Les 5: Passé Composé van Regelmatige Werkwoorden

Inleiding

• Passé Composé: Voltooid verleden tijd
• Gebruikt bij regelmatige werkwoorden eindigend op -er, -ir, -re
• Overzicht van Franse werkwoordstijden: tegenwoordige tijd, imparfait (onvoltooid verleden tijd), passé composé, futur (toekomende tijd)

Wat is de Passé Composé?

• Passé Composé: Specifiek moment in het verleden
• Voorbeeld: "Ik heb gelopen" = een voltooide actie in het verleden
• Passé Composé kan zowel kortstondige als langere acties in het verleden beschrijven

Hulpwerkwoorden

• "Hebben" = avoir
• "Zijn" = être
• Belangrijk om te vervoegen: ik heb (j'ai), jij hebt (tu as), wij hebben (nous avons), ik ben (je suis), jij bent (tu es), wij zijn (nous sommes)

Achtervoegsels

• Achtervoegsels afhankelijk van werkwoordsgroep
  • Werkwoorden eindigend op -er: achtervoegsel = é
  • Werkwoorden eindigend op -ir: achtervoegsel = i
  • Werkwoorden eindigend op -re: achtervoegsel = u

Voorbeelden van Vervoegingen

• Werkwoorden op -er (wonen: habiter)
  • Stam = habit-
  • Ik heb gewoond = j'ai habité, enzovoort
• Werkwoorden op -ir (eindigen: finir)
  • Stam = fin-
  • Ik heb geëindigd = j'ai fini, enzovoort
• Werkwoorden op -re (verkopen: vendre)
  • Stam = vend-
  • Ik heb verkocht = j’ai vendu, enzovoort

Uitzonderingen

• Onregelmatige werkwoorden zoals aller (gaan) vervoegen met être
  • Vrouwelijke en meervoudsvormen krijgen extra letters (e, s)
  • Voorbeeld: ik ben gegaan = je suis allé(e)

Belangrijkste Punten

• Hulpwerkwoorden (avoir/être) correct kunnen vervoegen
• Juiste stam vormen door -er, -ir, -re eraf te halen
• Juiste achtervoegsels achter de stam plakken
• Let op vrouwelijke (e) en meervoudsvormen (s) bij être