope uitspraken af als je bent nog jong, je kan nog kinderen krijgen. Of aan die vrouw van 88 jaar, wie zijn man van 89 jaar gestorven is, wees blij. Dat je hem zo lang hebt kunnen houden.
Ze mag best verdrietig zijn, als na 70 jaar huwelijk. zonder haar man verder moet. Luister wat het betekent voor mensen, in plaats van zelf in te vullen hoe het voelt.
Het meest moeite heeft de omgeving vaak met die boosheid, die prikkelbaarheid en die agressie. Beste mensen, jullie hebben als kinderen allemaal geweten dat boosheid en prikkelbaarheid een normale reactie is als je pijn ervaart. Een kind loopt met zijn knie tegen een tafelpoot en die knie doet pijn.
Wat doet een kind? Stout de tafel, stout de tafel. Die pijn aan die knie komt in boosheid naar buiten.
De pijn van het verdriet komt in boosheid naar buiten. En de meest dierbare mensen krijgen dat die incasseren. Die man werkt dat uit op zijn vrouw, die ouders op hun kinderen, die kinderen op hun ouders en op elkaar.
Als je rustig kunt zeggen, in plaats van je moet je niet kwaad maken. Vertel eens, wat je op dit moment zo moeilijk valt, dat zie je die boosheid meteen zakken. Een ander moeilijk iets zijn die schuldgevoelens.
Was ik gisteren een uur langer, ben mijn moeder gebleven in het woonzorgcentrum, dan was ik erbij als ze gestorven was. Had ik mijn kind maar niet met zijn fiets naar school laten gaan, dan was hij niet verongelukt. Had ik mijn man me aangeraden van iets vroeger naar de dokter te gaan, dan was er misschien nog iets aan te doen geweest.
Ik voel me zo schuldig. Wat zeggen de mensen dan? Je mag je toch niet schuldig voelen, want je kan daar niets aan doen.
Wat is het resultaat? Als iedereen zegt je mag je niet schuldig voelen, dan zullen mensen niemand meer vertellen dat ze zich schuldig voelen. En dan worden die schuldgevoelens opgekropt. Opgekropte schuldgevoelens zijn levensgevaarlijk.
En mijn boodschap is, je moet aan mensen zeggen je mag je best schuldig voelen. Maar je bent niet schuldig. Schuldgevoelens hebben te maken met liefde en met verantwoordelijkheid. En je mag je dus schuldig voelen, want dat is een teken van liefde en verantwoordelijkheid. Maar je hoeft daarom niet schuldig te zijn.
En de enige manier om die schuldgevoelens kwijt te geraken, is dat je ze mag uitspreken, tientallen keren opnieuw, ten aanzien van mensen die bereid zijn van daarnaar te luisteren. Opgekropte schuldgevoelens zijn levensgevaarlijk. Eén voorbeeld. In de Ardennen heeft een jongetje van zes jaar een huis in brand gestoken. En in die brand zijn twee kinderen verkoold achtergebleven.
Toen de politie dat jongetje aansprak, was de eerste zin die dat kind zei en ik heb een jaar geleden mijn papa ook al dood gedaan. De papa van dat kind was een jaar tevoren aan kanker gestorven. En het kind zat al jaren met schuldgevoelens. Het is mijn schuld dat papa is doodgegaan. Die schuldgevoel is hem hier van binnen zitten koken en kolken.
Zijn ontploft in het in brand steken van een huis waar twee kinderen het leven hebben verloren. Beste mensen, die kinderen waren niet gestorven. Had die omgeving meer geweten over rouw en verdriet.
Dan kom ik bij die derde taak. En die derde taak is je aanpassen aan de wereld met het verlies. En ook dit is een moeilijke opdracht. die nooit voor twee mensen hetzelfde is. Vandaar komt de titel van mijn geschenkboekje voor mensen in verdriet, Vingerafdruk van verdriet.
Een vingerafdruk op een blad papier, iedereen herkent dat. Maar ook al herkent iedereen die vingerafdruk, twee vingerafdrukken zijn nooit gelijk. Daarom gebruikt men de vingerafdruk om daders van misdaden op te sporen. Ik spreek dus over de vingerafdruk van het verdriet.
Iedereen moet die rouwarbeid en die vier taken door... Herkenbaar als een vingerafdruk. Maar geen twee mensen doen dat op dezelfde manier.
Als drie kinderen hun moeder begraven, ook als het dezelfde vrouw die wordt begraven, dat is niet dezelfde moeder voor die drie kinderen. Dat is een heel andere moeder voor die dochter die nog thuis woont, dan voor die zoon die al twintig jaar getrouwd is en in Duitsland woont. En je hoort me niet zeggen dat voor de een erger is dan voor de andere, want ik heb geen weegschaal.
Om de zwaarte van het verdriet te wegen, het is anders. Het is, twee mensen leiden nooit hetzelfde verlies. Hoe kan je dan helpen bij die derde taak en weten wat je voor mensen kunt doen, als nooit voor twee mensen hetzelfde is?
Helpen bij die derde taak is luisteren naar het verhaal. Want in het verhalen over, help je mensen... Opnieuw op verhaal komen in het leven.
Op verhaal komen door te verhalen over. Maar aan wie kan je na een tijd nog eens je verhaal kwijt? Een echtpaar vertelt, hun dochter van 28 is aan hersenbloeding gestorven. Ze behoren tot een groep van vijf gezinnen en de pastoor deken tot de liturgische groep van de parochie. En elk voorjaar doen ze samen een uitstap.
En ze zeiden van, wij dachten kunnen wij dit jaar wel meegaan met die uitstap. Het is nog geen jaar dat onze dochter is gestorven. Maar het zijn onze beste vrienden. We zijn toch maar meegegaan. We zijn al drie dagen samen geweest.
Niemand heeft ook maar één keer de naam van onze dochter uitgesproken. Er iets over gevraagd of iets over gezegd. En als ze over hun eigen kinderen aan het praten waren...
Dat is toch normaal dat je aan je dochter denkt die er niet meer is, zei die vrouw. Ik kreeg dan de tranen in mijn ogen. Want niemand had het onderwerp aanraakte. Durfde ik er ook niet meer over te beginnen. En dan zei ik maar aan de mensen, ik denk dat ik me even moet gaan verplaatsen, dat de zon in mijn ogen zit.
Toen ik me tien keer voor de zon had verplaatst, zei ik, amai, jij hebt precies tere ogen gekregen. We zijn thuisgekomen na drie dagen, een afscheid van elkaar genomen. We hebben de pastoor Deke nog naar huis gevoerd.
Toen hij uitstapte, zei hij, proficiat, hebt jullie sterk gedragen. We zijn thuisgekomen. We hebben de hele avond in onze woonkamer zitten huilen.
Dit waren onze beste vrienden. Volgend jaar gaan we onder geen enkele beding meer met een nee. Mensen moeten de kans krijgen om hun verhaal te vertellen.
Dan kom ik aan die vierde en aan die laatste taak. En die vierde taak is opnieuw leren genieten van het leven en herinneringen levendig bewaren. En ook dit is een heel moeilijke opdracht. Mensen durven soms niet meer genieten als die ander niet meer mee kan genieten.
En mensen zitten vaak geen ruime tijd met het gevoel van ik zal nooit meer in het leven een gelukkig moment kennen. Ik zal nooit meer in mijn leven van iets kunnen genieten. Want die vierde taak is ook pas de vierde taak van die rouw arbeid. Het gaan drie anderen aan vooraf. Opnieuw leren genieten.
En herinneringen levendig bewaren. Hoe kan je de herinnering levendig bewaren als iedereen de herinnering aan die persoon doodzwijgt? Sterven is verhuizen van de buitenwereld naar het hart van iedereen die van je houdt.
En daar in de herinnering leeft iemand verder. En het is dus heel erg belangrijk om herinneringen te cultiveren en ook warm te houden. Heel onze cultuur is gebouwd... Op herinneren.
Op marktpleinen zijn standbeelden van lang overleden personen. Straten worden genoemd naar mensen die al lang overleden zijn. Ze worden op postzegels afgedrukt.
Dit is de basis, herinneren is de basis van cultuur. En het is zo jammer dat we dat in het rouw gebeuren soms vergeten. Verlies overleven is dus rouwarbeid verrichten.
Het bestaat uit die vier taken. Hoe lang duurt zoiets nu? Ik kan dat geen tijdsduur op plakken.
Dat verschilt van persoon tot persoon, zoals die vingerafdruk. Maar als ik u een benadering zou moeten geven, zou ik zeggen dat het niet abnormaal is als het drie jaar duurt om het verlies van een dierbaar iemand zo te overleven dat je weer kunt genieten van het leven. Het is niet abnormaal als dat zeven jaar duurt Na het sterven van een kind. En ik wil niet zeggen dat je al die tijd ontroostbaar verdrietig bent, wat de minste aanleiding voldoende is, om het onrept op het topje van je tong te hebben en de tranen in je ogen te hebben. En verlies overleven heeft niets te maken met vergeten.
Ben je hem nu nog niet vergeten, zeggen de mensen soms. Wie van jullie zal ooit vergeten dat een vader een moeder hebt gehad? Dat kan toch niet?
Het heeft niets te maken met loslaten. Je moet hem leren loslaten, zeggen de mensen. Verlies overleven is niet loslaten, maar anders leren vasthouden.
Leren vasthouden in de herinnering in plaats van in de buitenwereld. Het heeft niets te maken, maar het is nu over, het is nu voorbij. Het heeft alles te maken met het verlies integreren in je leven. Waar het met je mee gaat. gedurende gans je verder leven.
En zoals die vingerafdruk heb ik daar ook een heel mooi beeld voor. Dat is het beeld van een schaduw. Als ik rondwandel, dan wandelt mijn schaduw overal met mij mee. En ik kan die nooit thuis laten.
Die schaduw is er altijd. En soms is die groot, en soms is die klein. Soms ligt die voor mij, naast mij of achter mij.
En soms zie ik die, en soms zie ik die niet. En ik kan op een bepaald moment een hoek van een straat omslaan, en ineens ligt die schaduw weer uitgestrekt. voor mijn voeten. Op het moment dat ik dat niet verwacht.
Zo is dat ook met verlies dat je meemaakt. Dit gaat met je mee door het leven als een schaduw. Het ene moment voel je het meer, het ander minder. Je kan een hoek van het leven omslaan en ineens kan die schade, kan de verdriet daar weer levensgroot liggen. Ik denk aan wat Fabien vertelde.
Fabien was 18 jaar toen haar beide ouders Toen een spookrijder zijn doodgereden. Toen ze 29 was, ging ze naar de winkel om een nieuw mantel te kopen. En ze was blij gezind. Uit een pasgokje kwam een meisje van 18, die zei, mama kijk eens, staat me dat. Die eenvoudige woorden, zei ze.
Uit de mond van een meisje van 18 jaar. Mijn leeftijd als mijn ouders zijn doodgereden. Die eenvoudige woorden veroorzaakten bij mij een stekende pijn, zei ze. Van mijn hoofd tot in de toppen van mijn tenen.
De tranen liepen langs mijn gelaat. Ik heb die mantel laten vallen op de grond. En ben al huilend die winkel uitgelopen, terwijl de verkoopster weg erna liep. En over waar ik liep, zag ik niets anders dan moeders met dochters en dochters met moeders.
En ik alleen had geen moeder meer. Ik ben thuisgekomen, ik heb me op de sofa gegooid. En ik heb twee uur liggen huilen, zei ze. En na twee uur kon ik terug op adem komen. En mijn tante zei, Fabien, dat is nu elf jaar geleden.
Dat is niet meer normaal. Jij moet dringend een psycholoog of een psychiater opzoeken. Beste mensen, voor mij heeft Fabien geen psycholoog of geen psychiater nodig. Maar mensen in haar omgeving, die haar met warmte en genegenheid omringen.
Zoals de zonnestralen op mijn derde boom van het sprookje. En die haar duidelijk maken... Dat dit normaal gedrag is van normale en evenwichtige mensen. Wat kan er nu abnormaal zijn aan het feit dat ze na elf jaar nog in staat is om van haar ouders te houden? Mensen weten het vaak niet.
Ik heb nu heel veel verteld over sterven en afscheid nemen op die manier. Maar ik heb in mijn inleiding gezegd, die rouwarbeid maak je mee bij elke vorm van verlies. En een vorm van verlies waar heel veel mensen mee geconfronteerd worden en die een derde van de kinderen in onze samenleving meemaken, is echtscheiding.
En ik wil nog kort en beknopt iets zeggen over echtscheiding. In mijn boek Kinderen helpen bij verlies en verdriet heb ik een extra hoofdstuk daaraan gewijd en probeer ik in dat hoofdstuk een aantal misverstanden uit te roeien die algemeen verspreid zijn. En een van die misverstanden is echtscheiding.
Dat is het ergste voor de kinderen. Twee volwassenen beslissen dat, maar de kinderen moeten dat ondergaan. Dat is het ergste voor de kinderen.
Beste mensen, dat is een misvatting. Dat is niet juist. Uit onderzoek weten wij dat het beste is voor kinderen opgroeien in een harmonisch gezin. Het tweede beste is een harmonische echtscheiding. Het derde beste...
Is een vechtscheiding het allerslechtste voor kinderen? Is heel hun kindertijd doorbrengen in een conflictueus gezin? Echtscheiding is dus niet het ergste, maar het tweede beste. En denk niet dat je keer reclame staat te maken voor echtscheiding.
Maar waarom is echtscheiding vaak zo moeilijk voor kinderen? Omdat ouders met de beste bedoelingen de meest verkeerde dingen doen. Wat doen goede ouders die echt met hun kinderen begaan zijn?
Als ze het gevoel hebben... Dat hun relatie op de klippen kan lopen. Wat zullen ze doen? Dit zo lang mogelijk verbergen voor de kinderen, om de kinderen verdriet te besparen.
Wat denk je dat in die kinderen omgaat, als mama s'morgens om zeven uur, met betraande ogen de kamer binnenkomt, papa is deze nacht vertrokken. Welke garantie hebben die kinderen, als ze drie dagen later wakker worden, dat mama ook niet vertrokken zal zijn. Als papa dat gedaan heeft zonder te verwittigen. Dat is juist een drama voor kinderen.
Een moeder vertelde mij, ze werd s'nachts om vier uur wakker, ze ging beneden iets gaan drinken, en haar zoontje van tien jaar lag op de bovenste treden van de trap te slapen. Had hij naar beneden gevallen, hij had kunnen dood zijn. De volgende dag verneemt ze dat hij al zeven maanden, elke avond dat ze naar zijn bed wordt gestuurd, zijn uiterste best doet om wakker te blijven en niet in slaap te vallen.
Uren dan een stuk. Tot hij mama hoort naar boven komen. Hij hoort dat de deur van haar kamer dicht is.
En dan wachtte hij nog een ruime tijd tot hij zeker was dat ze sliep. En kwam uit zijn bed en installeerde zich op de bovenste treden van de trap. Want zoveel maanden geleden was papa minder in de nacht vertrokken. Hij wilde mama tegenhouden als dat ook van plan was.
En in de klas viel hij in slaap en kreeg hij straf en vermaningen. Maar s'nacht zat hij gewaakt op de bovenste treden van de trap. Dat is juist een drama voor kinderen.
Wat moeten ouders doen? Van zodra ze weten dat dit kan gebeuren, dit vertellen aan de kinderen. Want iets waar je op voorbereid bent, komt minder hard aan dan iets wat je plots overvalt.
Men moet aan de kinderen uitleggen waarom men uit elkaar gaat. Een heldige uitleg kan zijn, papa en mama hebben elkaar ooit heel graag gezien, maar is overgegaan en we weten niet hoe dat gekomen is. Men moet aan de kinderen vertellen...
vertellen dat er een verschil is tussen echtelijke liefde en ouderlijke liefde. Dat het niet is omdat papa en mama niet meer van elkaar kunnen houden, dat ze nog allebei van hun kinderen kunnen houden. Men moet aan de kinderen vertellen wat er nu thuis zal veranderen door die echtscheiding.
Zodat kinderen voorbereid zijn. Men moet aan de kinderen uitleggen hoe er voor hen zal worden gezorgd. Men moet aan de kinderen zeggen dat ze het recht hebben om boos en verdrietig te zijn.
En je moet zorgen dat ze met hun boosheid en verdriet bij iemand terecht kunnen, zolang de ouders zelf niet in staat zijn om dat op te vangen. Men moet aan de kinderen zeggen dat ze geen schuld hebben aan de echtschijn van hun ouders. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor hun ouders, zoals ouders zich verantwoordelijk voelen voor kinderen.
En kinderen vanuit die verantwoordelijkheid voelen zich soms schuldig daaraan. Het is dus ruzie geweest over dat televisie kijken, of over... hun huiswerk en nu gaan papa en mama uit elkaar.
Het zal wel mijn schuld zijn, denken de kinderen. Nee, je hebt geen schuld aan de echtscheiding. Men moet ervoor zorgen dat de kinderen niet elk weekend met het pakje agressie van de ene ouder naar de ander worden gestuurd. En men moet ervoor zorgen dat de kinderen van beide ouders een zo positief mogelijk beeld kunnen bewaren.
In godsnaam raad mensen aan van elkaar niet zwart te maken. in de ogen van de kinderen. Enkele jaren geleden zag ik een meisje van 22 afgestudeerd naar de hogeschool en ze zei ik heb een koord gekocht en ik denk mij in augustus op te hangen in een eenzaam bos want ik heb geen leven en geen toekomst. Ik ben de dochter van de grootste smerlap van Europa.
Wie wordt er nu ooit verliefd? Of wil je nu door het leven gaan met de dochter? van de grootste smeerlap van Europa. Haar ouders waren gescheiden en haar moeder sprak over haar vader als de grootste smeerlap van Europa. Dat kind was daar wel de dochter van.
Maak elkaar niet zwart in de ogen van kinderen. En ouders die nu alles fout hebben gedaan van wat ik nu juist heb verteld, kunnen dit altijd goed maken bij hun kinderen door te zeggen ik heb daar nu iemand over praten of ik heb daar iets over gelezen. En moest ik dit allemaal geweten hebben, zou ik dat op een andere manier hebben aangepakt. En misschien kunnen we eens een aantal dingen samen bespreken. Voor kinderen kun je altijd alles goed maken.
Ik moet ongeveer naar het einde toe gaan. En ik had gezegd dat ik zou afronden met een aantal heel concrete boodschappen. Heel vaak als verdriet toeslaat in de omgeving, zie ik dat de meeste mensen met mensen begaan zijn. Maar als ik zeg aan mensen, ga naar die mensen naartoe, dan krijg ik heel vaak als reactie, ik zou wel willen, maar ik durf niet.
En als ik vraag wat hen tegenhoudt, ja, ik weet niet wat ik op zo'n moment aan mensen moet zeggen. In het boek Helpen bij verlies en verdriet, heb ik een hoofdstuk gewijd aan drie vragen. Wat kan je zeggen aan mensen die in diep verdriet?
Wat kan je schrijven aan mensen? Wat kan je doen voor mensen? Ik wil op die drie vragen... ...nog proberen een aantal elementen te geven.
Eerste vraag, wat kan je zeggen aan mensen in diep verdriet? Mijn boodschap is, vergeet die vraag, stel eens een andere vraag. Niet wat moet ik aan die mensen gaan zeggen, maar wat zouden die mensen vanuit hun verdriet aan mij te zeggen hebben. Ga om te luisteren wat mensen vanuit hun verdriet te zeggen hebben.
Maar luisteren naar verdriet is niet eenvoudig. En in het boek geef ik negen tips even te lezen om beter te kunnen luisteren naar verdriet. Ik herlees ze minstens één keer per maand zelf.
Voor ik naar iemand naartoe ga om ze helder in mijn hoofd te hebben en er rekening mee te houden. Ik zal dat nu niet allemaal opnoemen, maar een van die tips wil ik u toch wel meegeven. Kom niet binnen met de vraag hoe is het of hoe gaat het.
Hoe kan je erop antwoorden als je vol verdriet bent? Meestal krijg je zelfs het antwoord er gratis bij. Hoe is het goed zeker? En vertel dan maar dat je je ellendig voelt.
Veel beter kan je de vraag stellen. Vertel eens hoe je de laatste dagen bent doorgekomen. Dat is een heel ander soort vraag.
Negen tips om beter te kunnen luisteren. Tweede vraag. Wat kan je schrijven aan mensen?
In het boek geef ik zeven gedachten die je in je hoofd moet hebben als je een zinvolle brief wilt schrijven. En drie gedachten als je een zinvol kaartje wilt schrijven. Ik zal het niet allemaal opnoemen, maar ik wil u één voorbeeld vertellen.
Mijn jongste dochter was 13, kwam thuis van school, zei papa, overmorgen wordt de moeder van een lerares begraven, want ze zijn examens op school en niemand kan naar die begrafenis gaan. Moeten wij met de klas daar iets voor doen? Ik zei, Lien, je zou met de klas een mooie brief kunnen schrijven.
Een brief, papa? We zijn kinderen van 13 jaar. Ik zei, het is nooit te laat of te vroeg om dat te leren.
Maar ik denk niet dat de klas veel zin zal hebben, want het is eigenlijk... Een heks van een wijf. Die kan nu nooit eens binnenkomen op een normale manier in een klas.
Ik zei, misschien was haar moeder al een heel tijdje ziek. En werd ze dat uit op de klas. Papa, daar heeft niks mee te maken.
Iedereen op school kent dat mens. Die is altijd zo geweest. Die zit gewoon verkeerd in haar vel.
Ik zei, toch zou je eens één dag naar het geneer moeten kunnen leggen. De dag dat haar moeder wordt begraven. Maar papa, wat moeten we dan schrijven? Ik zei, Glinde, ik neem het boek.
En ik overloop met u eens de zeven gedachten. die je in je hoofd moet hebben. Ik zeg, kan je daar iets mee? Ik zal er eens over nadenken. De volgende dag komt ze thuis.
Papa, ik heb samen met mijn vriendin een brief opgesteld. Een beetje zoals we ons dat geleerd hebben. Iedereen van de klas heeft er zijn naam onder geschreven.
We hebben die meegegeven aan de directie voor de begrafenis. Ik zeg, Lien, dat vind ik knap. Vijf maanden later, einde schooljaar, komt ze thuis. Ik zeg, papa, we hebben vandaag... De laatste les gehad weet je van die lerares waar we moesten een brief naar schrijven.
Hij stond voor onze klas en zei, jullie klas, die ga ik nooit meer vergeten. Ook al word ik meer dan honderd jaar, jullie klas zal ik altijd blijven onthouden. En niet alleen jullie klas, maar ook elkeen van jullie hier in die klas. Ze heeft iedereen aangekeken en traag alle namen genoemd van iedereen van de klas.
En de tranen liepen langs haar gelaat. Papa en iedereen van de klas. Ik vind het jammer dat we volgend jaar van argilesme zullen krijgen.
Maar ik heb het je nog niet verteld. Toen ze teruggekomen is naar die begrafenis, is er in onze klas een heel ander mens geworden. En iedereen heeft die zo graag.
Van een heks van een wijf, hebben ze een vrouw gemaakt om van te houden. Door de manier waarop ze geleerd hebben hun deelneming te betuigen. Dit kan je kinderen leren. En dan mijn derde vraag.
Wat kan je doen voor mensen? Ga naar mensen naartoe en luister. En als je goed geluisterd hebt, moet je dan doen luisteren. En als je nog eens hebt geluisterd, probeer dan nog eens te luisteren. Er is een Vlaams spreekwoord dat zegt een goed luisteraar is vaak een goed spreker.
Als je aandachtig luistert, hoor je wat mensen moeilijk vinden en waar ze vastlopen en waar je hen misschien mee kunt helpen. Misschien kan je de eerste weken af en toe eens een ketel warme soep brengen als mensen de kracht niet hebben om te gaan koken. Of voor je naar het groot warenhuis gaat, even gaan aanbellen.
Kan ik voor jullie ook iets meebrengen van het groot warenhuis. Maar staan aanschuiven aan die kassa in een groot warenhuis, als je vol verdriet bent, is vaak een stap te hoog over de drempel. Of mensen gaan ophalen thuis, de eerste dag dat ze terug naar het werk komen, dat ze de eerste dag niet achter het stuur van de auto moeten zitten en niet alleen over die drempel van de werksituatie moeten binnenstappen.
Of ze gaan ophalen om ergens mee naartoe te gaan. Want ergens alleen binnenkomen als je vol verdriet bent, is voor mensen vaak te moe. Ik hou ook een pleidooi om de datum van een overlijden op je kalender te noteren. En stuur mensen eens een kaartje op de verjaardag. Het is een jaar, twee jaar geleden.
Dat doet mensen onzachtelijk veel plezier. De herinnering levendig houden op die manier. En heel vaak...
Ik kan die mensen ook helpen met hen iets te lezen te geven over verlies en verdriet. Dit heb ik geleerd van die ouders wiens kind toen verongelukt was. De huisarts had een boek mee en dit heeft ons leven gered.
We hebben daar erkenning in gevonden. We konden passages laten lezen door onze buurten en onze familie lezen die niet wisten hoe ze met ons moesten om. Beste mensen, ik ben overtuigd dat leren...
Over verlies en verdriet een heel adequate manier is om te leren over liefde en verbondenheid. En de manier om te werken aan een wereld voor morgen waar er meer plaats zou zijn voor verbondenheid tussen mensen en voor wereldvrede dan in de wereld van vandaag. Ik dank jullie voor het lange luisteren.
Dank je wel, Manu Keersen. Ik denk dat er nog heel veel mensen achteraf de opname nog eens opnieuw gaan bekijken, want je hebt hen heel duidelijk geïnspireerd. Ook heel veel vragen die zijn binnengekomen, verhalen ook die gedeeld zijn geweest. Eentje dat regelmatig terugkomt is het onbegrip in de omgeving.
Als je de minder typische vormen van verlies hebt, zal ik maar zeggen, Dus bijvoorbeeld een chronische ziekte hebben die niet zo zichtbaar is. Of een kindje dat doodgeboren is. Of ongewild kinderloos blijven.
Ja, of nog heel lang blijven treuren na een scheiding. En dat mensen dan eigenlijk daar weinig begrip voor hebben. Dat je daar zoveel verdriet van hebt. Of zo lang verdriet van hebt.
En dat ze ook ongemakkelijke dingen zeggen. persoon met het verdriet doen om toch meer steun en meer begrip te krijgen. De courante vraag waarmee mensen elkaar ontmoeten is vaak hoe is het of hoe gaat het?
En eigenlijk verwachten mensen dat je daarop antwoordt goed. Sommige mensen doen dat ook om ervan af te zijn. Als ik zeg dat het mij niet goed gaat, dan maak ik de mensen maar moeilijk en vervelend.
Mijn boodschap is, als die vraag wordt gesteld, kijk mensen in de ogen. aan. Tel in stilte van 1 tot 5 voor je reageert.
Waarom van 1 tot 5? Dat is iets dat je goed kunt en iets doen wat je goed kunt, dat geeft rust. En kijk mensen ondertussen in de ogen aan. Als het je echt interesseert, wil je daar wel eens iets over vertellen. En als je dat doet, sommige mensen gaan meteen gaan lopen.
Andere mensen gaan schrikken. En andere mensen gaan rustig blijven stilstaan. Maar zelfs als die gaan lopen of die schrikken, is er een heel grote kans dat ze die reactie nooit meer vergeten. Dat ze op een bepaald moment terugkomen.
Je hebt toen zo gereageerd, ik wist niet wat ik moest doen. En dan heb je een klimaat van gesprek daarover. Heel vaak kan je ook als mensen zeggen, wat zou ik voor je kunnen doen?
Je zou me een plezier doen. Maar het is die twee bladzijden te lezen die ik je zou geven. Want dan laat je mensen iets ontdekken wat ze verkeerd doen. Ze ontdekken het dan zelf.
En dat is iets anders dan om de vingers getikt te worden door iemand en een opmerking te krijgen. Laat mensen zelf ontdekken wat ze zouden kunnen doen. De meeste mensen willen wel helpen, maar weten en hebben nooit geleerd hoe ze dat kunnen doen. En zo, wacht, tel van één tot vijf.
En kijk ze de ogen aan. Oké, dankjewel. Een andere vraag die ook bij velen terugkomt is...
Als je iemand dierbaar verloren hebt... Alle familieleden zijn die persoon ook verloren. Die gaan er op een andere manier mee om.
Soms wordt er zelfs op familiefeesten niet meer over de overledene gesproken. Dat doet dan enorm veel pijn. Hoe pak je dat dan aan?
Moet je mee... Zorg dragen voor de anderen en hun verdriet? Of moet je toch op een bepaald moment ook jouw manier van verdriet opeisen? Ja, een typisch gebeurde is zo, je hebt de kerst-en nieuwjaarsdagen. En families komen bijeen in familiereunies en er is iemand gestorven in het voorbije jaar en er wordt niet over gepraat.
Waarom wordt er niet over gepraat? Omdat de meeste familieleden zeggen, we moeten op zo'n feestdag, moet het feest zijn en moet je de pijn niet opdoen. Maar hoe kan je feestdagen doorgaan zonder verdriet? Feestdagen zijn vaak dagen van groot gemis en van groot verdriet.
En mensen zullen wel iets willen doen, maar ze weten niet wat ze moeten doen en dus wat doen ze? Daarover zwijgen allemaal. De boodschap die ik vaak aan mensen meegeef voor kerstmis, nieuwjaar bijvoorbeeld, vraag aan iedereen van één herinnering aan die persoon op een kaartje te schrijven, in een omslag te steken en mee te brengen. Je kan het in de kerstboom hangen.
Je kan dat lezen aan het tempo waar je zelf aan kunt. Dus we moeten mensen concrete dingen leren wat ze kunnen doen voor anderen, want ze hebben het niet geleerd. Mocht ik minister van Onderwijs zijn, Het zou een onderwerp zijn op de school, vanaf de kleuterschool tot de universiteit. Want iedereen wordt er inderdaad mee geconfronteerd.
En je sprak zojuist over mensen die kinderloos blijven. Ook dit is een verlies. Wordt niet bij stilstaan. Er gaat een leven met mensen mee. Ze zien al hun vriendinnen zwanger, met kinderwagens over straat.
Op de werksituatie mogen ze elke trimester luisteren naar de prachtige verhalen over de schoolresultaten van de kinderen van hun collega's, als ze zelf geen kinderen hebben. Later krijgen ze de huwelijksaankondiging van de kinderen van hun vrienden. Nog veel later de geboortekaartjes.
En de kinderen van hun vrienden trouwen. Ze mogen daar wel naartoe gaan, maar ze maken het zelf in eigen leven allemaal niet mee. Dat is een verlies dat bij mensen meegaat, een levend verlies tot het einde van hun leven. Dat is het altijd. En daar zorg voor dragen, daar aandacht voor hebben.
is eigenlijk een vorm van maatschappelijke betrokkenheid en maatschappelijke ontwikkeling. Er is ook al een verzoekje binnengekomen of je daar misschien ooit ook eens een lezing over kunt komen geven. In het boek heb ik een hoofdstuk gewijd aan verwachten en verliezen.
Het gaat onder andere daarover, over kinderloos blijven en over complicaties bij de geboorte, een kind krijgen met een beperking en al die dingen meer. Ja, en dan nog een andere situatie die mensen aanhalen in de chat is als je heel plots afscheid moet nemen of geen kans hebt gekregen om afscheid te nemen. Heel plots met verlies geconfronteerd wordt. Maakt dat het proces moeilijker? Het plotse sterven maakt het nog in belangrijke mate moeilijker, want je krijgt het gevoel van er kan hier elk moment alles gebeuren.
Als dit mee overkomt... Ik kan elk moment, omtegen welke ramp, op mijn pad komen. En dat komt bij mensen heel confronterend aan.
Iemand die ziek is, gedurende een geruime tijd, je kan je daarop voorbereiden. Maar wat plots te sterven, daar zijn weinig mensen op voorbereid. En je hebt niets meer aan elkaar kunnen zeggen.
Mijn boodschap is, je kan altijd nog iets zeggen aan iemand. Die persoon kan alleen niet meer antwoorden. Maar als je die goed gekend hebt...
Kan je zo invullen wat hij zou antwoorden? Ik raad me eens van, zeg nog alles wat je te zeggen hebt. Het is opvallend dat kinderen dat zo goed weten.
Een jongetje van elf komt thuis van school op het einde van het trimester met een stralende glimlach. Hij heeft zijn schoolrapport, is langs de begraafplaats van papa gegaan, heeft al zijn uitslagen voorgelezen voor papa. En hij zegt, papa was heel content met mijn uitslagen.
Het kind heeft gelijk. Papa kan niet meer antwoorden, maar het kind kan zo invullen, vanuit zijn verbondenheid met die papa, hoe dat papa daarop zou reageren. Ja, en een ander voorbeeld ook nog.
Als je twee dierbaren op korte tijd na elkaar verliest, wat doet dat met de rouwarbeid die je te doen hebt? Je kan niet voor twee dingen terzelfde tijd rouwen. En wat zie je?
Dat je dan eens... Het ene als het ware wordt opgeborgen, of dat je het ene moment voor het ene houdt en het andere moment voor het ander. Ik zal het met een heel concreet voorbeeld duidelijk maken. Ik heb het gehad over Fabien.
Bijna beide ouders door een spookrijder zijn doodgereden. Fabien kreeg regelmatig de opmerking, Fabien, uw papa heeft u ook graag gezien. En ze zegt, maar dat wist ik toch.
Waarom zeggen mensen nu zo'n domme dingen? Tot haar grootmoeder, langs vaders kant ook eens zei, Fabien, ik wil je toch eens duidelijk zeggen dat uw papa u ook graag heeft gezien. En ze ontplofte.
Ook mijn grootmoeder komt dan met dit soort stomiteiten af. Waar halen ze dat nu toch? Ik weet dat toch.
Maar in haar verdriet was ze altijd bezig. Over haar mama die ze miste. Heel normaal, een meisje van 18, waar ging ze met haar emoties naartoe?
Naar haar mama. En ze had nu zoveel verdriet en ze had geen ouders meer. En geen mama meer waarbij ze terecht kon.
Dus ze miste haar mama. En in haar tranen, in haar huilen, ging het altijd over haar mama die ze miste. Maar zeg, als ik met mijn schoolrapport thuis kwam.
Als mijn fietser lekker band had. Als de wasmachine kapot was. Zat ik uren op de grond te huilen.
te huilen omdat ik geen papa had. Dus in het ene miste ze haar papa en in het ander miste ze haar mama. En dat ging niet dezelfde tijd.
Het een kwam na het ander en door elkaar. En als je verschillende verliezen meemaakt op korte termijn, zie je dat soms opgeborgen wordt voor jaren ver nog. Ja, en we hebben ook het voorbeeldje gekregen in de chat van één ouder die overlijdt en dan de andere ouder... Die niet meer verder wil leven zonder de partner.
Dat is eigenlijk ook een vorm van verlies. Niet meer verder willen leven in verdriet en in verlies is een heel normale reactie. Zelf dood willen, zelfmoordgedachten hebben, beschrijf ik in mijn boek, is volkomen normaal.
Je wilt, en zeker bij ouders wiens kind sterft, we zouden... We zouden liever dood zijn dan hier nog rond te lopen. Want dat wil niet zeggen dat die echt niet willen leven. Maar ze willen zijn bij hun kind en dat kind is in de dood. En dus zelfmoordgedachten beschrijf ik in mijn boek.
Dat is een heel normale reactie van normale mensen. Het abnormale begint als je concrete plannen begint te maken om het uit te voeren. Maar die gedachten willen niet zeggen dat je dood wil, maar je wil weg.
uit dat leven waar die persoon niet meer is. Dat blijft natuurlijk moeilijk voor de familie die op het eerste verlies nog aan het verwerken is, om dat dan te moeten vaststellen. En heel vaak bij ouderen mensen speelt dat ook.
En je moet ook eens kijken, je moet eens aan een gemeente denken waar een kind van twaalf verongelukt op een kruispunt. Waar dezelfde maand een vrouw van 38 aan kanker sterft die drie jonge kinderen heeft. Waar dezelfde maand een man van 89 sterft, die een vrouw achterlaat van 88. Waarover zal gepraat worden en waar zal men aandacht voor hebben voor de eerste twee.
Maar die vrouw van 88, die heeft evenveel verdriet als die andere situaties. En dat is even moeilijk. En het is op hun leeftijd gekomen dat ze haar man misschien meer nodig had om zelfstandig te kunnen leven dan 10 of 15 of 20 jaar geleden.
En niemand staat daarbij stil wat dat betekent. Ja, en als je dan zo verschillende mensen verloren hebt, of meerdere vormen van verlies tegelijk, iemand zegt, ja, dan merk je dat mensen soms ook heel erg angstig worden voor wat er allemaal zomaar plotklap zou kunnen gebeuren. Gaat dat ooit over?
Dat gaat over als je voldoende aandacht krijgt, voldoende warmte krijgt van mensen, voldoende je verhaal kunt vertellen. Dan zie je wel... Ik beschrijf in het boek, sommige verliezen die komen bij mensen aan als een emotionele aardbeving.
En alles in hun leven is uit elkaar gespat en ze moeten eerst de brokstukken terug bijeen zoeken om die te kunnen lijmen voor ze zich terug mens voelen. En je moet je eerst terug mens voelen voor je man en vrouw, vader en moeder voor kinderen kunt zijn. En dat is een zeer moeizaam proces.
waar sommige mensen niet alleen door geraken. En de meeste mensen hebben daar geen professionele hulp nodig, hebben geen rouwtherapeuten nodig, als in de omgeving maar een paar mensen zijn die hen met warmte en met genegenheid hun verhaal laten doen als het moeilijk is en hen kunnen ondersteunen. We hebben het daar straks ook gehad over de golven van verdriet die je overspoelen.
Matthias vraagt bijvoorbeeld hoe ga je daar dan mee om met die gevoelens die jou op de meest onverwachte momenten kunnen overvallen. Want in bepaalde contexten is dat natuurlijk heel moeilijk. Ik herant mensen vaak aan, denk eens goed na waarin je rust kunt vinden, waarin je jezelf verwendt.
Je staat voor een zeer zware rouwarbeid die zeer uitputtend is, die je kan overspoelen. En zoek dingen waar je van wendt. Alles wat je van geniet. Wil je je bed blijven liggen tot tien uur?
Heb je nood aan een sauna, een warm bad? Ergens naartoe gaan in de natuur, waar je je rustig en aangenaam vindt? Gezelschap opzoeken van mensen, waar je je vertrouwd bij voelt? Alle dingen waarin je jezelf en je lichaam verwend en verzorgd helpt om het hoofd te bieden aan die grote overrompeling die je meemaakt. Ja, en stel na een tijdje, als je dan terug aan het werk bent en het overvalt jouw midden op het werk bijvoorbeeld.
Ja, ja. Het komt erop aan van in werksituaties aandacht hebben voor verdriet. Werkgevers zouden moeten weten dat de mensen hun verdriet niet achterlaten in het kastje met hun persoonlijk gerief aan de ingang van het bedrijf, maar dat ze het meenemen op de werkvloer. En mijn boodschap is dat men zegt van, hoe lang?
Moeten mensen een ziekte verloffen na een verlies? Mijn boodschap is zo snel mogelijk terug aan het werk. Maar in werksituaties waar een werkgever aandacht heeft voor het verdriet.
Het voorbeeld dat ik aangegeven heb van de metaalfabriek. Die man kon na vier weken terug aan het werk. Die vrouw haakte volledig af omdat die chef, kok, niet wist hoe hij haar moest benaderen in dit soort situaties. Als werkgevers die kunnen omgaan met verdriet en verlies van hun medewerkers, dan gaat het voor mij om het falen van de werkgever en niet om het falen van de werknemer. Want de werknemer betaalt vaak de rekening voor het falen van de werkgevers.
Maar er wordt hier ook gezegd, sommige mensen willen ook hun emotie niet tonen, willen er ook niet over praten. Hoe moet je omgaan met een rouwende die... niet wil praten over het verlies. Je hebt heel gesloten mensen die het niet kunnen van daarover te praten. Ik raad mensen aan, je moet eens kijken naar de natuur, wat de zon met de bloemen doet.
Door de warmte van de zonnestraal gaat de bloemknop open. En als de zon ondergaat en koud en kil wordt, gaat die bloemknop terug dicht. Mensen die heel gesloten zijn, omringen die met warmte. Een genegenheid. En als ze eraan toekomen, zullen ze wel openkomen.
Maar niets van alles wat ik verteld heb, moet. Verlies en verdriet is al zo dwingend, dat niets van al die dingen moet. Die dingen kunnen helpen, maar ze moeten niet. En we moeten mensen respecteren. Elke mens mag dit op zijn manier doen.
Je kan in hetzelfde gezin, een kind is gestorven, die vader gooit zich op zijn werk, die moeder zit in tranen de hele dag. Die puberbroer zet luide muziek op in zijn kamer. Die dochter trekt naar haar vriendinnen omdat daar het plezier is dan in het oord van verdriet thuis.
En dat is allemaal onder hetzelfde dak. En het is niet uitzonderlijk dat ze onder hetzelfde dak in verschillende kamers tussen de lakens liggen te huilen. En met het verdriet niet bij elkaar terecht kunnen. Want als die dochter met haar verdriet bij haar moeder komt, krijgt ze nog eens het verdriet van mama erbij.
Dus soms hebben ze een tijd nodig waar ze bij anderen terecht kunnen en niet bij elkaar terecht kunnen, omdat het te zwaar is om te dragen. En iemand die echt met niemand wil praten, moet je die toch proberen te stimuleren om erover te praten? Je kan pogingen doen, maar het mag niet zijn aan iemand trekken. We moeten iemand kunnen aanvaarden zoals zijn manier van doen is.
Je moet ook zien, sommige mensen bergen het op en kan heel veel later ineens boven komen. Een vrouw vertelde mij, haar dochtertje, haar eerste dochtertje is gestorven zeven uur na de geboorte. En ze zei, eigenlijk was het een opluchting, want we hebben dat kind zeven uur zien afzien en zien pijn lijden.
Het had geen overlevingskansen. Ze kwam thuis van de kraamkliniek, mijn man had alles in de kasten gestopt en opgeborgen. dat ik daar niet mee zou geconfronteerd worden.
Ik vond dat heel raar, zei ze, maar misschien was dat ook wel best. We hebben daar zelden nog over gepraat met elkaar. Een jaar later is ons tweede geboren. Nog een paar jaar later een derde, een vierde. We hebben eigenlijk nog vier levende kinderen gehad.
En we hebben daar eigenlijk nooit meer over gepraat. Tot onze oudste dochters 18 en 20 jaar waren. En ineens wilden weten over dat kindje dat er vroeger geweest was waar wij nooit over praten.
Ze dwongen ons om daar iets over te zeggen. Ik heb daar met hen over gepraat, zei die vrouw. Maar ik heb het daarna weer opgeborgen.
Dat was voorbij. 25 jaar later zit ze aan het sterfbed van haar vader, die stervend is van maag-darmkanker. En die vader zag uit naar het einde, want die had een moeilijk ziekteproces achter de rug.
En zat samen met haar moeder, haar zus en haar broer aan het sterfbed van vader, de laatste momenten. Ze zegt, ik ben ineens beginnen huilen, beginnen huilen. En mijn moeder en mijn broer zijn, allee, Luut, het is toch een oplossing voor papa? Hij moet toch niet meer lijden dan?
Het is toch goed. Ik was ontroostbaar verdrietig, zei ze. Ik zag daar in dat bed niet mijn vader liggen, maar mijn kindje van enkele uren lag daar te sterven en te vechten.
Tegen die pijn, zei ze. En ik was ontroostbaar verdrietig. Ik dacht, ik heb het allemaal goed opgeborgen, maar zoveel jaar later kwam het ineens levensgroot terug weer op mijn pad.
En dat is wat soms gebeurt. En je kan dat niet forceren. Net. Een basiswoord, ik vond het heel veel respect voor de individuele manier waarop elke mens daarmee omgaat.
Want het is voor iedereen een vingerafdruk. Oké. Nog één laatste vraag, Manu, want we moeten stilaan toch beginnen afsluiten. Er zijn verschillende mensen die vragen van hoe ga je om met levend verlies? De persoon in kwestie is er nog, of je bent er zelf nog, maar je hebt een chronische ziekte, of je hebt een kind met een chronische ziekte, of een ouder met dementie.
Die persoon is daar nog, maar toch ervaar je al verlies. Je moet dus diezelfde rouwarbeid door. Maar ik spreek niet over verwerken, maar ik spreek over overleven.
Die taken van die rouwarbeid herhalen zich voortdurend. Die lopen door elkaar heen. De ene taak komt weer aan de andere.
Je zit eigenlijk in een permanent proces. Wij noemen dat chronische rouw. De normaliteit is dat dat verdriet niet overgaat.
Want dat verlies is daar elke dag, elke keer weer opnieuw. En het grote probleem is dat de hele samenleving vindt dat je daar nu toch een gedacht moet van maken. Maar je kan dat niet, want het staat daar elke dag weer voor je. Ouders die een kind krijgen met een zware beperking, dat staat elke dag op hun weg. En elke dag moeten zij leven met dat levend verlies.
En het is belangrijk dat mensen in de omgeving beseffen dat dat op geregelde momenten ernstige aandacht vraagt. En dat ze mensen daar niet mee in de steek laten. Dat ze er nog blijven bij het bestrits staan. En ik probeer in het hoofdstuk over leven en verlies een heleboel concrete suggesties te geven van hoe we mensen kunnen helpen.
Bijvoorbeeld ouders die een kind hebben met een zware beperking. Zorg dat je eens een dag dat kind meeneemt, dat ouders ook eens... kunnen recupereren.
Of bezorg eens een vakantiedag voor de andere kinderen, waar het altijd in het water valt, omwille van het kind met zware beperkingen. Of die mensen met een partner, met dementie, kijk of je eens de zorg kunt overnemen voor een aantal uren, dat iemand toch ook nog naar de corepetities kan gaan, waar ze altijd in zat, omdat ze daar aan ontspanning vond. En kijk hoe je elementen van leven kunt toevoegen aan het leven van die mensen, zodat ze het ook kunnen volhouden. Mensen hebben niet elke dag dat nodig, maar kleine dingen zijn soms belangrijk. Een vrouw zei, ik kwam op consultatie voor mijn dochtertje, die in zware ontwikkelingsstoornis zat, en die dokter schoof zijn computer opzij en kruiste zijn armen en boog ze naar mij toe.
Hij zei, mevrouw, ik vraag soms me af hoe jullie dat elke dag redden. Met al die zorgen. Gewoon die uitspraak zei ze. Dat hij eerst verder keek dan de handicap van mijn dochter.
En hij is de vraag gesteld wat dat voor ons als gezin betekende. Gaf voor mij weer voor weken energie om verder te leven. En het zijn kleine dingen waar mensen zich aan optrekken.
Ik noem dat stenen die je in het moeras legt. Zodanig waar ze kunnen op stappen en waar ze mee weer vooruit kunnen. We moeten dat gele moras niet wegdoen. Ik moet hier en daar een steen voor mensen leggen, dat ze weer een stap verder kunnen.
Oké, dank je wel voor je wijze woorden, Manu. En daarmee zijn we helaas aan het einde gekomen van deze live talks. Als je het concept interessant vond, ga zeker ook eens kijken op onze website. Ik zet zo dadelijk de link in de chat waar je ook nog ons programma vindt. Volgende week hebben we bijvoorbeeld op 3 oktober Severien van der Voorde te gast.
Zij komt spreken over hoogsensitief omgaan met stress. Wil je aan de slag gaan met die boeken van Manu, dan zet ik zo dadelijk ook nog de kortingscode in de chat. Jullie mogen morgen van ons een mail verwachten met daarin een link naar de opname van deze sessie. Je kan die nog tot een maand bekijken.
En we gaan er ook een evaluatieformulier bij steken, dus laat ons zeker ook weten wat je van de sessie vond. Heel hard bedankt aan jullie allemaal om erbij te zijn. Om ook jullie verhalen te delen in de chat.
En ik wens iedereen die nog heel hard aan het worstelen is met die grote golven van verdriet heel veel moed. En dan zien we jullie heel graag een volgende keer terug. Ook heel hard bedankt aan jou Manu.
En ik geef je graag nog het laatste woord. Als ik nog het laatste woord zou mogen richten. Dan zou ik zeggen, als elk van jullie die geluisteren vandaag drie zinnen. Onthouden van hetgeen dat ik gezegd heb en die aan vijf mensen doorvertellen, dan hebben we samen iets gedaan aan het opbouwen van een betere wereld met meer aandacht voor mensen in verdriet.