Overview
Deze les behandelt de fysische geografie, met de nadruk op mondiale luchtstromen, atmosferische circulatie en het effect van luchtdrukverschillen en de draaiing van de aarde.
Fysische Geografie en Luchtstromen
- Fysische geografie onderzoekt processen die plaatsvinden op de planeet Aarde.
- Luchtstromen op aarde worden veroorzaakt door temperatuurverschillen en luchtdrukverschillen.
- Warme lucht stijgt op, koude lucht daalt; dit veroorzaakt luchtbewegingen.
- Atmosferische circulatie is het wereldwijde patroon van luchtstromen.
Opbouw van de Atmosfeer en Druksystemen
- Bij de evenaar vallen zonnestralen loodrecht in, wat zorgt voor sterke opwarming van lucht.
- De warmste lucht stijgt bij de evenaar, koelt bovenin af en daalt bij 30° noorderbreedte.
- Bij het dalen bij 30° ontstaat een hogedrukgebied; bij de evenaar een lagedrukgebied.
- Lucht beweegt altijd van een hoog naar een lagedrukgebied.
- Op 60° noorderbreedte botsen warme en koude lucht, wat zorgt voor opstijgende lucht en neerslag.
- Op de Noordpool is het meestal hogedrukgebied door dalende koude lucht.
ITCZ en Luchtdrukzones
- De ITCZ (Intertropische Convergentiezone) ligt rond de evenaar: lage druk, dagelijks regen en veel wolkenvorming.
- 30° noorderbreedte is meestal droog, vaak zijn dit woestijngebieden door dalende droge lucht.
- Hogedrukgebieden brengen zonnig weer; lagedrukgebieden brengen regen.
Het Corioliseffect en Wet van Buys Ballot
- Door de draaiing van de aarde wijkt luchtstromen af: op het noordelijk halfrond naar rechts, op het zuidelijk naar links (Corioliseffect).
- Passaatwinden zijn constante winden richting de evenaar: noordoostpassaat op het noordelijk halfrond, zuidoostpassaat op het zuidelijk halfrond.
- De Wet van Buys Ballot: met de wind in de rug, wijkt de wind op het noordelijk halfrond naar rechts en het zuidelijk halfrond naar links af.
Samenvatting van Drukgebieden
- Polair maximum = hogedrukgebied op de pool.
- Subpolair minimum = lagedrukgebied op 60°.
- Subtropisch maximum = hogedrukgebied op 30°.
- Equatoriaal minimum = lagedrukgebied bij de evenaar.
Key Terms & Definitions
- Fysische geografie — wetenschap over natuurlijke processen op aarde.
- Atmosferische circulatie — wereldwijde luchtverplaatsing door temperatuur- en drukverschillen.
- ITCZ — zone rond de evenaar met stijgende lucht en veel neerslag.
- Corioliseffect — afwijking van luchtstromen door aardrotatie.
- Passaatwind — constante wind richting de evenaar.
- Wet van Buys Ballot — regel waarmee de windafwijking wordt bepaald.
- Hogedrukgebied — gebied waar lucht daalt, meestal droog en zonnig.
- Lagedrukgebied — gebied waar lucht stijgt, vaak regenachtig.
Action Items / Next Steps
- Bestudeer het diagram van atmosferische circulatie grondig.
- Bekijk aanbevolen video’s over luchtstromen en de wet van Buys Ballot.