Overzicht
Deze les behandelt het ontstaan van de geologische tijdschaal, de manieren van datering van gesteenten en sedimenten, en het gebruik van fossielen hiervoor.
Ontstaan van de Geologische Tijdschaal
- Gesteentelagen werden sinds de 18e eeuw op land onderzocht, later ook op de oceaanbodem.
- Deep Sea Drilling Program (vanaf 1968) onderzocht oceaanbodems via boringen om sedimentkernen te analyseren.
- Jongste gesteentelagen liggen bij mid-oceanische rug, oudere lagen liggen verder weg.
- Deze inzichten ondersteunden de theorie van platentektoniek.
Afzetting van Sedimenten en Vorming van Lagen
- Geërodeerd materiaal komt via water of wind in zee, vormt klastische sedimenten.
- Afgestorven koraal en kalkskeletjes van zeedieren vormen fossielrijke lagen.
- Analyse van sedimenten en fossielen toont aan dat er klimaatschommelingen waren in de geologische geschiedenis.
Methoden van Datering
Absolute Datering
- Absolute datering bepaalt de exacte ouderdom van gesteente of bodemstaal.
- Gebaseerd op het radioactief verval van elementen (zoals koolstofdatering).
- Koolstofdatering meet de verhouding tussen C14 en C12 om de ouderdom van jonge vondsten te bepalen.
Relatieve Datering
- Bepaalt welke laag ouder of jonger is op basis van gelaagdheid.
- Wet van superpositie: bovenste laag is jonger dan de laag eronder (tenzij geplooid).
- Principe van oorspronkelijke horizontaliteit: sedimenten worden horizontaal afgezet.
- Lagen strekken zich horizontaal uit over grote afstanden; intrusies (magma) zijn altijd jonger.
Geologische Processen en Vervormingen
- Tektonische activiteit veroorzaakt breuken; breuken zijn jonger dan gesteente waar ze door lopen.
- Geomorfologische processen (verwering, erosie) verwijderen materiaal.
- Convergerende platen veroorzaken geplooide of schuine lagen (syncline = U, anticline = ∩).
Fossielen als Dateringsmethode
- Fossielen helpen om lagen te dateren; gidsfossielen zijn ideaal wegens brede verspreiding en korte levensduur.
- Macro- (ammonieten, graptolieten) en microfossielen (foraminiferen) worden gebruikt; tegenwoordig vooral microfossielen.
Belangrijke Begrippen & Definities
- Absolute datering — methode om exacte ouderdom van gesteente te bepalen via radioactief verval.
- Relatieve datering — bepaalt ouderdom ten opzichte van andere lagen.
- Wet van superpositie — bovenste laag jonger dan de laag eronder.
- Syncline — U-vormige plooi.
- Anticline — ∩-vormige plooi.
- Gidsfossielen — fossielen om lagen in tijd en regio te koppelen.
- Koolstofdatering — datering van jong materiaal via verhouding C14/C12.
Actiepunten / Volgende Stappen
- Bestudeer het verschil tussen absolute en relatieve datering.
- Herhaal de principes van gelaagdheid en gidsfossielen.
- Oefen met voorbeelden van synclines en anticlines.