Transcript for:
Conflict en stichting van de Nederlandse Staat

We zijn aangekomen bij het laatste kenmerkend aspect van tijdvak 5, het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van de Nederlandse staat. En hier zit een soort oorzaak-gevolg relatie in. De oorzaak is het conflict in de Nederlanden en het gevolg is de stichting van de Nederlandse staat. Dit gaat over de Nederlandse opstand, oftewel de Tachtigjarige Oorlog. En dat is eigenlijk veel te veel om in zo'n korte video te beschrijven, dus ik beperk me echt op de hoofdlijnen. We gaan kijken hoe dat conflict ontstaat, waar dat dus over gaat. En we gaan kijken hoe dat uiteindelijk leidt tot de stichting van de Nederlandse staat. En daarvoor moeten we eerst weer terug naar tijdvak 5. En dat is dus die 16e eeuw. En dan zien we dat de Nederlanden, zoals het dan heet, dat die verdeeld zijn in 17 gewesten. En die zie je hier op dit kaartje ook staan. Dus niet Nederland, maar de Nederlanden. Want het is het huidige Nederland, België en Luxemburg grofweg. En dat is dus weer verdeeld in 17 aparte gebieden. 17 aparte gewesten en het bijzondere daarvan was dat ieder gewest eigenlijk zijn eigen regels had, zijn eigen bestuur had. En dus ook eigen rechtspraak en eigen belasting had. Dus in het hertogdom Brabant, daar golden andere regels dan in het graafschap Holland bijvoorbeeld. En de rechtspraak in Friesland was weer anders dan in Vlaanderen. En wat we ook zagen, we zitten in die 16e eeuw, het protestantisme is opgekomen met Luther en Calvin. Dat ook in de Nederlanden het protestantisme begint te groeien. Eerst het Lutheranisme. Later zal het Calvinisme veel aanhangers krijgen. En wat hier staat, dat is eigenlijk allemaal een beetje tegen het sere been van de baas over de Nederlanden, om het zomaar te zeggen. En dat was Karel V. Hij was een enorme machtige koning en keizer. Dat zien we hier op dit kaartje ook staan. Hij was dus de koning van Spanje en dus ook van de bezittingen van Spanje en Amerika. Denk even terug in die Europese Overseas Expansie, die ontdekkingsreizen. Hij was koning van het Koninkrijk Napels. Hij was keizer van het Duitse Rijk, dat lichtgele gebied op de kaart. En hij was dus ook de landsheer van de Nederlanden. En dat betekende dat op zijn visitekaartje stond dat hij hertog van Brabant was, graaf van Vlaanderen, graaf van Holland en zo verder. Daar was hij de baas over. Maar hij wilde dus meer controle eigenlijk over dat gebied krijgen. Want je kunt je voorstellen dat als je zo'n enorm rijk hebt, dan wil je eigenlijk dat het min of meer overal hetzelfde gaat. En dan weet je dus niet dat er 17 eigenwijze gebiedjes zijn. Die allemaal eigen regels en wetten hebben. Dus wat ging hij proberen te doen? Hij ging proberen de boel te centraliseren. Hij wees Brussel aan als hoofdstad van de Nederlander. Dan was die zelf ook vaak te vinden. En vanuit daar probeerde hij een centraal bestuur op te zetten. En dat betekende dat er het liefst overal dezelfde wetten en regels zouden komen. Dus dat dat niet meer per gewest zou verschillen. Dat betekende ook dat de rechtspraak meer gecentraliseerd werd. En dat betekende bijvoorbeeld ook dat de belastinginkomsten... En uit die gewesten, die moesten niet meer binnen de gewesten blijven, maar die moesten naar de stadkist in Brussel gaan. En bovendien was hij een voorvechter van de katholieke kerk. Luther was ook een onderdaan van hem, want die woonde in dat Duitse Rijk. Die had hij al volgen vrijverklaard. Hij was absoluut tegen het protestantisme. En hij ging dus ook protestanten heel streng vervolgen. Hier zien we bijvoorbeeld een aantal anabaptisten, zien we in Amsterdam op de brandstapel terechtkomen. Zo vervolgde hij ook Lutheranen en allerlei andere protestantse groeperingen. En hier hebben we eigenlijk in de kern al staan waar dat conflict in de Nederlanden om zal draaien. Want als uiteindelijk Karel V de macht overdraagt aan zijn zoon Philips II, die wordt koning van Spanje en die wordt landsheer van de Nederlanden, dan gaat Philips eigenlijk gewoon verder met het beleid wat papa was begonnen. Dus meer centrale wetgeving, meer centrale rechtspraak, centrale belastingen. En ook hij bleef die protestantensteng vervolgen. En dat leidt tot steeds meer onvrede in de Nederlandse steden en gewesten. En in 1566 zijn er een stuk of 200 Nederlandse edellieden die trekken naar het paleis in Brussel. Philips is er zelf niet, want die zit vooral in Spanje, in Madrid. Maar hij heeft een landvoogdes aangesteld die namens hem de Nederlander moet besturen. En bij die landvoogdes bieden die Nederlandse edellieden zogenaamde smeekstift aan. En dat document zien we hier als best wel een belangrijk document in die Nederlandse geschiedenis. Wat staat erin? Nou ja, ze smeken dat eigenlijk om dus die protestantenvervolgingen, die kettervervolgingen, om daarmee te stoppen. En Margaretha, dat is die landvoogdes die er dan zit, die zegt, ja, daar kan ik niet over beslissen. Dat moet ook echt Philips in Madrid doen, dus daar sturen we het verzoek aan door. Maar in de tussentijd zal ik in ieder geval even die kettervervolgingen, die vervolgingen van die protestanten matigen. En dan zie je ook dat commentaar, zie je zelfs ook daar in dat boek staan, daar staat er eigenlijk links in de kantlijn, staat haar commentaar op dat smeekstift helemaal gesteven. Best een uniek document dus. Maar waar leidt dat toe? Nou ja, dat leidt er toe, dat prootstant het idee van oké, als er nu even geen kettenvervolgingen zijn, dan kunnen wij meer in het openbaar bij elkaar komen. En het is bij een van die grote openbare bijeenkomsten van echt een paar honderd protestanten dat de vlam in de pand slaat. Ze worden zo opgeheerd door de predikant daar, die zich dus weerkeert tegen bijvoorbeeld dat bijgeloof van die katholieke kerk met die heilige verering en die beelden en dergelijke, dat die deelnemers daar besluiten om het katholieke klooster wat er vlakbij ligt, om dat kort en klein te gaan staan. Die beelden worden naar beneden gehaald. En als dat klooster geweest is, dan gaan ze door naar de katholieke kerk er in de buurt. En dat is het begin van de zogenaamde beeldenstorm. En dat is eigenlijk een spoor van vernieling van protestantse hooligans zou je kunnen zeggen. Wat zou door die Nederlanden trekken? En dat zie je daar zo op dat kaartje rechts ook staan. Dat paarse gebied, dat is eigenlijk helemaal het gebied waar in een korte tijd eigenlijk zo die beeldenstorm plaatsvindt. Dat gaat van stad voor stad, van gewest naar gewest gaat het over. En dan krijg je dus dat soort taferelen als je op die afbeelding links ziet. Hier zien we onze lieve vrouwenkathedraal in Antwerpen begrafuren. En die wordt helemaal leeggehaald en gesloopt. Mensen zijn boos op dat katholieke genoot. Ze zijn boos vanwege die protestantse vervolgingen. Maar ze zijn ook gewoon ontevreden omdat de oogsten niet zo heel goed waren. En er heel veel honger is en dergelijke. Dus dat allemaal samen zorgt voor een golf van geweld eigenlijk. Die beeldenstorm. En je kunt je voorstellen dat Philips II daar niet blij mee is. Want in een gebied waar hij de baas over is, is het enorm rustig. En bovendien... Het zijn protestanten die nou katholieke gebouwen aan gaan vallen en zo. En hij was juist tegen het protestantisme en voor het katholieke geloof. Dus wat doet hij? Hij ontslaat zijn huidige landvoogd des, want je hebt er een potje van gemaakt. En hij stelt een nieuwe landvoogd aan. En dat is de zogenaamde hertog van Alva. En als jij die als leraar zou hebben, dan zou je altijd jouw huiswerk af hebben. Je zou altijd jouw spullen bij je hebben. Je zou geen kik geven in de les. Want de hertog van Alphen was iemand waar je geen ruzie mee wilde. Hij was gepokt en gemazeld in de strijd. Hij was wel een beetje op leeftijd, maar hij was enorm streng. En hij kreeg dus de opdracht om die beeldenstorms ook enorm streng aan te pakken. Om de onrust de kop in te drukken. Nou, dat doet hij. Dus verschillende van die beeldenstorms die worden onthoofd. Of ze worden gevangen gezet. En hij komt met een leger van zo'n 10.000 soldaten. En daar heeft hij ook weer geld voor nodig om die te onderhouden. Dus hij voert ook meteen nieuwe hoge belastingen in. Dit zorgt er eigenlijk voor omdat Alva zo streng optreedt en omdat hij dus die hoge belastingen invoert. Dat de Nederlandse bevolking in verzet komt. En een deel van de Nederlandse bevolking in ieder geval. En dat is dus het begin van de zogenaamde Nederlandse opstand. Die duurt 80 jaar, daarom noemen we hem ook wel de Tachtigjarige Oorlog. Een van de Nederlandse edelen die uit de Nederlanden gevlucht was nadat Alva zou komen was Willem van Oranje. Een van de rijkste en machtigste edellieden ook van de Nederlanden. Hij heeft ook familiebezittingen daarbuiten, in Duitsland bijvoorbeeld, in Duitserrijk. En vanuit daar gaat hij de opstand leiden. En samen met zijn broers gaat hij legers inhuren om dus die legers van de hertog van Alva lastig te vallen. En dat is dus eigenlijk hoe die oorlog ontstaat. In eerste instantie zijn er dus het Spaanse leger en de gewesten die Spanje trouw blijven tegenover opstandige gewesten en steden. En je ziet dus dat er ook best wel gewesten zijn, en het wisselt soms wel, maar we gaan er nu niet te diep op in. Maar je ziet dus dat er ook Nederlandse gewesten zijn die aan de kant van Spanje blijven staan. En eigenlijk heb je dan dus ook een soort burgerrol nog te pakken, want het zijn ook Nederlanders die tegen Nederlanders vechten. Waar ging dat dan over, het conflict in de Notendorp? Nou ja, Spanje wil dus heel graag dat er een centraal bestuur kwam. Daar waren keizer Karel V en ook Philips II was daar mee bezig. En zij wilden dus alleen het katholieke geloof toestaan. En die opstandige gewesten die wilden juist de macht zoveel mogelijk bij de gewesten zelf houden. Dus geen centraal bestuur maar een decentraal bestuur. En die wilden dat er geen godsdienstvervolgingen waren. Die wilden niet per se dat iedereen protestants werd. Maar in ieder geval die geloofsvervolgingen die moesten stoppen. En dit is eigenlijk de kern van de Nederlandse opstand van het conflict in de Nederlanden dus. En die zijn uit het kenmerkend aspect in de notendok. Er gebeurt enorm veel waar hier draait het eigen kon. Hoe leidt dit nou uiteindelijk tot... de stichting van de Nederlandse staat. Ook daar gaan we weer in reuze sprongen doorheen. Want wat zien we? In eerste instantie is het dus een opstand die vooral gericht is tegen het optreden van Alva. Niet zozeer tegen de Spaanse koning. Ze willen niet per se onafhankelijk worden ofzo. Maar ze willen gewoon dat dat strenge beleid stopt. Dus de koning van Hispanië heb ik altijd geëerd. Denk terug aan het Wilhelmus. Die zin die slaat daar eigenlijk op. Maar als dan op een gegeven moment Philips II... Willem van der Rijn je vogel vrij verklaart. Dus hij wordt niet meer beschermd door de wet. En er staat zelfs een prijs op zijn hoofd. Mensen worden beloond als ze hem om zouden brengen. Ja, als dat gebeurt, dan zeggen die opstandige gewesten. Oh, Philips, het was geen opstand tegen jou. Maar als jij je zo gaat doen, als jij je zo als een tiran gaat gedragen. Dan ben je niet langer onze landsheer, onze koning. Dan zweren wij jou af. En dat doen ze op basis van de ideeën van deze man. En die hebben we al eerder gezien bij dat kamerkt aspect van die protestantse reformatie. Dit is namelijk Johannes Calvin. En in Nederland waren behoorlijk wat Calvinisten. Het was geen grote groep, maar ze waren wel invloedrijk. En Calvin die had gezegd dat een vorst nooit het geloof van zijn onderdanen mocht bepalen. En dat je in opstand mocht komen, in verzet mocht komen tegen een vorst die dat toch... probeerde te doen, die zich als een tyran ging gedragen. Nou, en op basis daarvan zei die opstandelingen in 1581 met het zogenaamde plakaat van verlatingen, Philips, wij zweren jou af als landseer, we gaan zonder jou verder. Dat betekent niet dat ze geen nieuwe landseer, geen nieuwe koning wilden, want daar gingen ze wel naar op zoek, maar ze vonden geen geschikte kandidaat. Komt ook omdat Willem van Oranje, omdat die vogelvrij was verklaard, een paar jaar later ook vermoord wordt in 1584. En dan komen ze er uiteindelijk achter, ja we gaan geen geschikte kandidaat vinden die ons goed kan leiden. En dan besluiten ze dus om dan maar als zelfstandige republiek verder te gaan. Een land dus zonder koning, zonder landsheer, een republiek. En dat wordt de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. En dat is dus die stichting van die Nederlandse staat. Dat gebeurt in 1588. En dan zie je hier op de kaart hoe dat eruit ziet. Dat donkergroene gebied, dat is de Republiek in 1588. De rest van het groen is wat er in de rest van die oorlog nog wordt bijveroverd. En dan zie je eigenlijk dus ook de scheiding ontstaan tussen de noordelijke en de zuidelijke Nederlanden, tussen Nederland en België. En dat groene gebied, dat is dus die Nederlandse Republiek die ontstaat. Oké, heel verhaal. Dit er is eigenlijk veel meer over te vertellen, maar snel door naar wat dit nou met andere kenmerken en aspecten te maken heeft. Want we hebben hier de hoofdlijnen wel te pakken nu. En eigenlijk een van de belangrijkste oorzaken voor dat conflict in de Nederlanden is dat streven naar een centraal bestuur. En dat is een kenmerkt aspect dat we ook al zagen in tijdvak 4, in die tweede helft van die middeleeuwen. Een andere oorzaak voor dat conflict in de Nederlanden, dat zijn die vervolgingen van die protestanten. En dat is natuurlijk een gevolg van het kenmerkt aspect uit tijdvak 5, de protestantse reformatie. En we zien dus dat daardoor uiteindelijk een Nederlandse staat zal ontstaan. En we zullen ook gaan zien in tijd van XVI, maar dat is dus voor een andere video, dat daardoor die Nederlandse republiek enorm zal gaan opbloeien, die Gouden Eeuw vindt plaats. Maar goed, wil je dus een van deze video's nog eens bekijken, een van die andere video's, ga dan even naar de beschrijving hieronder, daar staan de links. En ja, voor de rest heel veel succes hiermee.