Welkom bij de uitleg van een nieuw thema, thema 3 over de bloedsomloop. In deze eerste baastof gaan we kijken naar bloed. En we gaan ernaar kijken uit welke bestanddelen bloed bestaat.
Want bloed bestaat namelijk uit een aantal onderdelen. En we gaan ook kijken wat de functies zijn van die verschillende bestanddelen. Dan moeten we natuurlijk eerst even helder hebben wat die bestanddelen zijn. Oftewel waar het bloed daadwerkelijk uit bestaat.
En om dat uit te leggen heb ik hier eventjes een schematische weergave van een reageerbuisje. En wat je je moet voorstellen is dat op het moment dat jij bloed in een reageerbuis doet, dus zo'n buisje als dit, zo'n glazen buisje, vaak wat langwerpiger, je werkt er misschien met scheikunde ook wel eens mee, als je dat een tijdje laat staan, dan ontstaan er als het ware een soort van laagjes. Dat kun je ook versnellen door die buisjes in een centrifuge te doen, dus door ze in zo'n snel ronddraaiend apparaat te zetten.
Dan krijg je ditzelfde effect. Wat is het namelijk? Alle verschillende onderdelen waaruit bloed bestaat, worden dan als het ware van elkaar gescheiden.
En dan zie je dus dat er... laagjes ontstaan. Dit gele hier bovenaan, als het mag, jawel daar komt ie, is het bloedplasma.
En hieronder zijn de vaste bestanddelen. En dan moet je dus dit ook even mee rekenen. Deze drie laagjes, 1, 2 en 3, dat zijn de vaste bestanddelen. Kijk je nu naar dat bloed... Plasma, dan zie je dat dat voor een heel groot deel bestaat uit water.
Het bestaat uit allerlei opgeloste stoffen. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan zuurstof, aan koolstofdioxide, aan allerlei voedingsstoffen. Die kunnen allemaal in het bloed plasma worden opgelost.
En tot slot heb je ook nog allerlei plasma eiwitten. En daar komen we straks nog wel even op terug, want er is namelijk één heel belangrijk plasma eiwit waar je wat over moet weten. Dan hebben we vervolgens... de vaste bestanddelen, dan moet je daarbij denken aan de rode bloedcellen, de witte bloedcellen en de bloedplaatjes. En die zie je dus hier in deze volgel ook zitten.
De bovenste hier, dat zijn de bloedplaatjes. Daaronder hebben we de witte bloedcellen. Dus dat maakt niet zo'n heel groot deel uit van het bloed. Maar met name dus de rode bloedcellen. Die maken een heel groot deel uit van de vaste bestanddelen van het bloed.
En we gaan ze gewoon zo eens eventjes aflopen, zodat je een beetje een beeld hebt van wat de functies zijn van die verschillende onderdelen. Beginnen we met het bloedplasma. Wat ik net al zei, dat bestaat van... voor een heel groot deel uit water, met daarin onder andere afvalstoffen, voedingsstoffen, eiwitten, antistoffen en wat ik net ook al zei, er zit ook een beetje zuurstof en koolstofdioxide in.
Dus dat bloedplasma heeft dus aan de ene kant de functie, doordat er zoveel water in zit, dat het een beetje zuurstof en koolstofdioxide heeft. Dat het dus het bloed vloeibaar houdt en dat het goed kan stromen. Maar er kunnen ook allerlei stoffen in oplossen zodat die dus door het lichaam heen vervoerd kunnen worden.
Nou wat ik net al zei, er is één belangrijk eiwit dat in het bloed zit. En omdat het eiwitten zijn in het bloed plasma, noem je het dan vaak ook plasma eiwitten, maar het zijn dus gewoon eiwitten. En dat...
is het plasma eiwit fibrinogeen. En fibrinogeen dat heeft een hele belangrijke functie bij het stollen van het bloed. Dus op het moment dat jij bijvoorbeeld een wondje hebt of een bloedvat is beschadigd dan speelt dat fibrinogeen een hele belangrijke rol.
Dat zal ik je zo ook even laten zien wat dat precies doet. Maar uiteindelijk krijg je dus onder de microscoop zoiets als dit te zien. Want dat fibrinogeen dat zorgt er namelijk voor dat er uiteindelijk allemaal draden gevormd kunnen worden op de plek waar de beschadiging is. Zodat dus...
Uiteindelijk dus de bloeding stopt en het dus kan gaan helen. Maar daar kom ik dus straks nog even wat dieper op in. Dan gaan we eerst even naar de vaste bestanddelen.
En we hebben er in totaal drie. We hebben namelijk de witte bloedcellen, rode bloedcellen en de bloedplaatjes. En hier zie je ze dan even heel mooi op een microscopische foto.
Uiteraard een stukje ingekleurd zodat je ze beter kunt zien. En dan kun je ook meteen mooi een beetje de verhouding zien tussen die verschillende... We gaan ze gewoon eventjes aflopen. We beginnen met de rode bloedcellen. Nou, dat zijn deze, die rode bandjes in feite.
En die rode bloedcellen, die zorgen voor het vervoer van zuurstof en van koolstofdioxide. Wat is het nu met die rode bloedcellen? Daar zit een bepaald eiwit op.
En dat eiwit, dat heet hemoglobine. En die hemoglobine, die zorgt ervoor dat de zuurstof en de koolstofdioxide als het ware heel goed vastgehouden worden dus aan die rode bloedcellen. En zo dus op die manier heel goed vervoerd kunnen worden.
Nou die hemoglobine daar is een bepaald ijzer voor nodig om te maken. Nou en dat verklaart dan meteen ook een beetje de kleur weer van die rode bloedcellen. Dan gaan we vervolgens naar de witte bloedcellen. En die zie je hier een viertal ook op de afbeelding.
En het mooie van witte bloedcellen is dat ze over het algemeen geen vaste vorm hebben. Ze kunnen... dus van vorm veranderen en ze zijn belangrijk voor het uitschakelen van ziekteverwekkers. Wat is het nu met die witte bloedcellen?
Er zijn heel veel verschillende soorten witte bloedcellen. Ze maken onderdeel uit van het afweersysteem en dat is echt super super complex. Daar kom je in de bovenbouw, kom je er nog een keertje bij terecht bij het afweersysteem. Nu hoef je eigenlijk alleen eventjes deze onderdelen te herkennen. En wat je ervan moet weten is dat ze dus niet vormvast zijn en daardoor dus De bloedbaan kunnen verlaten, dat is een beetje een...
Afbeelding een beetje meer als een cartoon weergegeven, maar goed, het idee is duidelijk. Die witte bloedcellen kunnen in sommige bloedvaten tussen de cellen van de bloedvaten wanden door en zo het weefsel eromheen in. En dat is natuurlijk super handig, want op het moment dat jij bijvoorbeeld bacteriën of virus of een ziekteverwerker in je lichaam hebt, dan wil je natuurlijk wel dat dat op elke plek uitgeschakeld kan worden. En ziekteverwerkers bevinden zich niet alleen in de bloedbaan, nee, die kunnen zich in alle delen van het lichaam bevinden. Dus is het wel handig als die witte bloedcellen ook daadwerkelijk...
het bloed uit kunnen, zodat ze dus die ziekteverwekker onschadelijk kunnen maken. Hoe dat zit met die bloedvaten en hoe ze daar dus door naar buiten kunnen, daar komen we ook in een latere video weer op terug. Wat je nu even moet weten is dat er bepaalde type bloedvaten zijn, die noem je de haarvaten, en daardoor kunnen die witte bloedcellen het bloed verlaten. En dus eventueel ziekteverwekkers onschadelijk maken. Dan hebben we vervolgens nog de bloedplaatjes.
En de bloedplaatjes die zorgen samen met het plasma-eiwit fibrinogene, daar heb je hem weer, voor de bloedstolling. Die bloedplaatjes, daar zie je hier een stukje van. Bloedplaatjes zijn eigenlijk een soort van restanten ook van allerlei bloedcellen. En die spelen daarin een belangrijke rol. Ik zal je even stapsgewijs laten zien wat er gebeurt.
Op het moment dat er een bloedvat beschadigd raakt. Dan trekken als eerste de spieren van het bloedvat samen. Dat is handig want op het moment dat dat samen trekt kan er natuurlijk minder bloed erheen. En doordat je de bloedstroom beperkt kan het ook als het ware beter helen omdat er als het ware minder druk staat op de wond. Vervolgens worden de bloedplaatjes kleverig.
En doordat die kleverig worden ontstaat er een soort van propje bij die beschadiging. Er kleven allerlei rode bloedcellen aan vast ook en er kleven allerlei andere onderdelen aan vast. En er ontstaat een soort van propje.
En dat zorgt ervoor dat uiteindelijk dus dat bloedvat als het ware afgedicht wordt. Daar komt ons fibrinogeen dan ook om de hoek kijken. Dat zat dus in het bloedplasma, dat is een eiwit.
En op het moment dat er een beschadiging is, dan wordt het omgezet naar fibrine. En fibrine vormt een netwerk van draden. En je kunt het natuurlijk bedenken dat op het moment dat er een heel netwerk van draden rondom een beschadiging zit, dan houdt het ook allerlei bloedcellen tegen. Ik had er een filmpje van, als het goed is, wordt die nu groot in beeld.
En dan kun je het even zien. Het is een beetje schematisch natuurlijk. Je ziet hier een bloedvat en je ziet hier bovenaan.
Iets dat door het bloedvat heen gaat. Dus het bloedvat wordt open geprikt. Dan zie je dus op een gegeven ogenblik dat er dus, je ziet hier de bloedplaatjes zitten.
En die gaan nu een klontje vormen hier bij die opening. En doordat die dus een klontje vormen, kunnen natuurlijk al die bloedcellen hier nu niet naar buiten. En wat je nu niet ziet op deze video, is het netwerk van draden die wordt gevormd door dat plasma eiwit.
Maar dat moet je er even bij bedenken, dus het vormt dus ook een heel netwerkje van draden. Dus op deze manier kun je je dan een beetje voorstellen hoe dat dan... een beetje schematisch werkt en hoe dus dan zo'n beschadiging dus uiteindelijk weer mooi gerepareerd wordt. En dan is dit alweer het einde van de uitleg van Basisof 1. Heel veel succes en tot de volgende!