de lichten van een auto hebben een dubbele functie namelijk zelf beter te kunnen zien en beter gezien te worden door de zonder zetten verblinden hiervoor hebben stuur de vier soorten lichten de dimlichten waarmee men meest aan rijdt als het donker is grootlichten die ook wel eens de verstralers worden genoemd is de auto's en bevoorraden ook een is te lichten slot zijn derde stand lichten die het minst licht geven wanneer de dimlichten of de grote de aan zijn kijk er tijd voor aan de standlichten en achteraan de auto ook twee rode lampen lichte en of de grootlichten moeten aangezet worden zodra het buiten donker wordt of is het is de dag ook gebruikt worden bij regen mist of sneeuw of andere omstandigheden wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter enkele uitzonderingen wanneer de grootlichten niet mogen schijnen is zo'n wanneer de weg onafgebroken en voldoende verlicht is zo dat je 100 meter kunt zien u mag ze ook niet gebruiken wanneer je er een tegenligger mee zal verblinden heren dichter dan 50 meter voor jou een auto rijdt die niet onmiddellijk aan het inhalen je moet ook de grootlichten doven wanneer een spoorvoertuig of een vaartuig nadert de voor ster mistlampen niet verplicht op een auto staan dus ook nooit verplicht branden ze mogen gebruiken de bij mist regen of sneeuw valt samen met de dimlichten of eventueel zonder te dimlichten een auto moet wel een of twee rode achter mistlichten hebben schijnen bij mist en sneeuwval als de zichtbaarheid minder dan ongeveer 100 meter bedraagt bij hevige regen moeten ze in belgië altijd branden in nederland mag het dan absoluut niet wanneer je stilstaat of parkeert op de rijbaan of op de berm ze het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter moeten vooraan een of twee witte of gele standlichten en achteraan een of twee rode lichten branden zich weer sneeuwval of veel regen moge de dimlichten of de vorm mistlichten en ook de achter mistlichten gebruikt worden maar het moet niet bebouwde kom moge de stand lichten en de rode achterlichten vervangen worden door een parkeerlicht wanneer het voertuig evenwijdig met de aslijn van de rijbaan geplaatst is en geen aanhangwagen aan gekoppeld is parkeerlicht dat zich aan de kant van de aslijn van de rijbaan bevindt maar dan gebruikt worden de vier waarschuwingslichten van een auto mogen enkel branden als je auto the fact is of om andere bestuurders te waarschuwen voor een ongeval een file of een lading die op de weg ligt stuur dus van een schoolbus schakelen de waarschuwingslichten aan terwijl kinderen in of uitstappen slaat de de vier waarschuwingslichten willen ze branden als ze hun auto ergens verkeerd geparkeerd hebben zo begrenzen en extra overtreding het doel heeft voor ook richtingaanwijzers hoe en wanneer die moeten gebruikt worden leren we in een volgende les tot slot vermeldingen tijd de dimlichten moeten branden en je steel zonne bril afzet ander dichter oh euro dan moet je de auto op de rechterrijstrook parkeren sleutel op de auto laten zitten en zijn of via een nooduitgang de tool overlaten