Transcript for:
Impact van de VOC op Nederland

Laten we zeggen, Nederland kan het weer. Die VOC-mentaliteit. Overgrenzen heen kijken. Dynamiek. Voormalig minister-president Balkende deed veel stoffen waaien met deze uitspraak over de VOC. Maar wat was de VOC eigenlijk? En waarom was er zoveel te doen over deze uitspraak? In deze video zoeken we dat uit. Om deze vragen te kunnen beantwoorden moeten we terug naar de 16e eeuw. In die tijd waren er ontdekkingsreizen die ervoor hadden gezorgd dat er nieuwe gebieden waren ontdekt, waar ook nieuwe producten vanaan kwamen, waarmee Europese landen veel geld konden verdienen. Zo arriveerden de Portugezen als eerste in het gebied van de 16e eeuw. wat we tegenwoordig kennen als Indonesië. Daar dreven ze handel met de lokale bevolking. En aan het eind van de 16e eeuw kwamen ook de Nederlanders hier naartoe. Zij probeerden een groot deel van de handel met dit gebied in handen te krijgen. Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want toen de 80-jarigen oorlog met Spanje mochten Nederlandse schepen niet aanleggen in Spaanse en Portugese havens. Daarom besloten de Nederlanders rechtstreeks handel te drijven met Indonesische vorsten. Hiervoor waren wel goede boten nodig, net als bemanning en goede kaarten. Maar als dat geregeld was, dan was het nog steeds geen eenvoudige klus om heel Huids in Azië te komen. Zo was de reis erg gevaarlijk door de talloze piraten die een schip onderweg tegen kon komen en stierf een groot aantal mensen onderweg aan scheurbuik door het gebrek aan vitamines. Daarnaast was was er veel concurrentie door de vele ondernemingen die in de Azië voeren, waardoor de prijs van de producten daalde en er weinig winsten te behalen waren. De Staten-Generaal, het algemene bestuur van de net opgerichte Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, wilde een eind maken aan deze problemen. Johan van Oldenbarneveld, raadspensionaris en daarmee de belangrijkste man in de Staten-Generaal, verplichtte de zes bedrijven, ook wel compagnieën genoemd, die in de Republiek handel dreven met Azië, om samen te gaan werken. Zodoende ontstond op 20 maart 1602 de Verenigde Nederlanden. de Oost-Indische Compagnie. De VOC kreeg van de Staten-generaal het octrooi, oftewel het alleenrecht om als Nederlands bedrijf handen te gaan drijven met lokale vorsten in Zuidoost-Azië. Toch leverde dat de nodige problemen op. Andere landen handelden immers ook nog met Azië. De Staten-Generaal wilde daarom dat de VOC het monopolie kreeg op het handelen met Azië. Hiermee werd bedoeld dat de VOC als enige bedrijf in de wereld handel mocht drijven met Azië. Om dit te kunnen bewerkstelligen kreeg de VOC van de Staten-Generaal het recht om oorlog te voeren. Jan Pieterszoon Koen moest vanaf 1617 als gouverneur-generaal en daarmee de belangrijkste vertegenwoordiger van de VOC in Azië zorgen dat het monopolie werd bereikt. Hiervoor gebruikte hij veel geweld en voerde hij oorlogen met Europese landen. Zo werd Jakarta, oftewel het huidige Jakarta, in 1619 ingenomen van de Engelsen en met de grond gelijk gemaakt. Op de puinhopen hiervan liet hij een nieuwe stad bouwen in de stijl van een Hollands handelsstadje dat de naam Batavia kreeg. Hij maakte er het bestuurscentrum van de VOC in Azië van. Ook tegen de plaatselijke bevolking trad hij hard op. In 1621 deed hij dat tegen de Bandanezen, die onder druk van de Engelsen hun specerijencontract niet nakwamen. Hij reisde met een grote vloot naar de Bande-eilanden om orde op zaken te stellen. Naar schatting overleefde slechts 600 van de 15.000 Bandanezen deze aanval. Koen kreeg door deze gebeurtenis de bijnaam Slachter van Banda. Maar het monopolie op de handel in Noodmoskaat en Fuli had hij wel veiliggesteld. En omdat de Bandanese bevolking door zijn slachtpartij bijna was verdwenen, stuurde Koen slaven naar de Banda-eilanden om de Noodmoskaatbomen te verzorgen. Vreemd is het dan wel dat hij in de 19e eeuw een standbeeld heeft gekregen in Hoorn. De laatste jaren is daarop veel kritiek gekomen. Kijk hier voor mijn filmpje Waarom is er zoveel discussie over het standbeeld van Jan Pietersson Koen in Hoorn? En ook de uitspraken van Balken over de VOC-mentaliteit zijn daarom bijzonder te noemen. Maar even terug naar de VOC zelf. De VOC was in de 17e eeuw de grootste handelsorganisatie ter wereld. Duizenden mensen waren bij het bedrijf in dienst. Het geld voor de VOC werd bij elkaar gebracht door het uitgeven van aandelen. Het was daarmee de eerste multinational in de wereld met aandelen. Het bestuur van de VOC bestond uit 17 rijke mensen, ook wel de Heer 17 genoemd. steden die kamers werden genoemd, regelde zij in Nederland alle benodigde dingen die nodig waren om de reis naar Azië te regelen. Er waren afdelingen in Amsterdam, Rotterdam, Hoorn, Enkhuizen, Delft en Middelburg. En ook in Azië was er een bestuur dat de Hoge Regering werd genoemd en onder leiding stond van de gouverneur-generaal. Een reis van de VOC-schep van de Republiek naar Azië duurde lang, zo'n acht maanden. En op een dergelijke reis werden allerlei spullen meegenomen. Niet alleen voedsel, maar ook wapens om zich te beschermen tegen aanvallen van piraten. Het leven aan boord was voor de gewone patrozen erg zwaar. Ze sliepen vaak in het ruim en hadden geen privacy. VOC-ambtenaren, kooplieden en andere belangrijke mensen hadden het beter voor elkaar. Ze hadden een eigen verblijf op het schip. Bijna 200 jaar heeft de VOC bestaan. De grootste bloedperiode beleefde het bedrijf in de 17e eeuw. Daarna ging het snel achteruit. In 1799 ging het bedrijf zelfs failliet. Dat kwam vooral door buitenlandse concurrentie en door corruptie. Maar nog steeds wordt de herinnering aan de VOC levend gehouden. Op diverse plekken in Nederland zijn dingen terug te vinden over de VOC. Uiteraard is in ieder geval wel dat de VOC een klein deel van de Nederlandse bevolking rijk heeft gemaakt. Het grootste deel van de Nederlandse bevolking profiteerde niet of nauwelijks van de VOC. Sterker nog, er zijn ook mensen tot slaaf gemaakt door de VOC. Al deze zaken zorgen ervoor dat de VOC nog steeds een heel erg geliefd historisch onderwerp is.