Quiz for:
Les 5: Passé Composé van Regelmatige Werkwoorden

Question 1

Hoe vervoeg je 'manger' in de Passé Composé voor 'ils'?

Question 2

Wat is het achtervoegsel van werkwoorden eindigend op -re in de Passé Composé?

Question 3

Wat zijn de drie achtervoegsels voor regelmatige werkwoorden in de Passé Composé?

Question 4

Welke vorm gebruikt men voor onregelmatige werkwoorden zoals 'aller'?

Question 5

Welk hulpwerkwoord moet je gebruiken met 'habiter' in de Passé Composé?

Question 6

Hoe vervoeg je het werkwoord 'finir' in de Passé Composé voor 'nous'?

Question 7

Welke extra letter(s) voeg je toe aan vrouwelijke vormen bij werkwoorden vervoegd met 'être'?

Question 8

Hoe vervoeg je 'habiter' in de Passé Composé voor 'vous'?

Question 9

Wat zijn de hulpwerkwoorden die gebruikt worden in de Passé Composé?

Question 10

Wat is de correcte vervoeging van 'être' in de Passé Composé voor 'nous'?

Question 11

Wat is de Passé Composé van het werkwoord 'vendre' voor 'je'?

Question 12

Hoe vervoeg je 'perdre' in de Passé Composé voor 'vous'?

Question 13

Welke achtervoegsels gebruik je voor werkwoorden die eindigen op -er in de Passé Composé?

Question 14

Wat is de Passé Composé van 'choisir' voor 'je'?

Question 15

Hoe vervoeg je 'aller' in de Passé Composé voor 'elle'?

Question 16

Wat is de Passé Composé van 'venir' voor 'je'?

Question 17

Welk achtervoegsel voeg je toe aan werkwoorden die eindigen op -ir in de Passé Composé?