Transcript for:
De Europese Eenwording en Samenwerking

Tijdvak 10, de Europese eenwording, of ook wel het kenmerkend aspect de eenwording van Europa. En die eenwording vindt plaats op economisch en op politiek gebied. En daarmee wordt eigenlijk meteen een begin gemaakt na afloop van die Tweede Wereldoorlog. Tijdens die Tweede Wereldoorlog hadden Frankrijk en Duitsland weer eens tegenover elkaar gestaan, zoals ze dat wel vaker gestaan hadden in die 20ste eeuw. En er was een bepaald wederzijds wantrouwen. Zeker als dan na die Tweede Wereldoorlog door het Duitse Wirtschafswunder de West-Duitse economie behoorlijk snel begint te groeien, Dan ontstaat er in Europa en zeker dus in Frankrijk weer een angst voor de herleving van het Duitse militarisme. Als die Duitse economie groeit dan gaan ze misschien dadelijk ook alweer hun leger opbouwen. Zodat ze dan ook weer proberen, net zoals ze voor de Tweede Wereldoorlog hadden gedaan, om een gedeelte van Europa te veroveren. Om die angst weg te nemen, maar ook om ervoor te zorgen dat er überhaupt niets zou gebeuren, kwam Robert Schumann, een Franse politicus, met een voorstel. Hij stelde voor om de Duitse en de Franse kolen-en staalindustrie... onder gemeenschappelijk bestuur te stellen. Want kolen en staal had je nodig bij de productie van wapens. En als dat onder gemeenschappelijk Frans-Duits bestuur stond, dan konden ze elkaar ook in de gaten houden bij die productie van wapens. En dan konden ze elkaar dus ook erop controleren. En hieruit volgt in 1952 de Europese gemeenschap voor kolen en staal. En niet alleen Frankrijk en Duitsland sluiten zich erbij aan, maar nog vier andere Europese landen, namelijk Nederland, België, Luxemburg en Italië, die doen ook mee. en die gaan dus samenwerken voor die kolen en staalproductie maar al heel snel gaan ze ook samenwerken op andere economische gebieden en daaruit ontstaat de Europese Economische Gemeenschap, de EEG en in de jaren die volgen sluiten steeds meer Europese landen zich aan bij die Europese Economische Gemeenschap en die Europese economische samenwerking wordt steeds hechter zeker als in 1973 die oliecrisis uitbreekt die we ook al bij een ander kenmerkend aspect zagen over de groeiende welvaart die oliecrisis Het zorgt eigenlijk voor het besef bij veel West-Europese landen dat ze wel samen moeten werken als ze een rol willen blijven spelen in de wereldeconomie. De nationale verschillen die er waren, die moeten dus langzamerhand verdwijnen, want die belemmeren toch heel sterk de economische groei en de internationale Europese handel. En daarnaast zorgt ook de Duitse eenwording ervoor dat er toch nog nauwer samenwerkt moet gaan worden op Europees gebied, op Europees niveau. En dan zie je dat die Europese economische gemeenschap... omgevormd wordt tot een Europese gemeenschap die uiteindelijk de naam Europese Unie zal dragen. En dit is niet alleen meer een economische samenwerking, dit wordt ook steeds meer een politieke samenwerking. En die Europese instellingen, zoals de Europese Commissie, die krijgen dan ook meer macht. Er wordt steeds meer vanuit Brussel, de hoofdstad van de Europese Unie, beslist. En om de economische samenwerking verder te bevorderen, wordt er in 1992 ook besloten dat er een gezamenlijke Europese munt zal moeten komen. Die komt er uiteindelijk in 1999 alleen nog op papier en in 2002 wordt die ook echt als betalingsmiddel gebruikt. En dat is de euro die we nu nog steeds gebruiken. En dit is misschien wel het meest tastbare bewijs van die Europese samenwerking, van die Europese eenwording. En die Europese eenwording lijkt dus een behoorlijk groot succesverhaal. Zeker als bijvoorbeeld in 2004 er weer 10 nieuwe lidstaten, vooral voormalige Oost-Europese communistische landen, bij komen. Maar in 2005 wordt er toch even een pas op de plaats gemaakt. Er is een voorstel voor een gezamenlijke Europese grondwet. In alle lidstaten moet een referendum worden gehouden, moet besloten worden of die grondwet er moet komen of niet. En al meteen bij het tweede land dat mag beslissen, Nederland, daar wordt die grondwet afgewezen. De Nederlandse bevolking keert zich in grote mate tegen die Europese grondwet. Er begint een soort angst en een soort argwaan te ontstaan ten opzichte van die Europese Unie. Nou, waar ligt dat aan? Ten eerste heeft men het gevoel dat de macht van de Europese instellingen ten koste gaat van de nationale soevereiniteit. Wij Nederlanders vinden veel mensen moeten vooral vanuit Den Haag bestuurd worden en niet vanuit Brussel. Dat is te ver weg. En daarnaast zorgt die uitbreiding van vooral die Oost-Europese lidstaten ervoor dat veel mensen ook denken dat die toetreding van die wat armere landen ook een bedreiging is van hun eigen welvaart. En dat is ook de reden waarom steeds veel mensen zich van dat Europese project afkeren. Maar goed, de Europese Unie blijft groeien. In 2007 komen er nog meer landen bij. En uiteindelijk is het op dit moment een gemeenschap van 28 lidstaten die in de toekomst vast nog verder uitgebreid zal worden met meer lidstaten. En hoeveel kritiek er ook is op de Europese Unie, de Europese samenwerking na de Tweede Wereldoorlog, heeft ervoor gezorgd dat wij in West-Europa nog nooit zo'n lange periode van vrede hebben gehad in de geschiedenis. En dat lijkt me toch ook heel wat waard.