Transcript for:
Speltheorie en het Gevangenen Dilemma

We zijn bij de Economie Academy. We gaan het hebben over de speltheorie en dan met name het gevangenen dilemma. Misschien heb je het wel eens gelezen in de krant. Hier is een voorbeeld van een krantartikel. Het gaat over de Hells Angels. 14 Hells Angels zijn gisteren, dat is inmiddels alweer een tijdje geleden, vrijgesproken van moord van een aantal clubleden. Ze hebben de schijn tegen, maar het harde bewijs ontbreekt. En daarom heeft het artikel ook de kop, als iedereen zwijgt gaat iedereen vrij uit. En hier zie je verder nog staan dat 14 leden van de Hell's Angels van hun zwijgrecht gebruik hebben gemaakt. En dat dat uiteindelijk vrijspraak heeft opgeleverd. Er was dus geen bewijs en ze hebben niet gepraat. Dus daardoor zijn ook andere leden niet door een belastende verklaring de gevangenis ingegaan. Nou dit is het typisch voorbeeld van de speltheorie in de praktijk. Misschien komt dit je bekender voor. In het geval van het artikel van de Hells Angels zou het zo zijn geweest dat... We hebben het dan nu over twee Hells Angels. Hells Angel A en Hells Angel B, oftewel Prisoner A en Prisoner B. En als ze dan allebei hadden gezwegen zoals de Hells Angels in het artikel gedaan hebben... dan zouden ze in dit geval allebei één jaar de gevangenis in moeten. Het had ook gekund bijvoorbeeld dat ze allebei hadden gepraat, hadden bekend en dan waren ze allebei vijf jaar de cel ingegaan. Of dat gevangene B had bekend en gevangene A niet, die was stilgebleven. Dan kan je voorstellen dat gevangene B een belastende verklaring aflegt ten opzichte van gevangene A. Dus dat A dan uiteindelijk 20 jaar de gevangenis in moet en B vrij uit gaat. En zo is het ook andersom. Als gevangene A praat en gevangene B stil blijft, dan geeft gevangene A een belastende verklaring voor gevangene B. En dan betekent het dat A vanwege goed gedrag en geen bewijs vrij komt, 0 jaar. En gevangene B gaat 20 jaar de cel in. Zo moet je dus... deze uitkeringsmatrix, want zo heet zo'n ding, lezen. En we gaan nu eens doornemen wat op basis van theorie er zou gebeuren. Nou, stel nou eens bijvoorbeeld dat gevangene B voor praten kiest. Wat zou er dan gebeuren? Wat is dan het beste voor gevangene A om te doen? Gevangene B is de blauwe en gevangene A de oranje. Nou, gevangene B die gaat praten. Als A ook gaat praten, dan krijgt hij 5 jaar. Als A stil blijft, dan krijgt hij 20 jaar. Dus in het geval dat gevangene B gaat praten, is het het beste voor gevangene A. om ook te gaan praten want dan krijgt hij 5 jaar en dat is altijd nog 15 jaar minder dan 20 jaar dus in dit geval is het verstandig voor A om te gaan praten gaan we eens kijken naar als gevangenen B stil blijft wat gaat er dan gebeuren? als hij stil blijft en gevangenen A bekend of legt een belastende verklaring af, dan krijgt gevangene A 0 jaar. Houdt gevangene A ook zijn mond, dan krijgt hij 1 jaar. Dus ook in dit geval is het voor gevangene A het meest interessant om te bekennen en een belastende verklaring ten aanzien van gevangene B af te leggen. Dus de dominante strategie is in dit geval ook praten. Je ziet het al. Even los van of gevangene B praat of stil blijft, is het voor gevangene A het meest interessante om te bekennen, om te praten. En dat hebben we nu helemaal nagegaan aan de hand van de uitkeringsmatrix. Dus wat is nou de dominante strategie? Voor A en voor B is het het meest interessante om te gaan praten. Dus wat is uiteindelijk de uitkomst? Ze zullen allebei gaan praten, want daar hebben ze het meeste aan, even los van wat de ander doet. Dus dat betekent dat uiteindelijk de dominante strategie is praten en dat ze allebei dus vijf jaar de zoon ingaan. Zo moet je dus zo'n matrix analyseren. Dit noemen we dus het gevangenen dilemma. Het gaat om twee spelers die strijden en ze hebben geen contact met elkaar. Dat is het kenmerk ervan. We kunnen ook wel eens spreken, want er zijn verschillende varianten van de speltheorie. We kunnen ook wel spreken van een coöperatief. Dat betekent dat de spelers tijdens het spel wel gezamenlijk afspraken kunnen maken en een strategie kunnen uitdokteren. In dit voorbeeld was het dus een non-coöperatief spel, want ze kunnen niet met elkaar onderhandelen en afspraken maken. Het is in dit geval ook een simultaan spel geweest, want ze bepalen tegelijkertijd hun strategie zonder die van elkaar te weten. In sommige... Speeltheorieën kan er ook sprake zijn van een sequentieel spel. Dat betekent dat de spelers na elkaar de strategie bepalen. Dat eerst A een beslissing neemt en B daar vervolgens op kan reageren. Als laatste de dominante strategie, dat noemen we ook wel het Nash evenwicht. Dat is dus de strategie van de speler die de beste reactie is op de gekozen reactie van de ander. Dat zag je net. Dus los van... Praten of niet praten van gevangenen B is altijd interessant voor A om te bekennen. En dat is dus die dominante strategie. Tot zover de uitleg over de speltheorie. Wil je meer uitleg zien moet je even op YouTube kijken op de Economie Academy. Wil je bijles of examentraining kan je altijd even contact opnemen. Oké, bedankt voor de aandacht en succes!