Transcript for:
Overzicht van Kolonialisme en Oorlogen

Geschiedenis samenvatting 1.1 Brits kolonialisme in Amerika 1.2 Brits kolonialisme in India 1.3 Werkplaats van de wereld - 2.1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog 2.2 Duitsland valt uiteen 2.3 In de tijd van Berlijnse Muur en daarna Brits kolonialisme in Amerika (1585-1833) De Engelsen claimen dat ze Amerika hadden ontdekt en ze vierde John Cabot 1479, wat vijf jaar na Columbus was. Cabot had het opgeëist voor de Engelse koning en Columbus was eerst aan land. De eerste Engelse kolonie was op het eiland Roanoke, North Carolina. Ze hielden het er niet lang uit, maar in Virginia bleven ze langer met ruim 100 kolonisten die zich in 1607 vestigden. New England was een nieuwe kolonie in 1620 ontstaan, waar kolonisten een calvinistische samenleving wilden creëren. Dit kwam doordat een groep Engelsen het geloof niet streng genoeg vond en ging naar een andere plek, en ze heette de Pilgrim Fathers en gingen naar Massachusetts. Zij hadden de basis voor de democratie gelegd. Tot 1660 bleven koloniën individuele buitenposten, maar onder Koning Karel II werd de kust gekoloniseerd. In 1664 namen de Engelsen Nieuw Amsterdam over van de Nederlanders, en toen werd het New York. William Penn kreeg in 1681 een groot gebied en dat werd Pennsylvania. In het Noorden waren het vestigingskoloniën waar mensen leefden op landbouw en nijverheid en in het Zuiden waren het plantages. In Virginia waren grote tabaksplantages en roken werd toen een gewoonte. Voordat de Europeanen in Amerika waren, was het gemiddelde aan Inheemsen 2 miljoen. Kolonisten kregen voedsel van de inheemsen in ruil voor wapens en dergelijke. Sommige zagen elkaar als bondgenoten, maar later kwamen er al snel bloedbaden tussen de twee groepen door grondverdeling. 90% van de kust bevolking stierf na contact met Europese handelaren door ziektes en dergelijke. Toen kon Pilgrim Fathers een kolonie stichtten in New England. In het Caribische gebied hadden de Engelsen koloniën die ook veel winst op leverde, zoals Barbados wat de eerste kolonie in 1627 was. Ze verbouwden eerst tabak maar suiker maakte echte verdiensten met suiker plantages, en toen gingen ze ook andere plekken veroveren zoals Jamaica. Er werden handelsposten opgezet waar slaafgemaakten verkocht werden aan de westkust van Afrika. Vanaf 1670 werden tot slaafgemaakten aan de Noord-Amerikaanse oostkust ingezet. Het werk werd eerst gedaan door contractarbeiders uit Europa en later uit slaafgemaakten. In het Zuiden werkte de slaven op plantages en in het Noorden werkten ze in huis of landarbeid. De Engelse regering gaf het monopolie op slavenhandel op de Royal African Company. Later werd het monopolie opgeheven, maar RAC bleef het belangrijkst in de Trans-Atlantische driehoekshandel. Goud, ivoor en slaven werden verkocht uit Afrika voor tabak en wapens. Ze werden slecht behandeld en in schepen naar Amerika verhuisd voor plantage werk. Het suiker en tabak ging naar Europa en noordeljke koloniën in Amerika. De Engelsen bleven groeien in Amerika en vereenvoudigde de koloniale bevolking tot 2,5 miljoen en de meeste voelden zich niet meer in het Engelse rijk. Vanaf 1707 vormden Engeland en Schotland het verenigd koninkrijk, en Amerika nam verlichte ideeën over met bijvoorbeeld John Locke. Het ging dan over vrijheid van individuen en ze verdacht de Britse regering van het afpakken van hun vrijheid. Amerikaanse koloniën hadden allemaal een gouverneur en parlement en gewapende milities van Amerikaanse vrijwilligers. Nadat de Franse werden verslagen begonnen de Amerikanen aan de Britten belasting te betalen vanwege de oorlog. Er waren nieuwe oorlogen met inheemsen uitgebroken door de uitbreiding van de Amerikanen. Ze wilde alleen belasting betalen aan hun eigen land (de Amerikanen) en niet de Britten. Ze gingen zich verzetten omdat ze geen belasting wilden betalen zonder gerepresenteerd te worden door de Britse overheid met het motto ‘no taxation without representation’. De gouverneurs reageerden door samenkomsten van verzetsstrijders te verbieden. De verzetsleiders wilden dat het volk ging protesteren. In 1770 werden Britse soldaten met ijsballen bekogeld en schoten 5 mensen dood, ook wel het bloedbad van Boston genoemd. De doden werden vereerd als martelaren voor de vrijheid. In 1773 waren er in Boston weer protesten waar ladingen van Britse boten met thee het water in gegooid waren, ook wel Bostons Tea Party genoemd. In 1775 braken gevechten uit tussen het Britse leger en verzetsstrijders. In 1873 na een lange strijd heeft Groot-Brittannië onafhankelijkheid verklaard. In de 18e eeuw verzorgde de Britten het grootse deel van de Trans-Atlantische slavenhandel. Het abolitionisme ontstond toen in verlichte kringen in Groot-Brittannië. Slaven opstanden op Caribische eilanden braken ook uit. In 1807 kwam er een verbod of slavenhandel in het Britse rijk. Een gevolg was de economische neergang van Barbados en Jamaica die afhankelijk waren van de handel. In 1833 werd de slavernij in het Britse rijk afgeschaft en toen werd het te duur om te concureren met Brazilië en Cuba. Onder invloed van het abolitionisme in de Vernigde Staten verbood de federale regering in 1807 de import van slaven tegelijk met het Britse verbod op slavenhandel. Het nam enorm toe qua slaven. Katoenteelt werd enorm uitgebreid van Mississippi naar het westen. Het Noordeljke abolitionisme eiste de afschaffing van slavernij in het Zuiden waardoor de spanning tussen staten toenam. Abraham Lincoln was president gekozen en hij was abolitionist, en toen scheidden de Zuidelijke staten zich af, wat leidde tot de Amerikaanse burgeroorlog. Toen Noorden gewonnen had werd het ook in het Zuiden afgeschaft. Brits kolonialisme in India (1765-1885) Nadat Amerika zelfstandig was gingen de Engelsen zich uitbreiden naar bijvoorbeeld Brits-Indië, dat het nieuwe zwaartepunt werd. De EIC (East India Company) werd opgericht en kreeg een monopolie op handel ten oosten van Zuid Afrika. In Madras startten ze een factorij en ze waren ook actief bij Bombay. Karel II kreeg de factorij in Bombay als cadeau van Portugal. De Britten kwamen naar India voor handel met inheemsen, maar zij hadden honderden rijkjes die verenigd waren in een groot rijk van de mogol (keizer). Door de verzwakte macht van de mogol viel het uiteen, en kon de EIC meer macht tot zich nemen. In 1756 viel een van de vorsten in India de Britten aan en bezette hun factorij, maar in de oorlog erna nam de EIC heel Bengalen in. In 1765 werd de oorlog beëindigd door het bedrag van Allahabad. Er was een inheemse vorst op de troon maar de EIC had eigenlijk macht en kon belasting heffen. De Britten hadden macht door de welvaart af te persen en de macht van vorsten af te pakken. Lang was de mogol nog wel op de troon met Britse macht, maar toen kwamen soldaten in opstand tegen de Britten, en toen de mogol zich aansloot bij de opstandelingen werd zijn complete macht afgepakt. De mogol werd verbannen en de Britten gingen gelijk regeren erna. Het Britse bestuur perste de bevolking uit door functionarissen en inheemse belastinginners. Er was een goed opgeleid en onomkoopbaar ambtenarenkorps, doordat hij de dienaren van de handelsposten goed salaris gaf. De Royal Navy werd ingezet om te handelen over de kolonie en het Britse rijk veilig was. Het grootste gedeelte van het leger was Indisch, en meestal accepteerde ze het Britse gezag, maar later kwam er een opstand in Delhi, toen ze bijna alle Britten vermoordden. Daarna bestond het leger uit meer Engelsen zodat de ratio niet ongelijk was. Westerse ideeën werden opgelegd in India en ze gingen tegen hun principes en geloof in. India kreeg een enorme spoorweg waardoor het veel toegankelijker werd, en in 1869 werd het Suezkanaal aangelegd waardoor ze niet meer rond Afrika hoefden te varen en hiermee verbeterde de band met het moederland. Schepen verbeterde en dat zorgde voor sneller contact. De Britten wilden invloed uitoefenen op Indiërs en andere delen van de wereld, met bijvoorbeeld taal en onderwijs in te voeren in Brits-Indië dat gericht was op de elite. Als Indiërs bepaalde dingen behaalde tijdens hun studie konden ze lid worden van het koloniale ambtelijke elite corps. Voor gelijke kansen bij het Britse bestuur richtte hoog opgeleide verwesterde Indiërs in 1858 het Indian National Congress op, maar de Britten accepteerden dit niet door de racistische houding en ze konden zich niet inbeelden dat een Indiër een rechter is. Indiase leiders kwamen in verzet en het werd steeds radicaler. De belastingen die ze deden in India waren grote inkomsten van de Britten, en ze hadden ook plantages. India was belangrijk voor katoen en de Indische nijverheid was minder van belang. Industriële productie was belangrijk voor de hele wereld. In 1900 kwam nog maar 2% van de wereldwijde productie uit India terwijl de welvaart in andere landen groeide. India werd een steeds armer land. Dit kwam door de snelle Britse technologie. Werkplaats van de wereld (1750-1900) In 1801 ontstond het verenigd koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland. In 1927 werd Ierland soeverein. De industriële revolutie vond plaats mid de 18e eeuw, dit begon met de stoommachine van James Watt in 1784, en dit werd in de 19e eeuw de belangrijkste energiebron. Voor de stoommachine was er ook de Spinning Jenny uitgevonden in 1764. De bevolking groeide enorm door landbouw en ziekte bestrijding. De vraag naar kleding en arbeids producten namen toe, en infrastructuur verbeterde. Hierdoor kwam er urbanisatie en meer arbeid, vooral in London, maar ook Manchester, Birmingham en Glasgow. Door industrialisatie veranderde het handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme. Nu was de leiding van de economie in de klasse van industrieel kapitalisme, zoals fabriekseigenaren. Ze streefde naar een liberale markteconomie met vrijhandel en een kleine invloed van de overheid. De Reform Bill hielp hiermee, door de vervorming van het districtenstelsel. Het mannen kiesrecht breidde ook uit. Een nieuw klasse van arbeiders ontstond en arbeiders leefde onder slechte omstandigheden. Arbeiders konden via arbeid vakbonden betere omstandigheden afdwingen en ze begonnen te profiteren van de welvaart in de tweede helft van de 19e eeuw. Vanaf 1867 kregen arbeiders gelijk kiesrecht. In de eerste Factory Act werden nachtdiensten verboden voor kinderen in 1833. De factory act was een recht. De tweede was die werk voor vrouwen en kinderen beperkte en niet te lang door lieten gaan. Groot-Brittannië had een voorsprong op de rest van de wereld vanwege de economische bloei, en werd de werkplaats van de wereld genoemd. Katoenstoffen was het belangrijkste export product naar de rest. De voorsprong werd getoond in 1851 op de eerste wereldtentoonstelling in London. De industrialisatie werd op verschillende manieren bevorderd door het koloniale bezit. Zo werd er bevorderd in katoenplantages in India, en dit investeerde ze vervolgens in de Britse industrie. Buiten het rijk in Uruguay en Argentinië had Engeland ook vee. London werd het financiële hart van de wereld, waar regeringen en ondernemingen handelden en dingen afsloten. De Britse markt werd door de velen handelscontacten op mondiaal niveau afhankelijk. De Britten wilde hun handel beschermen door middel van marine en lieten zo hun macht over de zeeën zien. Ze bouwde havens aan bijvoorbeeld Latijns-Amerika (wat toen ook het toegankelijker maakte). Na 1870 nam de Britse voorsprong af en kreeg te maken met concurrentie, vooral Duitsland en de VS, Landen gingen streven naar koloniaal bezit. Ze gingen in Afrika hun koloniale bezit uitbreiden en vestigden koloniën in West-AFrika, zoals in Ghana en Nigeria. In 1900 heerste Groot-Brittannië over een kwart van de aardbodem en van de wereldbevolking. Interbellum en Tweede Wereldoorlog (1918-1945) De laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog braken gevechten uit over soldaten die niet voor de dood wilden vechten. Ze wilden vrede, en op 9 november 1918 riep de leider van de sociaaldemocraten vanaf het balkon van het Rijksdaggebouw in Berlijn de republiek uit. De sociaaldemocratische SPD had de eerste naoorlogse parlementsverkiezingen gewonnen, en kreeg de leiding in de regering die begon met de opbouw van eem parlementaire democratie. Er kwam een grondwet om onrustigheid tegen te gaan, en het werd de Republiek van Weimar genoemd. De meeste hoge rollen van de overheid waren conservatieve elites die terug wilden, terwijl extremisten van links en rechts allebei invloed wilde uitoefenen. Het vertrouwen dat verloren was werd erger in 1919 door het Verdrag van Versailles waar Duitsland velen terugbetalingen moest doen. Er kwam zo ook een complottheorie genaamd de dolkstootlegende waar democratische leiders die een wapenstilstand wilden te vroeg hadden teruggetrokken en zo de oorlog verloren. De democraten waren zo in de minderheid, en de economie en regering was instabiel. Toen de economie in 1923 stilviel was alle hoop verloren. Duitse stakers tegen de Franse eisen kregen geld van de overheid, maar dat geld moest bijgedrukt worden wat voor enorme inflatie zorgde. Om de economie te herstellen kwam het Dawesplan, waardoor de Duitse economie bloeide van 1924 tot 1929 en de internationale spanningen verdwenen. Na de beurskrach in New York in 1929 werd Duitsland getroffen met werkelozen, en in 1932 had bijna de helft van de Duitsers geen baan. Duitsers gingen stemmen op totalitaire partijen die beweerden dat zij een oplossing hadden tegenover de conservatieven en democraten. De communistische KPD en de nationaalsocialistische NSDAP van Hitler kregen veel stemmen. Nazi’s overtuigde dat hij de enige was die het land kon redden, en volgens hem zelf was hij de enige die voor het hele volk opkwam. Hij wilde een krachtige volksgemeinschaft van Duitsland maken, met propaganda en paramilitair vertoon van het partijleger. Hij werd in januari 1933 benoemd tot rijkskanselier, omdat de conservatieven hem wilde gebruiken om democratie te bestrijden, maar hij bleef toen aan de macht. Rijksdagbrand was toen Marines van der Lubbe op 27 februari 1933 een aanslag pleegde, en Hitler claimde dat het een communistische aanval was, waardoor communisten werden opgepakt en kranten werden verborgen. De NSDAP kreeg 44% van de stemmen, en om de macht helemaal in de handen te krijgen stelde hij de Machtigingswet in na de Weimargrondwet.