Hoofdstuk 3: Markt en Overheid

Inleiding

• Nieuw filmpje voor een nieuwe druk van het boek.
• Hoofdstuk behandelt oligopolie en monopolistische concurrentie.

Oligopolie

• Definitie: Weinig grote aanbieders.
• Voorbeelden: Mobiele aanbieders zoals KPN, Vodafone/Ziggo, T-Mobile.
• Kenmerken:
  • Bedrijven nemen elkaar over of werken samen.
  • Groot marktaandeel per aanbieder.
  • Redenen voor weinig aanbieders:
    • Schaalvoordelen: lage kosten door grote productie.
    • Verzonken kosten: kosten die niet terugverdiend kunnen worden (vb. reclame).
    • Toetredingsbarrières zoals octrooien.

Monopolistische Concurrentie

• Kenmerken:
  • Veel aanbieders met net verschillende producten.
  • Lage toetredingsbarrières.
  • Voorbeeld: Spijkerbroeken (verschillende merken en stijlen).
• Prijspolitiek:
  • Prijs kan iets verhoogd worden, maar niet te veel door vele alternatieven.
  • Bedrijven proberen winst te maken door goede service, reclame, of overnames.

Concurrentie en Samenwerking

• Concurrentie:

  • Unieke producten, concurrentie op basis van prijs of productdifferentiatie.
  • Prijzenoorlog kan ontstaan bij prijsverlagingen.

• Samenwerking:

  • Samenwerking tussen bedrijven kan consumenten benadelen.
  • Kartelvorming realistischer bij oligopolie dan monopolistische concurrentie.
  • Overheid verbiedt kartels om concurrentie te behouden.

Gevangendilemma

• Uitleg:
  • Voorbeeld met Pepsi en Coca-Cola.
  • Dominante strategie leidt tot suboptimale uitkomsten.
  • Voorbeeld van gevangendilemma: Beide bedrijven verlagen prijzen ondanks betere gezamenlijke winst bij hogere prijzen.

Overzicht Marktvormen

• Kenmerken:
  • Aantal aanbieders, soort product (homogeen of heterogeen), markttransparantie, toetreding, prijsinvloed.
• Analyse:
  • Verschillen en overeenkomsten tussen marktvormen worden besproken.

Conclusie

• Hoofdstuk is meer theoretisch.
• Belangrijke aspecten zijn schaalvoordelen, verzonken kosten, en concurrentiestrategieën.
• Oefeningen aanbevolen om begrip te verdiepen.