Tijdvak 10: De Europese Eenwording

Inleiding

• Europese eenwording vindt plaats op economisch en politiek gebied.
• Begin na de Tweede Wereldoorlog.
• Frankrijk en Duitsland als belangrijkste landen; wederzijds wantrouwen.

Economische Achtergrond

• Duitse Wirtschafswunder: Snelle groei van de West-Duitse economie.
• Angst voor herleving Duits militarisme.

Robert Schumann's Voorstel

• Franse politicus.
• Voorstel om Duitse en Franse kolen- en staalindustrie onder gemeenschappelijk bestuur te stellen.
• Doel: Controle over wapenproductie en wederzijds vertrouwen.

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)

• Opgericht in 1952.
• Leden: Frankrijk, Duitsland, Nederland, België, Luxemburg, Italië.
• Start van economische samenwerking.

Europese Economische Gemeenschap (EEG)

• Uitbreiding economische samenwerking.
• Groeiend aantal lidstaten.

Oliecrisis van 1973

• Besef van noodzaak voor samenwerking in West-Europa.
• Nationale verschillen belemmeren economische groei.

Duitse Eenwording

• Versterkt noodzaak tot Europese samenwerking.

Transformatie naar Europese Unie (EU)

• Van economische naar politieke samenwerking.
• Meer macht voor Europese instellingen zoals de Europese Commissie.

Invoering van de Euro

• Besluit in 1992.
• Invoering als betaalmiddel in 2002.
• Europees monetair symbool.

Uitbreiding Europese Unie

• 2004: 10 nieuwe lidstaten, voornamelijk voormalige Oost-Europese landen.

Europese Grondwet

• Voorstel voor gemeenschappelijke grondwet.
• Referenda in lidstaten.
• Afwijzing in Nederland in 2005.

Kritiek en Uitdagingen

• Angst voor verlies nationale soevereiniteit.
• Uitbreiding met Oost-Europese landen als bedreiging voor welvaart.

Huidige Situatie

• EU met 28 lidstaten.
• Kritiek blijft bestaan.
• Historische periode van vrede in West-Europa dankzij Europese samenwerking.