Nov 1, 2024
Anatomie van het hart (macroscopisch)
De hartwand (van binnen naar buiten) • Endocardium lijnt de binnenste delen van het hart en het skelet van de kleppen • Myocardium cardiomyocyten (hartspiercellen) en collageenvezels, dikker aan linker kant omdat het meer pompkracht nodig heeft. • Epicardium bevat veel vet voor de bescherming en plekbehoud. Daarna krijg je de pericardiale ruimte gevuld met vloeistof zodat de lagen makkelijk langs elkaar kunnen bewegen Het pericard ookwel het hartzakje (ligt hart in), drie delen (van binnen naar buiten):
Aorta Aorta ascendens: • Eerste deel, voert bloed omhoog vanuit het hart. • Aftakkingen: Arteriae coronariae (kransslagaders) die het hart van bloed voorzien. Arcus aortae (aortaboog): • Draait naar achteren en geeft drie grote aftakkingen: o Truncus brachiocephalicus: voorziet rechterarm en rechterkant van het hoofd. o Arteria carotis communis sinistra: voorziet linkerzijde van hoofd en nek. o Arteria subclavia sinistra: voert bloed naar de linkerarm. Aorta descendens: • Gaat omlaag door de borst- en buikholte. • Aftakkingen: o Aorta thoracica (borstgebied): kleine takken voor borstwand en organen. o Aorta abdominalis (buikgebied): geeft bloed aan buikorganen en splitst in de arteriae iliacae communes voor bekken en benen. Atria Rechter atrium ontvangt zuurstofarm bloed van de superior en inferior vena cava en pompt dit via de tricuspidalisklep naar het rechter ventrikel
Linkeratrium ontvangt zuurstofrijk bloed van de longen en pompt dit door de bicuspidalis klep
Ventrikels
Kleppen Atrioventriculaire kleppen/AV-kleppen voorkomen terugstroming van bloed naar de atria tijdens systole (contractie van de ventrikels). Tricuspidalisklepheeft drie klepbladen (TRI)
Semilunairkleppenvoorkomen terugstromen van bloed tijdens de diastole (contractie van de atria) Pulmonalisklep tussen de longslagader en de rechterkamer Aortaklep tussen de aorta en de linkerkamer Hebben in gezonde situatie beide 3 klepbladen Randen zijn steviger om dicht te zijn
Topografie van de kransslagaders Kransslagaders conairarteriën Conairarteriën zijn de bloedvaten die rondom het hart lopen en zuurstofrijk bloed aan het hart leveren. Ze zijn cruciaal voor de doorbloeding van de hartspier. Blokkades leiden vaak tot zuurstoftekort in de hartspier, wat vaak leidt tot hartklachten. Ze ontspringen uit de aorta, net boven de aortaklep en splitsen dan op twee primairen. Arteria coronaria dextra (rechter kransslagader) • Loopt vanaf de aorta naar de rechterkant van het hart. • Ligt in de sulcus coronarius dexter (rechter kransgroeve), een groef die langs de scheidingslijn tussen de rechterboezem en rechterkamer loopt. • Zorgt voor de bloedtoevoer naar het rechteratrium, rechterventrikel, en een deel van de linker ventrikel. o Rechter marginale slagader bedient het myocardium vd laterale rechterzijde van het hart o Interventriculaire arteria posterior naar apex van het hart, bedient de ventriculaire ventrikels posterior en voedt de achterste ventriculaire wanden. Vlakbij de apex van het hart versmelt deze slagader (anastomose) met de voorste interventriculaire slagader. Arteria coronaria sinistra (linker kransslagader) • Verlaat de aorta en splitst zich snel in twee belangrijke takken: o Ramus interventricularis anterior (LAD): loopt naar beneden in de sulcus interventricularis anterior (voorste tussenkamergroef), tussen de linker- en rechterventrikels. Deze tak voorziet beide ventrikels van bloed. o Ramus circumflexus: draait linksom in de sulcus coronarius sinistra (linker kransgroeve), en voorziet het linkeratrium en deel van de linkerventrikel. o Ramus interventricularis posterior (achterste interventriculaire tak): voorziet het achterste deel van de rechter- en linkerhartkamers en het achterste deel van de septum interventriculare VOORSTE EN ACHTERSTE INTERVENTRICULAIRE ARTIERIE KOMEN SAMEN IN EEN PUNT Sinusknoop en AV-knoop elektrische geleiding van het hart De coronaire sulcus groef op oppervlak van het hart. Scheidt atria van ventrikels. Kransaders venae coronariae Aan de achterkant van het hart: Vena cordis magna (grote hartader) • Ligging: Loopt langs de voorzijde van het hart in de sulcus interventricularis anterior (voorste tussenkamergroef). • Functie: Voert bloed af van het voorste deel van de linker- en rechterventrikel. • Uitmonding: Mondt uit in de sinus coronarius aan de achterkant van het hart. Vena cordis media (middelste hartader) • Ligging: Bevindt zich aan de achterkant van het hart in de sulcus interventricularis posterior (achterste tussenkamergroef). • Functie: Voert bloed af van het achterste deel van de linker- en rechterventrikel. • Uitmonding: Komt ook uit in de sinus coronarius. Vena cordis parva (kleine hartader) • Ligging: Loopt aan de rechterkant van het hart in de sulcus coronarius dexter (rechter kransgroeve). • Functie: Voert bloed af van het rechteratrium en de rechterventrikel. • Uitmonding: Mondt uiteindelijk ook uit in de sinus coronarius. Sinus coronarius (kranssinus) • Ligging: Bevindt zich aan de achterkant van het hart in de sulcus coronarius (kransgroeve), die het atrium van de ventrikels scheidt. • Functie: Verzamelt bloed uit de vena cordis magna, media, en parva en voert dit naar het rechteratrium Hoe werkt het hart? (systole, diastole, kleppen, hartcyclus, diagram van Wiggers) Fasen van de hartcyclus
• Hartminuutvolume (Cardiac Output, CO): De hoeveelheid bloed die het hart per minuut uitpompt. Het wordt berekend als het slagvolume (SV) maal de hartslagfrequentie (HR). • Slagvolume (SV): Het volume bloed dat per hartslag uit de ventrikels wordt gepompt. Dit wordt berekend als EDV - ESV. • Preload: De eind-diastolische druk en vulling in de ventrikels vóór contractie. Bepaalt mede de kracht van de contractie door de Wet van Starling. • Afterload: De weerstand tegen de uitstroom van bloed vanuit de ventrikels, bepaald door de druk in de aorta en pulmonale arterie.
DiastoleAV-kleppen (atrioventriculaire kleppen) zijn open, ventrikels vullen met bloed
Diagram van Wiggersgeeft de druk en het volume van de atria en ventrikels weer (gedurende de hartcyclus).
Ventriculair volume curve
Atriale druk curve • A golf atriale systole, ong. 10 mL bloed gaat naar de ventrikels (die zijn in diastole). • C golf ventrikels pompen bloed in de aorta waardoor atria ook een beetje samendrukken. • V golfatrium wordt gevuld met bloed vanuit pulonaire venen (longader)
Harttonen 1e en 2e altijd hoorbaar, 3e en 4e slechts soms • S11e harttoonvlak na elkaar dichtslaan van de atrioventriculaire kleppen aan het begin van de systole. (Eerst de mitraalklep, daarna de tricuspidaalklep). S1 (Sound 1) heeft twee componenten: M1 (mitraliscomponent van de 1e toon) en T1 (tricuspidaliscomponent van de 1e toon). • S22e harttoonvlak na elkaar dichtslaan van de semi-lunaire kleppen aan het begin van de diastole. (Eerst de aortaklep en daarna de pulmonalisklep). S2 heeft 2 componenten: A2 (aortacomponent van de 2e toon) en de P2 (pulmonale component van de 2e toon. • S33e harttoondoor trilling van de linker-/rechterventrikelwand. (Door toenemen rapid filling van één van de beide ventrikels of toenemen volume belasting of pathalogie van het hart. bij hele jonge kinderen goed hoorbaar • S44e harttoontoegenomen intensiteit van de linker/rechter atriumcontractie aan het eind van de diastole. 4e toon wijst altijd op cardiale pathelogie.
DRUK-VOLUME DIAGRAM: PV CURVE ab VOLUME ATRIA OMHOOG
PRELOAD OMHOOG DIAGRAM BREDER B (EIND DIASTOLISCH VOLUME) NORMAAL IS DIT 120 BLIJFT 50 ACHTER
CD SLAG VOLUME 70ML Preload krijgt hart aangeboden Afterload waar je tegenin pompt ^^ linker ventrikel Rechterventrikel druk omlaag maar volume blijt hetzelfde
Druk volume diagram
Anatomie en functie vasculair systeem (soorten vaten en hun lagen) Structuur van een bloedvat Arterie en venen dezelfde lagen, maar andere hoeveelheid. Tunica intima/interna:
Gefenestreerd capilair/endotheel contenu lamina basalis en kleine poriën in het endotheel.
Sinusoïdaal capilair/endotheel onderbroken lamina basalis, hoogste permeabliliteit
Venenbrengen bloed naar het hart toe
Regeling bloedstroom door bloedvat (wet van Ohm, weerstand, compleantie, wet van Poiseuille) Bloedstroom is het volume van bloed wat door een vat, orgaan stroomt Wet van Ohmtoegepast op bloedstroming door het vaatstelsel, verband druk, weerstand en bloedsomloop.
Wet van weerstand
Wet van Hagen poiseuille beschrijft hoe weerstand in een vat wordt beïnvloed door kenmerken van het vat zelf. Is een samenvoeginge van de wet van Ohm en de wet van weerstand.
Compliantie van een vatrekbaarheid van een vat. (mogelijkheid om uit te rekken en weer in te krimpen). Tegenovergestelde van elasticiteit. • Venen hebben een hoge complianie: veel bloed opslaan en drukveranderingen opvangen zonder grote veranderingen in de bloedstroom. Dus vena cava kan heel goed uitrekken maar gaat niet snel terug. • ateriën hebben een lagere compliantie: stijver, kunnen minder uitzetten bij een verhoogde druk. Hierdoor kan bloed beter gereguleerd worden. De aorta zet ook mee uit maar gaat gelijk weer terug naar de oude vorm. Belangrijke begrippen
Invloed spanning cardiovasculair systeem (globaal) Tijdens inspanning zijn er meer voedingsstoffen en zuurstof nodig. Dit gebeurt door een aantal verschillende mechanismen: Verhoogde hartfrequentie en contractiekracht • Bmp (hartslag) versnelt bij inspanning waardoor de CO (cardiac output/hartminuurvolume) toeneemt. CO totale volumebloed dat het hart per minuut pompt (slagvolume x hartslag) • Sympatische zenuwstimulatie stimuleert het myocardium, waardoor de hartspiercellen harder en sneller samentrekken. Dit verhoogt de hartslag en de kracht waarmee het hart samentrekt. Wat het slagvolume en daarmee de CO verhoogt. Snellere bloedstroom en bloeddrukverhoging • Systolische druk stijgt om de verhoogde bloedstroom door de spieren te ondersteunen. • Vasodilatie van de vaten helpt bij de doorlating van bloed. Dit wordt geregeld door hormonale en neurale regulatie. Meer kransslagaderdoorbloeding De coronaire arteriën heeft ook een hogere bloedstroom bij inspanning. Het hart moet namelijk harder werken. Veranderde hartcyclus: snellere diastole en systole • De hartcyclus versnelt tijdens inspanning • Doordat de venen helpen met het versnellen van de bloedterugkeer in het hart (dmv spiercontracties in de benen) komt er voldoende bloed in de ventrikels bij de kortere vul fase van de ventrikels. Baroreceptoren en chemoreceptoren • Baroreceptoren in de bloedvaten reageren op de verhoogde bloeddruk en helpen de bloeddruk te reguleren door signalen naar het ZNS te sturen • Chemoreceptoren meten een daling in zuurstof (O₂) en een toename van koolstofdioxide (CO₂). Dan stimuleren ze vasoconstrictie en het hartminuutvolume om het zuurstoftekort op te lossen.