Question 1
Hoe vervoeg je 'manger' in de Passé Composé voor 'ils'?
Question 2
Wat is het achtervoegsel van werkwoorden eindigend op -re in de Passé Composé?
Question 3
Wat zijn de drie achtervoegsels voor regelmatige werkwoorden in de Passé Composé?
Question 4
Welke vorm gebruikt men voor onregelmatige werkwoorden zoals 'aller'?
Question 5
Welk hulpwerkwoord moet je gebruiken met 'habiter' in de Passé Composé?
Question 6
Hoe vervoeg je het werkwoord 'finir' in de Passé Composé voor 'nous'?
Question 7
Welke extra letter(s) voeg je toe aan vrouwelijke vormen bij werkwoorden vervoegd met 'être'?
Question 8
Hoe vervoeg je 'habiter' in de Passé Composé voor 'vous'?
Question 9
Wat zijn de hulpwerkwoorden die gebruikt worden in de Passé Composé?
Question 10
Wat is de correcte vervoeging van 'être' in de Passé Composé voor 'nous'?
Question 11
Wat is de Passé Composé van het werkwoord 'vendre' voor 'je'?
Question 12
Hoe vervoeg je 'perdre' in de Passé Composé voor 'vous'?
Question 13
Welke achtervoegsels gebruik je voor werkwoorden die eindigen op -er in de Passé Composé?
Question 14
Wat is de Passé Composé van 'choisir' voor 'je'?
Question 15
Hoe vervoeg je 'aller' in de Passé Composé voor 'elle'?
Question 16
Wat is de Passé Composé van 'venir' voor 'je'?
Question 17
Welk achtervoegsel voeg je toe aan werkwoorden die eindigen op -ir in de Passé Composé?