In deze video gaan we het hebben over signaalwoorden. We zullen eerst gaan kijken wat een signaalwoord nou eigenlijk is. Daarna zullen we gaan kijken naar welke soorten signaalwoorden je allemaal hebt in het Frans.
Daarbij zullen we voorbeelden geven uit examenvragen. Een signaalwoord is een woord dat twee delen van een tekst verbindt. Dit kunnen twee zinnen zijn, maar ook twee woorden, twee woordgroepen of zelfs twee hele alinea's. Met deze woorden wordt er een bepaald signaal afgegeven aan de lezer van de tekst. Hierdoor weet de lezer dat hij of zij even moet opletten.
Ze geven de lezer dus houvast tijdens het lezen van een tekst en zorgen voor een duidelijke structuur. Er zijn 12 soorten signaalwoorden in het Frans. Dat zijn er best wel veel, maar ze zijn dan ook heel belangrijk bij leesvaardigheid. Gelukkig worden ze niet allemaal evenveel gebruikt, maar juist een paar heel veel. De belangrijkste signaalwoorden zullen rood zijn tijdens de uitleg.
Ik raad je aan om ze elke keer op te schrijven met vertaling zodra ze langskomen. Aan het eind heb je dan een lijstje met de belangrijkste woorden die je echt uit je hoofd moet weten. De andere signaalwoorden zijn ook belangrijk. Het is dus handig om die een paar keer door te lezen, zodat je ze wel herkent in een tekst en uit de context kan opmaken wat ze betekenen.
Bij de Franse signaalwoorden heb je twee categorieën waarin ze voorkomen. De eerste categorie signaalwoorden die we behandelen zijn de woorden die beweringen voortzetten. Op deze slide is dat de linkertabel.
Daarbij kun je denken aan toevoegingen, aaneenschakelingen, opzommingen en opeenvolgingen, maar ook bevestigingen, verklaringen enzovoort. De tweede categorie zijn de signaalwoorden die beweringen ontkennen of onderbreken. Op deze slide is dat de rechtertabel.
Denk daarbij aan woorden die tegenstellingen, mogelijkheden, waarschijnlijkheden, voorwaardes of relativeringen aangeven. We gaan nu kijken naar de eerste soort binnen de categorie van signaalwoorden die beweringen voortzetten. De signaalwoorden voor toevoegingen, aaneenschakelingen, opzommingen en opeenvolgingen.
Belangrijke voorbeelden van zulke signaalwoorden zijn dat n betekent of également dat ook of eveneens betekent, d'abord dat ten eerste betekent en enfin of finalement dat tenslotte of uiteindelijk betekent. Signaalwoorden voor bevestiging zijn bijvoorbeeld inderdaad dat in het Frans en effet of effectievement is. Natuurlijk of vanzelfsprekend hebben een aantal veel voorkomende vertalingen, namelijk évidemment, certainement, bien sûr en naturellement. De belangrijkste signaalwoorden die een verklaring of uitleg geven zijn bijvoorbeeld car of of parceque, dat want of omdat betekent.
C'est pourquoi of c'est que betekent daarom of dat komt omdat. Aussi, als het aan het begin van de zin staat, betekent daarom of dan ook. Omdat je veel uitleg en verklaringen moet geven bij het CE, is het handig om deze reeks echt goed uit je hoofd te leren. Als de schrijver iets wil benadrukken in de tekst, dan worden de volgende signaalwoorden gebruikt. Notamment, surtout en particulièrement, die allemaal in het bijzonder of vooral betekenen.
Bij gevolgtrekkingen heb je het hele belangrijke woordje dus in het Nederlands en dus ook een belangrijke Franse variant, namelijk donc of alors. Zo of op die manier wordt vertaald met ainsi of de cette façon. Dat zijn de twee meest belangrijke woorden bij een gevolgtrekking.
Voorbeelden en vergelijkingen komen heel veel voor in teksten van het CE, maar ook in teksten in het algemeen. Daarom zijn al deze woorden rood gemaakt. Leer ze dus echt uit je hoofd.
Par exemple, comme, comme si. aussi que, autant que. Ook samenvattingen en conclusies zijn belangrijk. Hier hebben we weer het woord dus, dat we ook al hadden bij gevolgtrekkingen.
Ten slotte wordt vertaald met enfin of finalement. Allebei woorden die je vast wel eens langs hebt zien komen. Als de schrijver een doel beschrijft, hebben we twee belangrijke woorden.
Om te en op dat. Om te wordt vertaald met pour of pour que. En op dat wordt vertaald met afin de of afin que. Nu gaan we kijken naar de tweede categorie binnen de signaalwoorden, namelijk de signaalwoorden die beweringen ontkennen of onderbreken.
Voor tegenstellingen hebben we een hele hoop signaalwoorden. Eigenlijk zijn ze allemaal heel belangrijk, maar we hebben een selectie gemaakt van de meest voorkomende. Toch raad ik je aan om de rest ook goed te leren.
Mais betekent maar, pourtant, quand même, tout de même, cependant en toutefois betekenen toch, echter of evenwel. Par contre, en revanche en au contraire. betekenen daarentegen of integendeel. Mogelijkheden of waarschijnlijkheden hebben wat minder signaalwoorden, maar peut-être en sans doute komen wel vaak voor.
Ze betekenen allebei misschien of wellicht. Possible en il se peut betekenen mogelijk. Signaalwoorden voor voorwaardes komen minder vaak voor, maar si met een werkwoord in de futur du passé of en parfait is wel belangrijk. Het betekent als of indien. Relativerende signaalwoorden die beperking aangeven zijn bijvoorbeeld dailleur, parailleur of durest.
Deze woorden betekenen allemaal trouwens of overigens. D'un pas, d'autre pas en d'un côté, d'autre côté betekenen allemaal enerzijds, anderzijds. In dit deel van de video hebben we een stuk tekst uit een examen gehaald en zullen we gaan kijken welke signaalwoorden er allemaal in staan.
Het is handig om nu even dat lijstje met de allerbelangrijkste signaalwoorden erbij te pakken. Passeer nu dus even de video en probeer ze eerst zelf te vinden. Dit zijn de signaalwoorden die wij hebben gevonden.
Natuurlijk staat er nog wel veel vaker e in, maar we hebben hem maar één keer rood gemaakt. Je ziet ook dat er signaalwoorden instaan die we niet als heel belangrijk hebben gemarkeerd. Het is dus echt belangrijk om ook die signaalwoorden die wat minder vaak voorkomen te herkennen.
Uit de context kun je dan opmaken wat ze precies betekenen. In deze video hebben we het gehad over de signaalwoorden die je tegen kan komen bij teksten van het CE-Frans. Omdat signaalwoorden zoveel voorkomen in teksten is het heel belangrijk om ze te kennen. Succes met de opgave!