Flashcards for:
Overzicht Celstructuur en Functies

Het cytoskelet bestaat uit microfilamenten (betrokken bij spiercontractie en cytokinese), intermediaire filamenten (verankeren de cel en organellen) en microtubuli (betrokken bij intracellulair transport, celdeling en cellulaire extensies zoals cilia en flagella).

Vrije ribosomen synthetiseren cytosolische eiwitten.

Euchromatine is los en actief in transcriptie en replicatie, terwijl heterochromatine strak is, zich bij de binnenste kernmembraan bevindt en minder actief is.

Eiwitsynthese voor lysosomen, organellen, membraan en secretie, eiwitvouwing, N-type glycosylering, en het verpakken van eiwitten in blaasjes voor het Golgi-apparaat.

Peroxisomen bevatten catalase, oxidase en andere metabole enzymen die betrokken zijn bij de afbraak van waterstofperoxide, vetzuuroxidatie, lipidesynthese (plasmalogeen) en ethanolmetabolisme.

De buitenste laag bevat ribosomen en is betrokken bij eiwitsynthese. De binnenste laag bevat lamines, die betrokken zijn bij de kernstructuur en celdeling.

Het cis Golgi-netwerk ontvangt blaasjes van het ruwe en gladde ER.

Het gladde ER is betrokken bij lipidesynthese van vetzuren, fosfolipiden en cholesterol; detoxificatie met behulp van CYP450-enzymen; en opslag van calcium.

Mitochondriën hebben een glad buitenmembraan dat zeer permeabel is, een geplooid binnenmembraan dat minder permeabel is, en een matrix die mitochondriaal DNA en metabole enzymen bevat. De belangrijkste functies zijn ATP-synthese, metabole reacties zoals de Krebs-cyclus, heemsynthese, ureumcyclus, gluconeogenese en ketogenese.

De nucleolus is de plaats waar rRNA-synthese plaatsvindt en is belangrijk voor de assemblage van ribosomen.

Lysosomen breken macromoleculen af en zijn betrokken bij autophagie (recycling van versleten organellen) en autolyse (afbraak van beschadigde cellen).

Meer cholesterol vermindert de vloeibaarheid, terwijl minder cholesterol de vloeibaarheid verhoogt.

Membraan-gebonden ribosomen, die zich op het ruwe ER bevinden, synthetiseren lysosomale, membraan- en uitgescheiden eiwitten, terwijl vrije ribosomen cytosolische eiwitten maken.

Kernporiën laten transport toe tussen het cytoplasma en de kern.

Het Golgi-apparaat ontvangt en modificeert eiwitten en lipiden van het ER, glycosyleert (N-type en O-type), fosforyleert eiwitten, en verpakt verzonden blaasjes naar lysosomen, membranen of voor secretie.