Aan het begin van de 14e eeuw waren Vlaanderen en Brabant de belangrijkste gewesten in de Lage Landen. Hier werd het meeste geld verdiend en hadden de burgers ook steeds meer invloed gekregen op het bestuur. In deze video gaan we kijken waarom dat zo was en kijken we ook naar de sociaal-economische ontwikkelingen die zich afspeelden in de periode van 1302 tot 1602. En daarbij verschuift onze blik ook langzaam en zeker naar het noorden van de Lage Landen.
In twee video's die horen bij de historische context Steden en burgers in de lage landen van 1050 tot 1700 staat de volgende vraag centraal. Welke invloed hadden sociaal-economische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten van 1302 tot 1602? We beginnen met het eerste deel van de vraag en starten ons verhaal in Vlaanderen. Na de guldensporenslag van 1302 had de Vlaamse burgerij meer invloed gekregen en was Brugge de belangrijkste stad van de Nederlander geworden. De ligging van Brugge aan zee had hier in grote mate aan bijgedragen, want internationale handel met Spanje en Italië en de Hanze kon makkelijk tot stand worden gebracht.
Over de Hanze gesproken, de Hanze was een bijzonder handelsnetwerk. Het was een verbond van handelsteden in het noorden van Europa, de Nederlanden, Duitsland en Scandinavië, dat handel dreef in het gebied van de Oostzee en de Noordzee tot aan Rusland toe. Kooplieden uit die steden hielpen elkaar bij de onderlinge handel. Op het hoogtepunt van de Hanze werkten ongeveer 200 steden samen. De handelssteden probeerden hun positie te versterken door te innoveren en aan schaalvergroting te doen.
Innovatie was terug te zien in de uitvinding van de koggen, een breed schip met een hoog oplopende voor-en achtersteven dat veel vracht kon vervoeren en het schip werd veranderd. veel gebruikt door de Hanze. Daarnaast was er het aanleggen van kanalen en ten derde de introductie van de wisselbrief en banken. De wisselbrief was een document waarin handelaren afspraken vastlegden over geld. Het werd vooral gebruikt bij bij internationale handel.
Daar was het niet handig en ook niet veilig om grote partijen goederen met muntgeld te betalen. Papierengeld bestond nog niet en als een koopman naar een buitenlandse markt ging, bracht hij een bedrag aan muntgeld naar een bank in zijn eigen woonplaats. Dat werd opgeschreven en als bewijs kreeg hij een wisselbrief mee.
Vervolgens konden wij een andere bank deze wisselbrief dan inruilen voor muntgeld. Wisselbrieven kregen hierdoor de functie van papiergeld of een cheque. Er kwamen zelfs mensen die handelden in wisselbrieven.
Daarnaast was er de introductie van de Koopmansbeurs. De Koopmansbeurs is een gebouw midden in de stad om te kunnen handelen en met een grote open ruimte om de goederen te kunnen tonen. En tot slot werden er grote gebouwen gebouwd om voorraden op te slaan.
Schaalvergroting was terug te zien in twee dingen, de uitbreiding van de steden en de komst van de migranten om te werken in de stad. Hoewel steden op elkaar leken, probeerden ze zich ook te onderscheiden van anderen. Brugge bijvoorbeeld was de belangrijkste handelsstad en ontwikkelde zich ook tot het centrum van de geldhandel. De Bruggs familie van de Birsa was van de 13e tot de 15e eeuw actief als herbergier, financieel adviseur en makelaar.
En van hun naam is het woord beurs afgeleid. Antwerpen had door haar liggen een goede verbinding met zee en een groot achterland. Daar profiteerde de stad van toen het met Brugge door politieke ontwikkelingen achteruit ging.
In de 16e eeuw nam de Brabantse stad de positie van Brugge over als belangrijkste stad in de lage landen. En ten derde Amsterdam, die stad specialiseerde zich vanaf de 14e eeuw in de graanhandel met het Oostzeegebied. Dat was eigenlijk pure noodzaak, want de Hollandse bodem was niet geschikt voor landbouwproductie. En deze specialisatie legde de stad geen windeieren.
Er werd erg veel geld verdiend en het zou de basis vormen voor de internationale overzeese handel in de 16e en 17e eeuw en werd daarom ook wel moedendegotie genoemd. Burgers in de stad gingen ondertussen ook steeds meer taken op zich nemen. Dat deden ze onder andere in de sociale zorg.
Rijke burgers richtten hospitalen op en te huizen voor arme burgers. Zo kwamen er particuliere leprozenhuizen. In een leprozenhuis zaten mensen met lepra of melaatsheid. En deze ziekte was zeer besmettelijk in de middeleeuwen en door deze patiënten af te zonderen hoopten de stadbesturen verdere verspreiding te voorkomen. Gilde zorgde op hun beurt voor bejaarden, weduwen en wezen.
En hiermee namen ze de taak van de geestelijkheid op dit gebied nadrukkelijk over. Ook op het gebied van onderwijs ging de stad steeds meer doen. Steden waren namelijk gebaat bij goed onderwijs.
Zeker in het kader van de handel. En stadbesturen waren van mening dat de kerk het onderwijs niet goed verzorgde en namen dan ook zelf het heft in handen. Hierdoor ontstonden er in de 15e eeuw veel zogenaamde Latijnse scholen en gedurende de eeuw konden steeds meer mensen lezen en schrijven.
Ook richtten steden zich steeds meer op het algemeen belang, ook wel bonum commune genoemd. Hierbij moet je denken aan het monopolie en gebruik van geweld om de openbare orde te garanderen, het streng straffen van mensen, openbare gebouwen neerzetten, zoals een stadhuis en een markthal met een klokkentoren, de aanleg van wegen, kanalen en het bouwen van stadsmuren. Het vierde punt waarin burgers in de stad zich gingen onderscheiden van de periode daarvoor was het geloof.
Burgers in de stad uiten namelijk steeds meer kritiek op de praktijken van de geestelijkheid die ze niet goed vonden. Daardoor ontstond de geestelijke kritiek. vonden nieuwe geloofstromingen die meer de nadruk legden op individuele geloofsbeleving, zoals de moderne devotie. En aanhangers van deze beweging vonden dat ieder mens rechtstreeks contact kon hebben zonder tussenkomst van de kerk met God. Ze gingen nieuwe bijbelvertalingen lezen en andere christelijke boeken in de volkstaal.
En dat stonden Begijnhoven, waar vrouwen in kleine woningen samenleefden, om zich daar aan het geloof te wijden. Ook bedelorden waren populair. Die bestonden uit monniken of nonnen die geen bezittingen hadden en afhankelijk waren van liefdadigheid.
De bekendste orden waren de Franciscanen, Dominicanen en Augustijnen. Deze mensen, deze kloosterorden, leefden allemaal met hun eigen regels. De moderne devotie zou de basis leggen voor de reformatie van de 16e eeuw. En tijdens de reformatie zou de kritiek op de katholieke kerk verder toenemen.
Maarten Luther en Johannes Calvin waren de belangrijkste critici van wat samen het protestantisme werd gehouden. genoemd. De protestanten hadden grote bezwaren tegen de aflaathandel in de kerk waarbij gelovigen hun zonden letterlijk konden afkopen met de aanschaf van aflaten.
De katholieke kerk beloofde hen hiermee een korte verblijf in het vage vuur. Verder was er kritiek op de vereering van heiligen, de rijkdom van de kerk en het feit dat de Bijbel in het Latijn was. Aanhangers van Luther waren vooral te vinden in Duitsland en Scandinavië.
Calvin had volgelingen in Zwitserland en de noordelijke Nederlanden. Deze mensen werden Calvinisten genoemd. Een groot deel van Europa bleef echter ook katholiek, waardoor een scheuring in de kerk ontstond.
Als we dan terugkeren naar de hoofdvraag van deze video. Welke invloed hadden de sociaal-economische en politieke ontwikkelingen op de positie van de stedelijke burgerij in de lage landen in de periode van 1302 tot 1602? In 1602 kunnen we concluderen dat de... positie van de stedelijke burgerij eigenlijk alleen maar werd versterkt door de sociaal-economische ontwikkelingen. Steden claimden hun positie in handelsnetwerken zoals de Hanze.
Steden verstevigden hun positie door innovatie en schaalvergroting door te voeren en ook door zich te specialiseren. Bruggen bijvoorbeeld werd het centrum van de geldhandel. Verder hield de stedelijke burgerij zich bezig met andere rollen, sociale zorg, onderwijs, algemeen belang en het geloof.
In een tweede video gaan we in op de politieke ontwikkelingen in de periode van 1302 tot 1602. En we antwoorden het tweede deel van de hoofdvraag. Vond je deze video interessant? Dan hoop ik dat je hem liked.
En als je meer van dergelijke video's zou willen zien, dan zou ik het leuk vinden als je je abonneert op mijn kanaal. En als je dan de meldingen bovenaan in het scherm aanzet, krijg je vanzelf een bericht als er nieuwe video's zijn geplaatst.